Posts tonen met het label maastricht. Alle posts tonen
Posts tonen met het label maastricht. Alle posts tonen

donderdag 21 november 2019

Friese luitenants (1) : Rienck van Sytzama


Friese luitenants (1) : Rienck van Sytzama

In deze serie worden de Friese luitenants behandeld, die in de 16e en 17e eeuw in het 'Friesche Nassause Regiment' dienden. Het is een lange rij van vooral adellijke officiers, van wie meestal nog niet eerder een minibiografie is verschenen.


Achtergrond
De familie Van Sytzama behoort tot de oude Friese adel en heeft zijn oorsprong in het dorp Arum, in de toenmalige grietenij Wonseradeel.
Later ontstond ook de Sytzama State te Tzummarum en werd ook de Beslinga State te Friens een voornaam stamhuis.
In 1809 liet nazaat Willem Hendrik van Sytzama in Kollum het Sytzamahuis bouwen, die later als gemeentehuis diende.
Twee leden van de familie, die overigens nog steeds voortleeft, werden in 1814 in de adelstand verheven.
Rienck, soms ook met de latijnse vorm Rinco genoemd, werd omstreeks 1590 geboren als zoon van Douwe van Sytzama (1548-1607) en Jetske van Beslinga (ong. 1550-1616).
Hij moet zijn voornaam hebben gekregen via zijn tante Idtje Riencksdr. Baerdt, die met zijn oom Pier van Sytzama was gehuwd.
Zij kregen geen kinderen, waardoor de voornaam Rienck op deze manier toch in de familie bleef.
Vader Douwe was grietman van Idaarderadeel van 1578-1586 en van 1601-1607 en woonde op Beslinga State te Friens.
Deze prachtige state was dus via Jetske in de familie Sytzama terecht gekomen waarna de state nog tot 1849 in deze familie bleef.



Beslinga State te Friens
(tekening J. Stellingwerf, 1723)


Sytzama State te Arum
Aan het einde van de 15e eeuw woonde hier al een Pier Sytzes, waardoor de achternaam Sytzema dus verklaard zou kunnen worden.
Rienck zijn grootvader Pier Harmens van Sytzama woonde hier halverwege de 16e eeuw en zijn oma Rientje Douma van Oenema  hertrouwde na Pier zijn overlijden in 1557 met Rienck van Baerdt.
Vermoedelijk woonden Rienck van Sytzama zijn oom en tante, Pier van Sytzama en Idtje Riencksdr. Baerdt, ook te Arum op Sytzama State.
Ondanks deze wat onzekere periode, bewoonde onze Rienck van Sytzema hierna het aloude stamslot.




Twee afbeeldingen van Sytzama State te Arum: de voor- en achterkant.
Gemaakt in 1725 door de tekening J. Stellingwerf.


Voorzover bekend is dit de enige of één van de weinige keren dat Stellingwerf twee afbeeldingen van hetzelfde gebouw maakte.
Bijzonder aan de 'achterkant' is dat de typisch 17e eeuwse tuinaanleg is te zien.


De plaats van Sytzama State is met een rode pijl aangegeven.
Het lag halverwege aan de weg van Arum naar Kimswerd.




Printscreen van Googlemaps.
Hier is met een ronde stip de huidige plaats aangegeven, welke nu volledig met bomen is begroeid.


Militaire carrière
Al vroeg zal Rienck zijn militaire opleiding hebben gekregen, maar opvallend is dat hij op 9 september 1614 al werd aangesteld als kapitein over een compagnie waardgelders; een groep huursoldaten. Hetzelfde gebeurde op 14 maart 1622 bij een andere compagnie waardgelders.

Zijn echte officierscarrière begon echter toen hij op 24 mei 1621 tot vaandrig werd benoemd in de compagnie van hopman Jan Sageman uit Bolsward. In die stad komen we hem in 1625 nog tegen als Sageman daar garnizoen houd.
Op 1 juli 1625 werd hij luitenant in dezelfde compagnie, die nu echter onder leiding stond van kapitein Hessel van Aysma, omdat Jan Sageman op 28 april was overleden. Tegelijk werd Lodewijk van Harinxma overigens de nieuwe vaandrig.
Op 8 oktober 1632 overleed Rienck te Maastricht. Deze stad was na een dik twee maanden durend beleg op 22 augustus 1632 veroverd op de Spaansen. Hij heeft dus waarschijnlijk dit beleg meegemaakt. Zeker is dat er vijf Friese compagnieen aanwezig waren in het 'Friese' quartier, naast het kwartier van Johan Maurits van Nassau.
Op 12 oktober daaropvolgend werd Rienck begraven in één van de kerken in Maastricht. Welke is helaas niet bekend en ook zijn grafsteen is niet meer aanwezig.
printscreen  uit het 'Adelyk en aanzienelyk wapenboek' van Abraham Ferwerda uit 1760.



Familiewapen

Familiewapen Van Sytzama
(Stamboek van den Frieschen Adel)


Familieleden in het leger
  • zijn oomzegger Jarich Tjercks van Herema (1609-1661) was kapitein en majoor in het Staatse leger
  • zijn oomzegger Christoffel van Sytzama (1624-1665) was kapitein
  • zijn oomzegger Douwe van Sytzama (1620-1672) was kapitein
Heel veel latere leden van de familie Van Sytzama zijn officier in het Nederlandse leger geweest.
In 1814 richtte Johannes Galenus van Sytzama (1767-1839) een eigen regiment op, die nog steeds onder de naam voorbestaat: het Regiment Huzaren van Sytzama.
Vaandels
Niet bekend.
Compagnie nr. ?
* Rienck van Sytzama (*ong.1590 -
U1632)
* Luitenant van 1625-1632 in de compagnie van kapitein Jan Sageman

* Voorganger: ?
* Opvolger: ?
* Hoogste militaire functie: luitenant
* Woonplaats: Arum


Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van Friese compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.

Friese Nassause Regiment
Kapitein

Friese Nassause Regiment
Luitenant

  1. Rienck van Sytzama


Groninger Nassause Regiment
 
Kapitein
  1. Boiocko van der Wenghe
Hoogduitse Nassause Regiment
Kapitein

woensdag 19 juni 2019

Friese kapiteins (20) : Tiete van Galama


Friese kapiteins (20) : Tiete van Galama

In deze nieuwe serie worden de Friese kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e eeuw in het 'Friesche Nassause Regiment' dienden. Het is een lange rij van vooral adellijke officiers, van wie soms veel bekend is, maar soms ook praktisch niets. 


Achtergrond
De familie Galama is een (zeer) oude Friese adellijke familie.
Reeds in de 9e eeuw waren er Galama's in Friesland, maar hun feitelijke en bewezen stamreeks begint omstreeks 1400.
Tiete van Galama werd omstreeks 1600 geboren als zoon van Gale van Galama en Cnier van Hettinga.
Van 'vader' Gale weten we helaas niet zoveel, maar wel dat hij op Hoxwier State te Mantgum woonde.
Deze state kwam door het huwelijk van zijn overgrootvader Gale van Galama met Foeck van Hoxwier in het Galama bezit.

Hoxwier State te Mantgum, tekening uit 1722 door Jacobus Stellingwerf.


grafzerk in de kerk te Mantgum, van Seerp van Galama (1528-1581). 
Hij was watergeus en de grootvader van Tiete van Galama


Tiete huwde op 19 januari 1626 te Kampen met Bernadina (of: Berendina) van Ingen, dochter van de Kamper burgemeester Jurjen van Ingen en Elisabeth Buter.
Uit dit huwelijk werden zeven kinderen geboren: Cunera (1627), Jurjen (1629), Gale (1631), Gale (1633), Antonius (1636), Julius (1639) en Elizabeth (1640).
In de Broederkerk te Kampen zijn volgens de 'groefgelden' twee kinderen van kapitein Tiete van Galama begraven, in 1626 en 1632.
Op 31 januari 1669 overleed Tiete en werd hij volgens een bron in de kerk te Koudum begraven, bij de preekstoel.
Zijn grafsteen is helaas niet bewaard gebleven.
Zijn vrouw was al veel eerder overleden, namelijk op 21 oktober 1641 te Elburg en werd daar in de kerk begraven.
Dat Tiete niet alleen met militaire zaken bezig was, bewijst een dossier in het archief van Zwolle (HCO), waarbij hij in 1642 procedeert tegen ene Jacob Sperwer die in 1637 de havezate het Hogehuis te IJsselmuiden verkocht had.
Het schijnt tenslotte dat in de vroegere Ylostins te IJlst met wapens beschilderde ramen zijn geweest, waarschijnlijk dan die van het echtpaar Tiete en Bernardina.
Als dit juist is, dan zal dit wellicht het werk van zijn zoon Julius van Galama zijn geweest die in 1670 in IJlst huwde.

Militaire carrière
Tiete werd op 14 januari 1631 benoemd tot kapitein, als opvolger van Jacob Holtsappel, die ook wel 'Melander' werd genoemd.
Deze Jacob Melander, was graaf van Holtzappel en woonde later te Obergum op de borg 'Den Blauwborg'.
Of Tiete onder deze Jacob diende als officier, is helaas niet bekend.
Tiete zal een woning in Kampen hebben gehad, waar hij vanaf zijn huwelijk met zijn gezin woonde .
In 1627-1640 worden daar namelijk vijf van hun zeven kinderen geboren.
In 1633 zat hij met zijn compagnie in Maastricht, de stad die het jaar ervoor door het Staatse leger succesvol op de Spaansen was veroverd.
Hier werd in dat jaar zijn zoon Gale geboren.
In 1639 werd, wat minder ver van huis, in Deventer zijn zoon Julius geboren.
Helaas is niet bekend of Tiete van Galama tot aan zijn dood toe officier is gebleven.

Familiewapen

familiewapen Van Galama
(stamboek van den Frieschen Adel)


Familieleden in het leger
  • grootvader Seerp van Galama (1528-1581) was watergeus
  • zijn tante Teth van Galama, huwde kapitein Ernst van Mellinga (ong. 1560-1624)
  • zijn broer Seerp van Galama (ong. 1590-1625) was luitenant
  • zijn zus Hylck, huwde kapitein Reynolt van Inthiema (ong. 1590->1639)
  • zijn zoon Jurjen van Galama (1629-1658) was cornet en huwde met Armgart van Inthiema, dochter van kapitein Willem van Inthiema.
  • zijn zoon Gale van Galama (1633-1687) was kapitein en huwde met Helena de Sanderen Zur Burgh, dochter van kapitein Maximiliaan de Sanderen.
  • zijn zoon Julius van Galama (1639-1677) was kapitein en huwde met Sibilla Ayckema, dochter van kapitein Albert Ayckema.
  • zijn kleinzoon Gillis van Galama was kapitein
Vaandel
niet bekend

Compagnie nr. ?
* Tiete van Galama  (*ong. 1600-
U1669)
* Kapitein van 1631-<1669

* Voorganger: Jacob Melander, graaf van Holtzappfel
* Opvolger: ?
* Hoogste militaire functie: kapitein
* Woonplaats: Kampen
 


Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van Friese compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.
Tot nu verschenen in deze serie:

zaterdag 16 februari 2019

Friese kapiteins (2) : Adriaen Slijp


In deze nieuwe serie worden de Friese kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e eeuw in het 'Friesche Nassause Regiment' dienden. Het is een lange rij van vooral adellijke officiers, van wie soms veel bekend is, maar soms ook praktisch niets. 


Friese kapiteins (2) : Adriaen Slijp

Van Adriaen Slijp is de geboortedatum onbekend, maar dit zal omstreeks 1600 zijn geweest. In 1662 stelt hij in Sneek zijn testament op, vandaar dat hij vermoedelijk niet lang daarna zal zijn overleden. Een grafsteen is van hem helaas niet bekend, maar die zal er ongetwijfeld zijn geweest ergens in een Friese kerk, wellicht in Sneek.
Zijn ouders zijn hoogstwaarschijnlijk geweest Rogier Adriaensz. Slijp en Trijntje Stephansdr., die ook in Sneek woonachtig waren.
In 1621 deed hij belijdenis in Leeuwarden, dus zal hij daar toen zijn verblijf hebben gehad. Of hij toen al officier was is nog niet bekend, maar niet veel daarna zal hij vaandrig en luitenant zijn geweest. Op 25 februari 1624 volgde zijn belangrijke benoeming tot kapitein; een eigen compagnie! 
Hij volgde hierbij zijn vermoedelijke vader Rogier Slijp op, die daarvoor dus de kapitein van deze compagnie was. De officiële benoeming gebeurde echter door de gedeputeerde staten van Friesland.
In de jaren daarna verblijft hij op diverse plaatsen en schansen.
In 1624 in de Ommerschans en in 1626 gaat hij (met zijn compagnie) van Coevorden naar Weststellingwerf, waar een aantal schansen van de Friese waterlinie lagen.
In 1628 volgt een eervolle benoeming als commandeur van Hattem tijdens een spannende periode. In 1629 deed een Spaans leger van 6000 man een inval via de Veluwe en trokken o.a. op naar het stadje Hattem. Tot tweemaal toe werd een aanval afgeslagen en daarmee werd een vrije toegang tot Friesland succesvol tegengehouden.
Adriaan heeft hier dus blijkbaar goed werk verricht als commandeur.
In 1630 ligt zijn compagnie in garnizoen in Coevorden, die in de destijds als één van de sterkste vestingssteden van Europa bekend stond.
In 1633 loopt hij als kapitein mee in de lijkstatie van stadhouder Ernst Casimir ,die eind 1632 was omgekomen bij het beleg van Roermond.
Adriaen wordt in 1639 benoemd tot majoor van het (2e) Regiment Infanterie van het Friesch Nassause leger.
In 1640 is hij tijdelijk commandeur van Wesel, vlak over de Duitse grens. Hij krijgt daar echter ruzie met de Magistaat van de stad en als in mei de prins van Oranje dan een zekere Van Dieden erop af stuurt is Adriaan reeds vertrokken.
Toch lijdt zijn carrière er niet onder, want in 1646 wordt hij benoemd tot Luitenant-kolonel van het (2e) Regiment Infanterie. De 80-jarige oorlog zit er dan echter bijna op en daarmee komt Nederland eindelijk in rustiger vaarwater. In jaren 1654-1657 zal hij in garnizoen in Sneek hebben gelegen, omdat daar dan enkele soldaten van hem trouwen.

Limburgse tak Van Slijpe
In 1666 verwierf zijn halfbroer Isaac van Slijp, nog geboren in Sneek, het burgerschap van Maastricht en stichtte daar een Limburgse regententak. Isaac zijn benoemingsdatum als kapitein in het Friesch Nassaus Regiment is helaas niet bekend, maar in september 1658 werd hij opgevolgd door kapitein Hendrik de Sandra. Zijn opvolging was een logisch gevolg van zijn vertrek naar Limburg, waar hij datzelfde jaar luitenant-stadhouder van de heerlijkheid Land van Valkenburg werd. In 1684 stichtte Isaac in Maastricht het zogenaamde Hof van Slijpe, een heus stadspaleis. Hier zou zijn familie tot 1802 blijven wonen en nazaten bekleedden o.a. de functie van burgemeester van die stad.
In 1835 werd Jan Godard Johan Cornelis van Slijpe opgenomen in de Nederlandse adel. Zijn dochter Johanna stierf in 1879 en met haar stierf het adellijke geslacht helaas uit. Echter Jan van Slijpe had het voor elkaar gekregen dat zijn kleinzoon Karel Pichot van Slijpe de verheffing in de adelstand zou doorvoeren. Maar met het overlijden van zijn dochter jonkvrouw Cornelia Pichot van Slijpe in 1969 stierf ook dit geslacht uit.
Als bijzonderheid kan nog worden vermeld dat in Maastricht nog grafstenen staan bij de Walburgakerk, met o.a. die van Karel Pichot van Slijpe.
Tot slot hingen in het Hof van Slijpe enkele portretschilderingen uit 1750. Deze waren in opdracht van de van oorsprong uit Friesland afkomstige gouverneur Hobbe Essaias van Aylva geschilderd door Johann Valentin Tischbein. In 1975 werden ze helaas uit het stadspaleis gestolen.

Stadspaleis Hof van Slijpe te Maastricht


Familieleden in het leger
  • Rogier Adriaensz. Slijp (ong. 1565-<1634) was Fries kapitein en vermoedelijk de vader van Adriaen.
  • Jacob Rogiers Slijp (ong. 1600-1637?) was vermoedelijk een broer van Adriaen. Jacob was kapitein en later ook ingenieur.
    Hij huwde Auckien Adama, vermoedelijk een dochter van kapitein Johannes Fransen Adama.
  • Een dochter van Jacob Slijp, Catharina Slijp, huwde in 1646 met kapitein Jan Versteveren.
  • Een andere dochter van Jacob, Jaeckemijntje Slijp, huwde de officier Hessel Fopma.
  • Zijn vermoedelijke zus Barbara Slijp (ong. 1610-?) huwde kapitein Gerrit Adriaans van Hogeveen.
  • Dan was er nog een vermoedelijke halfbroer, Isaac van Slijp genaamd. Hij was tot 1658 waarschijnlijk kapitein in het Friese regiment.
Compagnie nr. 3
* Adriaen Slijp (*ong. 1600-1662?)

* Kapitein van 1624-1646

* Voorganger: Rogier Slijp
* Opvolger: onbekend
* Hoogste functie: luitenant-kolonel
* Woonplaats: Sneek

 
Meer informatie:www.andrebuwalda.nl
https://nl.wikipedia.org/wiki/Van_Slijpe
In het Nederlands Patriciaat van 1924 is een genealogie van de familie Van Slijpe opgenomen.


Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van Friese compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.


Zoeken in deze blog