vrijdag 27 september 2019

Groninger kapiteins (2) : Boiocko van der Wenghe


Groninger kapiteins (2) : Boiocko van der Wenghe

In deze serie worden de Groninger kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e eeuw in het 'Groninger Nassause Regiment' dienden.
Het is een lange rij van vooral adellijke officiers, van wie soms veel bekend is, maar soms ook praktisch niets. 


Achtergrond
Von der Wenge is een zeer oud Duits ridderlijk geslacht uit de omgeving van Westfalen.

Boiocko is een zoon van officier Caspar van der Wenge, die gehuwd was met Oede Onsta.
Dit echtpaar komt in 1609 voor als hoofdeling en vrouwe te Sauwerd op Onstaborg aldaar, omdat hun naam op de klok aldaar is vermeld.
Reeds in 1587 was hun borg echter door Spaanse soldaten echter grotendeels verwoest, waardoor het in 1628 nog steeds een ruïne was, waar een arbeider woonde.

Boiocko zijn voornaam bestaat eigenlijk uit twee losse namen: Boyo en Ocko, maar zal gemakshalve vaak zijn gecombineerd tot één naam.
In 1608 huwde hij Sophia Nagell von Plettenberg en hun zoon Philips Sigismund van der Wenge werd ook weer ritmeester in het leger.
Het geslacht Von Plettenberg behoorde tot de Duitse 'oeradel'.
Later schijnt hij opnieuw gehuwd te zijn geweest met een Barbara Cappel, waarvan ik geen verdere gegevens kon vinden.
Omstreeks 1628 is Boiocko eigenaar van de ruïneuze Onstaborg te Sauwerd.
Daarnaast verkreeg hij tevens de Onstaborg te Wetsinge van zijn oom en hier ging Boiocko dan ook logischerwijze wonen.
De Onstaborg te Wetsinge. (kaart van Beckering, 1781).

Lijkstatie Ernst Casimir
In 1633 is jonkheer Boiocko aanwezig bij de bijzetting van stadhouder Ernst Casimir te Leeuwarden en wordt daarbij dus prominent afgebeeld, waarbij hij de sporen van de stadhouder draagt.
Boiocko van der Wenghe bij de lijkstatie Ernst Casimir, 1633


Slag bij Hulst
Op 4 juli 1640 is hij als ritmeester aanwezig bij de Slag bij Hulst in Zeeuws Vlaanderen.
Deze stad was nog in Spaande handen en de Staatse troepen wilden de stad innemen.
De Friese stadhouder Hendrik Casimir I van Nassau-Dietz wilde een aanval uitvoeren op Fort Moerschans, maar de Spaansen bedachten een list. Door de trompetters verschillende melodies te laten spelen, dacht Hendrik dat er grote troepenmacht op de been was en vluchtte, terwijl er slechts een klein leger aanwezig was in de stad.
In opdracht van de ontstemde legeraanvoerder Frederik Hendrik werden er opnieuw aanvallen uitgevoerd op de vele forten rondom Hulst.
Hierbij sneuvelde stadhouder Hendrik Casimir I, samen met een aantal belangrijke officiers en manschappen.
Hieronder waren ook de twee Friese kapiteins Sybren van Walta en (gardekapitein) Everhard van Haren, de Groninger kapitein Dirck Alberda en dus 'onze' Boicoko van der Wenghe.
Familiewapen
Familiewapen Von der Wenge  (Duits genealogisch boek)
 
Familiewapen Wenge  (wapenboek Hesman)

Grafsteen
In de kerk van Wetsinge lag tot de afbraak in 1840 zijn grafsteen, waaronder Boiocko in een grafkelder was begraven.
Op de steen staat dat hij 25 juni is overleden, terwijl de Slag bij Hulst op 4 juli was.
Dit komt doordat Boiocko op 24 juni gewond raakte bij de slag en de dag erop overleed.
De datum op de zerk is echter de oude Juliaanse kalender terwijl we nu rekenen met de Gregoriaanse stijl, die 10 dagen later is.

Op de zerk staat ook vermeld dat hij overste der ruiterij was en daarnaast erfheer in Sauwert, Wetzinge, Stockumen Egermohlen.

Grafzerk Boiocko van der Wenghe.
Nu in het Groninger Museum, nadat de kerk van Wetsinge in 1840 werd afgebroken.


Oude tekening van der grafzerk van Boiocko van der Wenghe


Familieleden in het leger:
  • zijn vader Caspar van der Wenghe was officier in het Staatse leger
  • zijn zoon Philips Sigismund van der Wenge (ong. 1610-1648) was ook ritmeester
  • zijn kleinzoon Bojocco van der Wenge (?-1690) was een zwager van de beroemde kolonel Bernard Johan von Prott.
Vaandel
niet bekend
Compagnie nr. ?
* Boiocko van der Wenghe  (*1583-
U1640)
* Kapitein van ?-1640

* Voorganger: ?
* Opvolger: ?
* Hoogste militaire functie: ritmeester
* Woonplaats: Wetsinge
 


Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van de  compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.
Tot nu verschenen in deze serie:

woensdag 18 september 2019

Friese kapiteins (27) : Damas van Loo


Friese kapiteins (27) : Damas van Loo

In deze serie worden de Friese kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e eeuw in het 'Friesche Nassause Regiment' dienden. Het is een lange rij van vooral adellijke officiers, van wie soms veel bekend is, maar soms ook praktisch niets. 


Achtergrond
De familie Van Loo is een oude adellijke familie, afkomstig uit Dordrecht. Zij bekleedden daar belangrijke functies zoals landsadvocaat van de Staten van Holland.
In 1515 was een Albrecht van Loo Raadsheer bij het Hof van Friesland en hij was de stamvader van de Friese tak.
Op 27 februari 1605 werd Dammas van Loo gedoopt te Haarlem, als zoon van Arent van Loo en Hester van Aylva.
Zijn voornaam wordt later ook wel Damas, Dam(m)us of Adamus geschreven, maar Damas lijkt de meest gebruikte.

Doopakte Damas van Loo te Haarlem op 27-2-1605

Op 30 oktober 1642 huwde Damas in Utrecht met Cornelia van Abcoude van Meerthen. Zij was op 14 juli 1621 geboren te Wijk bij Duurstede als dochter van Johan van Abcoude van Meerthen, die maarschalk van Utrecht was.
Toen was een maarschalk geen militaire functie maar de hoogste rechterlijke, bestuurlijke en militaire ambtenaar onder de Bisschop van Utrecht.

Trouwakte Damas van Loo en Cornelia van Abcoude van Meerthen te Utrecht, 30-10-1642


Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren:

1. Philippus van Loo, gedoopt op 26-10-1645 te Leeuwarden
2. Anna Wendel van Loo, gedoopt op 13-10-1648 te Leeuwarden
3. Arent Jan van Loo, gedoopt op 31-3-1650 te Leeuwarden
4. Maria Cornelia van Loo, gedoopt op 5-4-1651 te Leeuwarden

Al op 25 augustus 1652 overleed zijn vrouw Cornelia te Leeuwarden.
In 1655 hertrouwde Damas met Doedt van Burmania, dochter van grietman Bocke van Burmania en Frau van Burmania
Zij was weduwe van Assuerus van Heuckelom.
In 1650 was hij eigenaar en bewoner van de oostelijke vleugel van de voormalige Papinga Stins te Leeuwarden.
In 1654 kocht hij Foppinga State te Dronrijp, waarvan nog een afbeelding bewaard is gebleven.
Waarschijnlijk hebben zij echter al die jaren in Leeuwarden gewoond, omdat na Damas zijn overlijden in 1666, Doedt van Burmania als lidtmaat te Dronrijp wordt ingeschreven. Vanaf toen zal ze dus op Foppinga State hebben gewoond, waar vanaf 1677 ook haar stiefzoon Arent Jan van Loo en zijn vrouw His van Aylva woonden.


Lidmatenboek Dronrijp: inschrijving op 11 mei 1666 van weduwe Doed van Burmania.


Foppinga State te Dronrijp. In 1723 getekend door J. Stellingwerf.
De woning was toen eigendom van Jets Maria Sirtema van Grovestins, weduwe van Arent Rutgers van Haersolte.


Heer van Hodenpijl
De familie Van Loo was enkele generaties lang 'Heer van Hodenpijl'.
Het huidige buurtschap Hodenpijl ligt in de provincie Zuid-Holland, tussen Schipluiden en Den Hoorn.
De toenmalige familie Hodenpijl had hier tot in de 14e eeuw een kasteel, die na verwoesting nooit meer werd opgebouwd.
Het Schoutambacht van Hodenpijl had 'oom' Albert van Loo via zijn moeder Maria van der Mijle geërfd.
'Vader' Arent van Loo (1559-1642) werd op 24 juni 1621 Ambachtsheer van Hodenpijl, nadat die zijn broer Albert was overleden.
Hij kreeg hierbij 'hulde' van een Job Dammas van Slingelandt uit Dordrecht, een uiterst invloedrijke familie.
In de 15e eeuw was de familie Van der Mijle al verwant aan deze Slingelandts, want de opvallende voornaam Dammas komt dan ook reeds voor in de genealogie Van der Mijle.

Militaire carrière
In 1630 was hij hofjonker van stadhouder Ernst Casimir en op 15 juli 1631 werd hij de eerste kapitein-luitenant van de toen opgerichte Friese Garde.
In 1633 legde Damas de eed van kapitein af, maar pas op 25 juni 1636 kreeg hij zijn eigen compagnie toen hij kapitein Hessel Hotzes van Aysma opvolgde.
In 1642 was hij volgens zijn trouwakte Commandeur van de Langackerschans in Groningen, een functie die meestal aan kapitein werd gegund en doorgaans voor drie jaar was.
Op 10 april 1645 werd hij majoor, waarbij hij Menno Houwerda van Meckema opvolgde.
Op 3 april 1648 werd hij benoemd als Luitenant-Kolonel (overste) van het Friese regiment, waarbij hij Michael Potter opvolgde.
In 1654 schreef de Friese Stadhouder Willem Frederik een brief aan luitenant-kolonel Damas van Loo, die nog in het Koninklijk archief bewaard wordt.
Hij werd na zijn overlijden opgevolgd door kapitein Oene van Teyens.

Lijkstatie Ernst Casimir
De Friese stadhouder Ernst Casimir overleed bij Roermond in juni 1632. Zijn bijzetting in de Grote Kerk van Leeuwarden was pas in januari 1633 daaropvolgend. Deze zogenaamde lijkstatie is destijds prachtig nagetekend, waarbij ook alle aanwezigen vermeld werden.
Hieruit blijkt dat Damas van Loo kapitein was van de gardecompagnie, de 'elite compagnie' van de stadhouder.
Verder liepen ook zijn vader Arent van Loo 'Heer van Hoden-Pijl' en zijn jongere broer, luitenant Arent van Loo, mee in deze lijkstatie.

Doen nu alles ghereet was, begost de Guarde van w. Sijn Genade, die in den rou waer, met om-gekeert ende sleypende Geweer, heel langhsaem ende truyrich te marcheren; wordende geleydet door Jr. Damas van Loo, sijnen Capiteyn Lieutenant; daer, onder anderen, d'ontwondene Rou-Vaendel van swart Armozijn, (die door den Vaendrich Jr. Evert van Haren, langs de Aerde heel droevich door de slijck gesleypt wierde) menige Aenschouwers de Tranen uyt d'Ooghen dede barsten.

Lijkstatie Ernst Casimir januari 1633,
Detail van de Friese Garde met Jhr. Damas van Loo in het midden op de voorgrond.


Familiewapen
Familiewapen Van Loo
(Stamboek van den Frieschen Adel)

Rouwbord
Op de site van de overleden Simon Wierstra, wordt melding gemaakt van het rouwbord van Damas van Loo. Het zou zich bevinden in het archiefdepot van het hoofdkantoor van de Rabobank.
Uit de foto op de site blijkt dat zijn zestien kwartierwapens erop zijn afgebeeld.

Rouwbord van Damas van Loo
(archiefdepot Rabobank Nederland).

Familieleden in het leger
  • Zijn broer Boudewijn van Loo (ong. 1600-1647/1648) was kapitein
  • Zijn broer Gerrit van Loo (ong. 1610-1645) was kapitein
  • Zijn broer Arent van Loo (Ong. 1610->1656) was kapitein
  • Zijn zwager Ernst van Aylva (ong. 1620-1665), gehuwd met Jacomine van Loo, was kapitein
  • Zijn zwager Douwe van Burmania (ong. 1610-1633) was luitenant onder luitenant-kolonel Schelte van Aysma
  • Zijn zwager Poppe van Burmania (ong. 1610-1638) was kapitein, sergeant-majoor
  • Zijn zwager Poppe Martijn van Andreae (1615-1645) was kapitein

Vaandel
niet bekend

Compagnie nr. 6
* Damas van Loo (*1605 -
U1666)
* Kapitein van 1636-1666

* Voorganger: Hessel Hotzes van Aysma
* Opvolger: Oene Teyens
* Hoogste militaire functie: luitenant-kolonel
* Woonplaats: Dronrijp, Leeuwarden
 


Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van Friese compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.
Tot nu verschenen in deze serie:

Groninger Nassause Regiment

donderdag 12 september 2019

Groninger kapiteins (1) : Caspar van Ewsum


Groninger kapiteins (1) : Caspar van Ewsum

In deze serie worden de Groninger kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e eeuw in het 'Groninger Nassause Regiment' dienden.
Het is een lange rij van vooral adellijke officiers, van wie soms veel bekend is, maar soms ook praktisch niets. 


Achtergrond
Casper van Ewsum zag vier jaar voor het begin van de Nederlandse Opstand het levenslicht. Hij stamde uit een vooraanstaand adellijk geslacht dat veel bezittingen en invloed in de Groninger Ommelanden had. Het stamslot Ewsum was al sinds de 14e eeuw gelegen in Middelstum ten noordoosten van de stad Groningen. Later werden aan het familiebezit ook andere kastelen en landgoederen toegevoegd. In 1556 erfde Caspers vader Wigbold II de borg Nienoord, oom Johan de havezathe Mensinge en borg Ewsum en kreeg oom Christoffel de borg Mathenesse bij het dorp Mensingeweer in zijn bezit.

't Huis de Nyenoort tot Midwolde.


Binnen de familie Van Ewsum dienden talloze telgen als militair. Deze traditie begon al vroeg en is terug te voeren naar de Middeleeuwen. Op zoek naar militair avontuur begaven de broers Onno, Hidde en Johan van Ewsum zich in 1535 op weg naar Münster om daar de Wederdopers te bestrijden die de stad hadden ingenomen. De ketters werden verslagen maar Onno liet hierbij het leven. Ruim tien jaar later trokken de andere twee broers in het leger van Karel V ten strijde tegen de Duitse protestantse vorsten gedurende de Schmalkadische oorlog (1546-1547). Hidde komt hierbij te overlijden en Johan overleeft het ternauwernood. Bij het uitbreken van de Nederlandse Opstand lijken de broers minder enthousiast en houden zich op de achtergrond. In 1581 werd echter één van de jongste broers, Wigbold II, door niemand minder dan Willem van Oranje als kolonel aangesteld. Hij bestreed de Spanjaarden in de Groningse Ommelanden en veroverde in 1584 succesvol de schans Oterdum. Helaas stierf hij, net als zijn zoon Melchior, aan de verwondingen die hij had opgelopen tijdens dit beleg.   

Wigbold II van Ewsum, Groninger archieven  


Zijn andere zoon Casper zou kort daarop het stokje overnemen en werd in 1586 als kapitein binnen het Nassause regiment van Willem Lodewijk van Nassau aangesteld. De pas 18-jarige officier deed zijn best en moet een goede vertrouwensband met zijn bevelhebber Willem Lodewijk hebben opgebouwd. Al drie jaar later vertrouwde de Friese stadhouder na de verovering van de schans Soltcamp deze aan Van Ewsum toe. In 1591 werd de vesting Delfzijl ingenomen en bij de aanleg van nieuwe vestingwerken fungeerde Casper namens Willem Lodewijk als militair toezichthouder. Een jaar later werd de strategische vesting Coevorden veroverd en Casper als commandeur aangesteld. Hij zou deze functie jarenlang succesvol vervullen en wist zelfs het Spaanse beleg van 1593 met succes af te slaan. Hij sloeg een lucratief aanbod van de Spaanse bevelhebber Verdugo af en vernietigde een door de Spanjaarden aangelegde weg door het veen nabij Schoonebeek. Beetje bij beetje wist het Nassause regiment het noorden op de Spanjaarden te veroveren. De kroon op het werk van Willem Lodewijk was de verovering van de stad Groningen in 1594. Ook Casper had veel baat bij het verdrijven van de Spanjaarden. Lange tijd waren zijn familiebezittingen in vijandelijke handen. Nu het gehele noorden bevrijd was en weer tot de opstandige gewesten behoorden, werd op kosten van de stad Groningen en de Ommelanden een een nieuw regiment opgericht. Dit Groninger regiment zou voortaan naast het Friese regiment binnen de Nassause regimenten van Willem Lodewijk dienst doen. De oprichting van het regiment bood nieuwe kansen voor Casper. Als Groninger verliet hij de Friese dienst en kreeg promotie tot luitenant-kolonel binnen het Groninger regiment. Ook werd hij door Willem Lodewijk voorgedragen als drost van Drenthe maar vanwege Drentse tegenwerking kon hij deze functie pas vanaf 1599 gaan vervullen.
In 1600 trouwde Casper met Anna van der Does (1572-1626). Anna was afkomstig uit een adellijk Leids geslacht en vader Jan van der Does (1545-1604) speelde als bevelhebber een belangrijke rol tijdens het beleg en het ontzet van Leiden in 1574. Gezien het feit dat Caspers zus, Anna van Ewsum, een jaar later in de echt verbonden werd met Steven van der Does is het niet onwaarschijnlijk dat beide families elkaar al langere tijd kenden. Casper en Anna woonden op borg Nienoord maar kochten in 1607 een hof en zomerhuis in de Turftorenstraat in Groningen.

Anna van der Does, detail familieportret, Lakenhal Leiden S9

           
Militaire carrière
Als militair nam Casper deel aan tal van wapenfeiten waaronder de beroemde veldslag bij Nieuwpoort in 1600 en het succesvolle beleg van Groenlo in 1627. In 1631 vond een reorganisatie binnen de Nassause regimenten plaats. Sinds 1595 bestond dit noordelijke leger uit een Fries en Groninger regiment met elk een luitenant-kolonel aan het hoofd. De stadhouder voerde als kolonel van ieder regiment het opperbevel. Vanaf 1631 kwam er een nieuw Fries regiment bij en werden adellijke officieren voortaan als kolonel benoemd. Casper van Ewsum werd kolonel van het Groninger regiment, Jacob van Roussel en Ids van Eminga vervulden deze functie binnen de beide Friese regimenten. In 1639 stierf Casper van Ewsum op 71-jarige leeftijd. Een hoge leeftijd die voor maar weinig militairen gedurende de Tachtigjarige Oorlog was weggelegd.

Familiewapen
Rouwbord van Casper van Ewsum, 1639, kerk Midwolde


Familieleden in het leger:
  • Ooms Johan, Hidde en Onno van Ewsum vochten in het leger van Karel V tegen de Wederdopers in Münster (1534) en in de Schmalkadische Oorlog (1546-1547). Bij de eerste gevechten sneuvelde Onno en bij de tweede oorlog broer Hidde.
  • Zijn vader Wigbold II was kolonel van zes compagnieën in de periode 1581-1584. Hij sneuvelde in 1584 bij de verovering van de schans van Oterdum. Hij ontving zijn aanstelling van Willem van Oranje.
  • Zijn broer Melchior van Ewsum sneuvelde samen met zijn vader bij de slag bij Oterdum in 1584.
  • Zijn broer Balthasar van Ewsum werd in 1595 aangesteld als kapitein maar is voor 1600 overleden.
  • Zijn zoon Jan/ Johan van Ewsum werd in 1625 op voorspraak van zijn vader tot kapitein benoemd. Hij overleed in 1633.
  • Nicht Susanna van Ewsum was gehuwd met kapitein Jacques de Chalency
  • Christoffer van Ewsum (zoon of neef?) was vaandrig in de compagnie van Casper maar overleed in 1621.
  • Neef Lolle van Ewsum (zoon van oom Johan) volgde Christoffer als vaandrig op en was in 1627 luitenant. Hij diende in 1628 korte tijd in Deense dienst in Oost-Friesland, mogelijk onder de overste Frans van Roussel (zie blog 5). Volgens de gegevens diende hij ook binnen de compagnieën van Willem Lodewijk en Anthonius Polman. Hij is in 1629 overleden.
  • Zijn neef Tiete van Ewsum was vaandrig in de compagnie Clant en later luitenant. Hij is echter zelf het leger uitgegaan.
  • Neef Aepco van Ewsum was katholiek en bleef Spaansgezind. Hij huwde met de dochter van luitenant de Mepsche die in de periode 1580-1594 voor de stad Groningen in Spaanse dienst streed.
  • Een andere Jan van Ewsum was luitenant gedurende de periode 1631-1636.
  • Een George van Ewsum was van ca. 1626-1629 kapitein.

Vaandel
niet bekend
Compagnie nr. ?
* Caspar van Ewsum  (*1564-
U1639)
* Kapitein van 1568-1639

* Voorganger: ?
* Opvolger: ?
* Hoogste militaire functie: kolonel
* Woonplaats: Leek
 


Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van de  compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.
Tot nu verschenen in deze serie:
Friese Nassause Regiment

Groninger Nassause Regiment

vrijdag 6 september 2019

Friese kapiteins (26) : Epe van Heemstra


Friese kapiteins (26) : Epe van Heemstra

In deze nieuwe serie worden de Friese kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e eeuw in het 'Friesche Nassause Regiment' dienden. Het is een lange rij van vooral adellijke officiers, van wie soms veel bekend is, maar soms ook praktisch niets. 


Achtergrond
De familie Heemstra, die voor de verandering eens niet is uitgestorven, behoort tot de oude Friese adel en heeft veel officieren voortgebracht.
Epe van Heemstra werd in 1575 geboren, waarschijnlijk op Heemstra State in Oenkerk.
Daar woonden zijn ouders Feije van Heemstra, die grietman van Tietjerksteradeel was en Tjets van Sippens.

Heemstra State te Oenkerk (tekening J. Stellingwerf, 1721)
In dat jaar was het verre familielid Feie van Heemstra nog steeds eigenaar van het familieslot. 


Op 19 augustus 1603 huwde Epe met zijn volle nicht Ebel van Heemstra.
Zij was afkomstig van Kimswerd in de toenmalige grietenij Wonseradeel en was een dochter van Taecke van Heemstra en Jelts van Bonga.
Ebel haar ouders woonden na hun huwelijk eerst op Bonga State te Kimswerd, maar verhuisden later naar IJntzema State eveneens in Kimswerd.
Dat was waarschijnlijk toen haar stiefbroer Sybrant van Bonga het stamslot betrok.
Aangezien zowel Epe als Ebel in Kimswerd zijn begraven, is het waarschijnlijk dat zij in dat dorp hebben gewoond.
Dan lijkt het voor de hand liggend dat ze evenals haar ouders op Heemstra State woonden, die groot genoeg zal zijn geweest voor twee gezinnen.
Verder was Epe als officier veel van huis, waardoor Ebel mooi bij haar ouders kon verpozen.
Er is één dochter bekend uit hun huwelijk, namelijk Ydt of Yda van Heemstra, geboren in 1604. Zij huwde in 1623 met Johannes van Tiara, die vaandrig onder kapitein Johannes Fransen Adama was.
Zowel Epe als Ebel overleden op zeer jonge leeftijd. Epe reeds op 24 december 1611 en Ebel op 9 november 1607 op 24-jarige leeftijd.

Militaire carrière
Helaas hebben we weinig gegevens van Epe zijn militaire carrière. Hij werd op 3 juni 1606 gekozen tot hopman, dus kapitein.
Daarvoor zal hij de gebruikelijke functies van vaandrig en luitenant vervuld hebben, maar we weten niet bij welke compagnie.
Omdat hij slechts zo'n 5 jaar kapitein was en deze periode ook nog deels in het 12-jarige bestand viel, zal hij ook minder hebben meegemaakt qua oorlogshandelingen.
Volgens Kimswerd kenner Reinder Politiek was hij kapitein van een eenheid ruiters onder stadhouder Willem Lodewijk en was hij in 1594 bij Zoutkamp en in 1600 bij de Slag bij Nieuwpoort.
Volgens Politiek is Epe op het slagveld omgekomen, maar de bron hiervoor is niet bekend.

Familiewapen
Familiewapen Van Heemstra (Stamboek van den Frieschen Adel).



Grafzerk

In de Hervormde kerk van Kimswerd ligt de werkelijk schitterende grafzerk van Epe en Ebel van Heemstra, gemaakt in 1614 door de Harlinger hardsteenhouwer Jacob Lous (Forssenburg). Op dezelfde steen staan nog de namen van hun dochter Yda van Heemstra (1575-1611) en die haar dochter Yda van Tiara (1634-1694).
Opvallend genoeg is aan de steen niet te herleiden dat het hier om een officier gaat. Meestal staat er dan 'manhaften' voor de naam, maar hier staat dus 'eerentpheste'.
Ook staan er geen militaire attributen afgebeeld op de zerk.
Bijzonder is dat de steen een toegankelijke grafkelder afdekt. In deze kelder liggen echter alleen de drie skeletten van Ebel, Yda en Yda van Tiara.
Waar het skelet van 'onze' Epe van Heemstra is gebleven is een raadsel.
De kelder wordt nog ieder jaar geïnspecteerd door de voogden van het Diaconale Weeshuis van Franeker, precies zoals Yda van Tiara het in haar testament had bepaald.



De tekst op de zerk is als volgt:
Iacob 1614 Lous

Ao 1611 de 24 dece sterf de eedele eerentpheste io Epo va Hemstra olt 36 iaer alhier begraven

Ao 1607 de 9 novebr sterf die edele eerbare iuffr Ebel va Hemstra Epo va Hemstra zijn wyf out 24 iaer

Ao 1650 de 15en augustii sterf de wel eedele iuffrou Yda va Hemstra 2de dogr va ioncr Epo van Hemstra alhier begraven

Den 12 iannuarius 1694 is inden heere ontslaepen de eerwaarde deughdrycke juffrou Yda van Tiaare oud ontrent 60 jaeren en is hier begraven

I.L.

Hora monet mortis nemo sibi fidat ut idem
Sit iuvenis moritur aem vocal hora famen
Exemplo sumus integri florentibus annis
Rapti sub saxo nunc duo nos tegimur



Epitaaf
In dezelfde kerk in Kimswerd hangt ook nog een houten epitaaf, welke het leven en overlijden van Epe beschrijft in het latijn.
De tekst is als volgt:

Epicedium

In obitum Nobilitate, strenuitate, virtue, & fide
Excellentissimi viri, D. Eponis ab Hemstra
Nobilissimie & amplissimi viri d
Feijonis ab Hemstra, greetmanni
in Tzietiercksteradeel F.

Tempore, quo Frisiis stabat feralis Enyo,
Emicuit virtus noblis Epo Hemstra tua.
Officiis, vixilliferique, vicari &, deinde tribuni,
Militiaeve ducis, famigeratus eras.
Proque focis patriis, proque aris vindice marte,
Certabas Magna dexteritate pugil.
Judicio Hemstraei paret Tzietierxeradela,
Feijonis, cujus filius ipsus eras.

Mille ierant anni & sexcenti, quis trieteris.
Additur, octobris luxque secunda fuit,
Cum pia conjugio conjungitur ebela ab Hemstra
Quae patruo Hemstaeo nata Tacone fuit
Millenus Denus sextus centesimus annus,
Fluxit & undenus, luxque decembris erat.
Vicena & quarta: hanc Christi cunabula signant.
Annis trigante sex tibi vita stetit.
Aedibus in patris Lachesis cum stamina rupit,
Et jussit gelidae mortis adire domos.
Exieratque annus millesimus & duodenus,
Supra sexcentos, horaq noctis erat.

Jam decima octava luce incedebat & ipse,
Martius, atque suum conficiebat iter.
Mortuus huic tumbae quando est illatus, & hocce
Sub saxo uxoris prolis & ossa tenet.
Judiciiq die cum prole & conjuge inoptat
Surgere humo vitae compos & esse polo



De volledige vertaling is nog niet beschikbaar, maar in het lijvige boek van Reinder Politiek "De Laurentiuskerk van Kimswerd, een pronkstuk" staat het volgende:

p.202:
"De grote vraag blijft: waar is Epo van Heemstra gebleven. In zijn Epicedium, zijn levensverhaal, dat op een bord rechts van de familiebank hangt , staat duidelijk geschreven, dat hij op 18 maart 1612 in het familiegraf naast zijn vrouw en kind in de grafkelder is ingelaten. Vreemd is wel dat hij al op 24 december 1611 stierf. Wat is er in werkelijkheid met hem in de tussentijd gebeurd? Zij zijn bijna drie maanden met hem onderweg geweest. In die tijd een grote opgaaf! Evenwel, vermeldt Ida [van Tiara (RM)] in haar testament, dat zij na haar dood naast haar moeder en grootmoeder wil liggen! Dus toen was Epo al niet meer in de grafkelder aanwezig. Zijn grafkist is hier wel gekomen, maar is het wel zeker dat zijn lichaam daarin lag? Dat zal voor ons altijd wel een mysterie blijven."


Politiek beschikt dus over de vertaling en vermeld dat Epo zo'n drie maanden later werd bijgezet. Onmogelijk is dit niet, omdat het verhaal gaat dat Epo overleden in de strijd is overleden. Wellicht bevond hij zich destijds ver weg van Kimswerd, waardoor het terugbrengen van lichamen veel tijd en moeite in beslag nam. Zo zat er tussen overlijden en bijzetting van de Friese stadhouder een half jaar!
En dat Ida van Tiara in haar testament vermeld dat ze bij haar moeder en grootmoeder wil liggen, zegt m.i. nog niet dat Epe daar toen al niet meer aanwezig was. Feit is wel dat zijn restanten er inderdaad nu niet meer liggen.



Familieleden in het leger
  • Ebel haar oom Ulbe van Heemstra (ong. 1550->1588) was officier en werd gevangen genomen bij de Slag bij Boksum in 1586.
  • Epe zijn neef Johannes van Heemstra (>1581->1625) was kapitein
  • Epe zijn neef Feye van Heemstra (1606-1636) was luitenant
  • De zoon van bovengenoemde Feye, Feye Feyes van Heemstra (1630-1690), was kapitein en kolonel.
    Hij huwde Tjits van Aysma, dochter van kolonel Schelte van Aysma.
  • De schoonzoon van Epe en Ebel, Johannes van Tiara (ong. 1600-1636) was vaandrig.
Vaandel
niet bekend

Compagnie nr. ?
* Epe van Heemstra (*1575 -
U1611)
* Kapitein van 1601-1611

* Voorganger: ?
* Opvolger: ?
* Hoogste militaire functie: kapitein
* Woonplaats: Kimswerd
 


Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van Friese compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.

Zoeken in deze blog