In 1684 is er een heuse rechtzaak voor het Hof van Friesland te Leeuwarden, over iets waar we ons vandaag de dag niets meer van kunnen voorstellen.
Kolonel Watze van Burmania (1631-1691) was afkomstig van Stiens, waar hij met zijn ouders op Burmania State woonde. Na zijn huwelijk met Helena van Botnia in 1671 verhuisde hij naar de belangrijke Mammema State te Jellum, waar zij al woonachtig was met haar vorige man Douwe Aylva van Loo. In de akte als 'suppliant' genoemd; dit is een indiener van een verzoekschrift.
Hij heeft ruzie met Johan van Burum (1632-1708), 'residerende tot Stiens' op Mellinga State aldaar, in de akte 'rescribent' genoemd, wat 'wederpartij' betekent.
Hij is mede-eigenaar van de legerstede en grafkelder, samen met de kinderen van zijn overleden broer Upcke van Burmania (1629-1673), in leven grietman over Wonseradeel.
De advocaat van Van Burum meldt nog wel even fijntjes op dat 'gelijck enige Heren van den Rade des rescriben in gradu prohibito bestaende', dat wil zeggen dat ze familie waren.
Deze moesten 'van 't voteren in desen sullen moeten onthouden', dus ze mochten dan niet meestemmen.
Ook blijkt raadsheer Assuerus van Grovestins (1632-1699), eerste en voorzittende Raedt Ordinaris van het Hof van Friesland, 'een volle susterling over de kinderen van welgedachte heere Upcke van Burmania moeders wegen' te zijn. Dit klopt, want zijn vrouw Catharina van Cammingha was een volle nicht van Assuerus van Grovestins!
Alle stukken gaan telkens over het een nieuwe herenbank die Johan van Burum in 1684 in de kerk van Stiens heeft laten plaatsen. Hij woonde toen op Mellinga State te Stiens, waarvan helaas geen afbeelding bekend is. De state heeft mogelijk niet heel lang bestaan, want in 1740 zou de state al afgebroken zijn.
Tot nu toe was nog niet bekend voor wie deze herenbank was, die nog steeds in het koor staat (!). Het is nu dus duidelijk dat het de herenbank voor Johan van Burum gemaakt is in 1684. De maten zijn volgens de akte 12 voet breed en 3,5 voet diep. Een voet is bijna 30 cm, dus de maten zijn 3,60m x 1,05m. Waarschijnlijk is later dan het voorste gedeelte van deze herenbank er later bijgevoegd.
Watze van Burmania heet grote bezwaren tegen de plaats van deze herenbank, die volgens hem veel te dicht op zijn grafkelder komt te staan.
Er gaan verklaringen over en weer en het koor wordt geheel opgemeten om te bepalen wie er gelijk heeft. Uiteindelijk verliest Burmania de zaak en de bank wordt gewoon geplaatst in het koor, dan tegen de noordmuur.
![]() |
Herenbank in het koor van de kerk van Stiens. Dit is de bewuste Van Burum herenbank uit 1684, waar de hele kwestie om gaat. |
Brief van Johan van Burum (rescribent=wederpartij) aan Watze van Burmania (suppliant=eiser)
[Pagina 1]
Aen den Hove van Frieslant
Rescriberende op den annexen Requeste
op de name van de Heere Colonel Watse
van Burmania U. Ed. Mog. geprae-
senteert, secht tot voldoeninge van
den marginale appointemente van
den 24 en November 1684 dogh den
29 dito ontrent den noen eerst overge-
bracht, ende den rescribent ter
handen gestelt, met schuldigheyt de
Heere Johan van Burum, residerende
tot Stiens, dat U Ed: Mog: in ante-
cessum gelieven voor genotificeert,
dat de saecke in questie, beneffens den
Heere suppliant mede concerneert
als mede eijgenaars van naegemelte
legersteden, des selfs [suoteren?], ende
de naegelatene kinderen van W: de Heer
Upco van Burmania, in leven Griet-
man over Wonseradeel, bij vrouw
Catharina van Camminga in echte
getogen, ten eynde gelijck enige
Heren van den Rade des rescriberen
in gradu prohibito bestaende, hun
Ed: Mog: van 't voteren in desen sullen
moeten onthouden, oock alsoo die Heren
welcke insgelijks ijemandt van
vorengemelte geinteresseerde in soda-
nigen grade bestaen, ende met namen
[Pagina 2]
mede de Ed: Mog: Heere Assuerus van
Grovestins eerste en voorsittende Raed
ordinaris in desen hove, als sijnde volle
susterling over de kinders van welge-
dachte Here Upcke van Burmania
moeders wegen, van 't adviseren ende
concluderen in partijen, quaestie, volgens
de instructie mach worden geexcuseert
sulxx onderdanighlijck, salva in alys Nobi-
lissimi Domini Reverentia, bij desen
versoeckende.
Welx gepraemitteert dient ten princi-
palen, dat de Here Rescribent
onder den dorpe Stiens, soo in eygener
name als nomine liberorum met vastig-
heden begoedight sijnde, ende aldaer
sijn ordinaris residentie houdende, nae
het exempel van verscheijdene andere
begoedigde ingesetenen alhier ende
elders ende selfs van de Here Suppliant
Cum Soc: genegensheijt hebbende
omme van een vaste ende ordinaere plaet-
se in de kercke van voorsn dorpe
tot het gehoor van des heeren
vercondighd wordende woort voorsien te
sijn, sulx den Here Laes van Bur-
mania als Grietman ende oficier
vant Quartier, ende de mede kerck-
[Pagina 3]
voogd Sierck Tania old schepen
ende vroedschap van Leeuwarden, sampt
Dus: Pierius Stellingwerf praedicant
aldaer op een behoorlijcke wijse
heeft te kennen gegeven, welcke
nae genomene oculaire inspectie
ende verdere nodige Informatie al-
voor enige weecken den rescribent
hebben geconsenteert, omme tot
sijn Ed: dienst int begin vant choor
van de vorsn kercke tegen aen de
Noorder muijre, alwaer des Rescri-
bents kinderen, ende die vorders van
des selfs familie sijn langen tijt al-
rede haere stoelen ende sitplaetsen
hadden gehadt ende genoten, in
plaetse van dien te mogen setten
ee gestoelte langh twaleff voeten
en wijd off breed ruijm 3,5 voet; de
rescribent heeft op dit becomen
consent een gestoelte van voorsn
lenghte ende wijte laeten maecken
ende ter aengewesene ende vorens
geoccupeerde ende langh gebruijckt
plaetse doen setten, ende t eenemael
[voltvijen] ende opmaecen wel acht
dagen voor de Insinuatie van de Heren
Suppliant Requeste geannexeert
waer door niemandt van de inge-
setenen ofte gemeente van voorsn.
[Pagina 4]
dorpe int gehoor ende bequame plaetsing
eenige verhinderinge wordt toegebracht
Nogh oock de Heere Suppliant cum Socijs
eenige de minste praejudicie, aengedaen
want wat aenbelanght des selffs
gepreaetexeerde redenen van beswaer-
nisse ten Requeste ende daer ge-
allegeerde Insinuatie gedacht-
de selve sijn van geene de minste
consideratie, de Heere Suppliant seit
dat des heren Rescribent gestoelte
is geplaetst op ende benefens sijn
leger of Graffsteden, ende dat
sijn Ed; daer door in het gebruijck
ende vrije possessie van de selve sijn
Graffsteden seer wordt geincom-
modeert ende geturbeert, dat
des Heeren Rescribents gestoelte
niet soude mogen worden geset be-
neffens des Suppliant : Leger o
Graeffsteden, is soo frivool te sustineren
dat het sigh selve resulteert, dat
des Rescribents gestoelte soude sijn
geset op des Heren Suppliant : cum
soc: Graeff off legersteden, wordt
express ontkent, doch posito Sedmissi-
me concesso , des Rescribents gestoelt-
te ware geset op een plaetse
waer onder des Suppliant : cum soc:
kelder o Graffsteden souden
mogen comen, wat incommoditeyt
[Pagina 5]
soude de Here Suppliant : daer door lijden
ende wat turbe soude sijn Ed: daer
door worden toegebracht int gebruijck
ende vrije possessie sijner graffsteden;
De Graffsteden in de kercken sijn
ende worden alleen aen particuliere
toegestaen om daer in de de doode
lichamen te begraven, ende ander
gebruijck hebben de selwe niet, de
here Rescribent heet noijt gedachte
gehadt, veel min eenige actie ondernomen
waer door hij des Heren Suppliant :
cum socijs legerplaetsen in voegen
voorsn: soude saecken te gebruijcken
enden Suppliant daer in te turberen
dogh het verdere wort boven den
saecken ender Graffsteden is in aedibus
Sacris, quce jure civili nullius in bonis
sunt 1.8 Inst: de RD. et ideo quasi
nostra vindicari non possunt L 23.?
I.FF de Rei vind: moribusque hodiernis
non ad Lingulos sed ad res. universitatis
pertinent, is tot den Godtsdienst
gedestinieert, om welcke Ritu Chri-
tiano te verrichten tot behoorlijcke
receptie ende plaetsinge van den
gemeente ende andere toehoorders
bancken, gestoelten ende sitplaetsen
verijst worden; waer souden die geset
worden, indien men op ende nefens
den graffsteden aen eenige particulieren
[Pagina 6]
tot haere Sepulturen toegestaen niet en
soude mogen comen ende sitten, indien
des Heren Suppliant : praesupoort soude
gepraectiseert worden, waer souden
die personen blijven, welcke geenen
graeffsplaetsen in de kercke hebben,
Off die al eene graff hebbende,
Echter van groter familie sijn,
als die plaetse can bevangen, waer
souden die haer onthouden, welcke graff-
steden alrede door andere met gestoel-
te beset sijn, off souden alle de sooda-
nige geene sitplaetsen in de kercke
mogen genieten, als bij consent van
die gene die enige opene of met
stoelen en bancken onbesette graffsteden
hebben? Nihil absurdius cogitari potest
de kercken voort geheel ende ten
deese niet en sijn in domino singulorum
ende de constante practijcke van
ns alle dachc, dat in de selven
voo publijcke ende private personen
sampt voorr die van 't corpus der
gemeente sijn, door die van de
policie dr plaetse, ende die vor-
ders den universiteijt , tot welcken
eerst ende onderhant de kercke is
sijn ende worden opgericht, soo
[Pagina 7]
ende als de selve tot meesten oirbare
mit, ende ordre in Godes kercke
bevinden te behooren sonder saer in
eenichsins te considereren de eijgenaren
der Graffsteden, op welcke de
voorsn plaetsinge der gestoelten
geschiet, uijt alleen welkcen onwe-
derspreeckelijck volght dat de
Heere Suppliant: niet tegenstaende
sijn Ed: Graffplaets leyt int choor
van de Stienser kercke, aen het
selve choor, wel een dardepart
van de geheele gehoor, plaetse uyt-
Maeckende geen eijgendom [...]
ende stoelen worden geordonneert
tot accomodatie van de toehoor-
ders gelijck sulx oock al voor
jaren is gedaen en noch afective
buijten eenige contradictie van
de Here. Suppliant: geschiet twelke
daer en boven tusschen de Heere Suppliant:
cum socijs ende den Here Rescribent
soo veel te meer plaetse soude
moeten hebben, door die der Hren:
Suppliant: ample ende spatiens ge-
stoelte int beste van de kercke is
geplaest op andere luijden ende voor
een groot gedeelte oockk op de
Graffsteden van de Rescribent
die imemrs uyt dien hooffde alleen
[Pagina 8]
gevoegd soude sijn des Suppliant: Graff-
plaetse van gelijcken met een gestoelte
te beslaen, secundum Titul: juris
Quod quisque juris in a alterum ut ipse
eodem jure utatur. Indien nu de Re-
scribent gerechtighd is, selffs
op des Heren Suppliant: graffsteden
een gestoelte ende sitplaetse te
nemen, soo en isser geen te sijn van
reden, waer door de Suppliant: den
Rescribent soude comen constringen
omme weder wegh te nemen een ge-
stoelte geset op becomen consent
van den here Officier ende kerck-
vooghden die daer aff de dispositie
competeert en aenbevolen is, geset
Op een plaetse daer des Rescri-
bents kinderen ende verdere amilie
rede eenige jaren haere stoelen ende
sitplaetsen hebben gehadt ende
genooten, ende waer aff alsoo de
Rescribent langen tijt in possessie
is geweest, geset tegen aende
muijre van de kercke, ande over des
selfs fundament, met sulck een
enghte de selwe stoel ruijm anderhalff
voet vandes Suppliant: naest gelegen
blauwe steen ende seste halff voeten
van den ingangh van des Suppliant: kelder
[Pagina 9]
affblijft, ende sijnde van sodanigh
constitentie, dat de selve stoel
bij onverwachte noodsaecke van
openinge van de grond daer onder
lichtelijck ende gemackelijck
can worden verschoven ende versplaatst
in welck cas de Rescrient
sigh nae de gewoonte in die gele-
gentheden gebruijckelijkck sal
reguleren, Jae eijndelijck geset
in dier voegen, dat nogh de
gemene toehoorders van Godes
H. Woordt eenige de minste
verhinderinge,, nogh de Here Suppliant:
cum soc: int gebruijck ende pos-
sessie van voorschr. kelder ende graffsteden
eenige de minste incommoditeijt
toegebracht,, gelijck sulx alles
naeckt ende claer can geblijcken uijt
de Attesatatien onder A ende B.
hier nevens gaende tot welcker
lecture U Ed: Mog: onderdanigh
worden geremitteert, weshalv?
des Rescribents goedtbeduncken
is, dat de Here Suppliant: sijn erge-
fundeerde Versoeck behoort te
worden ontralcht? ende geapoinc-
teert nihil met affdoeninge
van de pra....... ged: ?
........ praepeshere becomen
qua facto etc.
R. van den Bolf?
[Pagina 1]
--> UITSPRAAK HOF VAN FRIESLAND <--
't Hoff alles
gesien NIHIL
ende doet aff den
verleende ordon-
natie. Actum den
19en Decemb: 1684
Brief van Watze van Burmania (suppliant=eiser) aan Johan van Burum (rescribent=wederpartij).
Lucas van Greven was de eerste klerk Hof van Friesland.
Suffridus Eelkema was advocaat van Watze van Burmania.
L. van Greven
Alsoo d'Heere Johan van Burum op gisteren den 18 Novembr: ...
lopende jaars belieffe heeft, om tot Stiens te laten overbrengen een gestoelte
met voornmen om deselvce aldaer in de kerke te setten en te plaatsen
op ende nefffens de Graffsteden d'Heere Watzo van Burmania, Colonell
over een Regimente Infanterie toebehorende, en inde kerke aldaer gelegen
In de welcke sijn HooghEd. oldern ende vooroldern sijn ter aard bestelt
ende begraven, ende sulcx tot groot prajudicien van de hooghstgedachte
Heere is streckende, is is t dat ick Watzo van Burmania , Here
Johan van Burum, mitsgaders de mr. Timmerluyden, metselaers
ende andere Arbeyders tot het setten van de voorschr. gestoelte t' em-
ploienn mits desen doe insinueren, om van 't wijdere setten
maeken ende plaatsen op ende neffens vorschr. mijne graffsteden
affte holden, ende daer in niet wijders te [...], bij nalatigheyd
van sulcx proteste van turbe, nochte hinder ende schaden
daer door te causeren; mit versoek dat sesen U Heer Johan
van Burum magh worden bekendt gemaackt mitsgaders de
Arbeyders die daer toe gebruyckt worden geinsinueert, ende mij daar
aff [...] gepasseert in forma, Actum den 19 September 1684
mr. S. [..] Elkema (Suffridus Eelkama?)
---
Bovenstaende acte van Insinu-
atie relatere ick ondergesc. s Hoffs
Bode aende Heere Johan van
Burum, mitsgaders de Arbeiders die
tot het setten van 't gestoelte worden
geimpolieert met namen de kistmaker
Jan Cornelis ende des selfs [....]
Pijtter Robers ten fine daerinne
gemelt in persoon geinsinueert te
hebben .. huyden 19en Novemb:
1684 tot vier uijre na noen.
B. Bruissens...? (bode)
Verklaring van Laes van Burmania (1638-1691), grietman over Leeuwarderadeel en Sierck Tania (1636-1698), graankoopman, schepen en kerkvoogd van Stiens.
Opvallend: grietman Laes van Burmania was een achter-achterneef van kolonel Watze van Burmania.
Jr. Laes van Burmania Grietman over Leuwar-
deradeel ende Sierck Tania old schepen en vroedsman
der stadt Leuwarden, als mede kerckvooghd van
den dorpe Stiens, verclaren, dat wij elx in onse voorsn.
qlt: met ende beneffens Dnus: Stellingwerff Predicant, al-
daer op 't versoecke van de Heere Johan van Burum,
omme te mogen hebben een gestoelte in de kercke
van den voors. dorpe, den selven Heere Johan van
Burum voor eenige weecken hebben geconsenteert,
sulx doende soo veel noodt alsnogh bij desen, omme
een gestoelte in de geseyde kercke voor sijn Ed. en
sijn familie te mogen maecken ter lengte van twa-
lif voeten, en ruijm vierdehalff voeten wijd ofte
diep, ende deselve te plaetsen in 't begin van 't choor
van deselve kerck, en aen de noorder muijr aldaer,
als sijnde de bequaemste plaetse, waer door de vor-
dere Toehoorderen van Godes H. woord geene de
minste verhinderinge, nogh iemant anders eenige
praejudicie wordt toegebracht, sulx desen voor een
vrijwillige verclaringe passeren, die (soo nood)
met eede willen bevestigen, oirconde onse handen
endt des secretaris handt als getuijge, Actum Leeu-
warden den 29 November 1684, was vertekent
La Burmania, Sierck Tania, B. Bruijnsma met
halen
[handtekening]
Verklaring van Oeds Pytters en Joecke Arens, meester timmermannen en metselaars te Stiens aan de dorpsrechts van Stiens Palle Douwes Wijgersma.
Ondertekenaar Henricus Julius Huber was secretaris van het Hof van Friesland
Copia
Oeds Pytters, ende Joecke Arens meesters Timmer-
luyden ende metselaers tot Stiens, verclaren ten over-
staen van de Rechter van den selven Dorpe Palle
Douwe Wijgersma, desen tot confirmatie van sulx
mede vertekent hebbende, gemeten te hebben 't
Choor van de kercke aldaer ende in sulx doende bevon-
den, dat 't selve wijd is ongeveer drie en twintigh
hout voeten, waer van aen ijder sijde met estricken
is gevloerd de breete van ongheveer seste halve voe-
ten, ende tusschen beijden leggen twee blauwe steenen
ofte sarcken uytmaeckende de kelder ofte legerste-
den toebehoorende de Heere Coll. Watse van Burmania
ende des selfs susters ende naegelaetene kinderen van sijn
W(ijlen) broeder de Here Upco van Burmania in leven
Grietman over Wonseradeel, die met sijn vrouw
Juff. Catharina van Camminga aldaer oock sijn
begraeven; voorts verklaren wij ondergesch. gesament-
lijck waer te zijn, dat het gestoelte bij de Hre. Johan
van Burum in 't beginne van 't Choor van voorsn.
kercke nu onlanghs geset aen de Noorder Muijre al-
daer, alwaer sijn Ed. kinderen ende die verdere van
sijn Familie sijn haere stoelen ende sitplaetsen al sedert
lange tijt hebben gehadt ende genoten, is langh twaliff
voet en wijt ofte breedt drie voet en seven duijm
ende ghelijck staende op de Estricken vloer, leggende aen
aen de Eene sijde van de Heere Burmania cum Socis
blauwe steenen van welcke naestgelegende de Hre
Burums gestoelte aff blijft ruijm anderhalff voet, ende
van den ingangh van de kelder van Welgedachte Hre
Burmania cum soc. seste halve voeten, sulx dat de Eyge-
naers van voors. kelder ende graffsteden door 't setten
van des Heren Burums gestoelte geen de minste verhin-
deringe, incommoditeyt nogh turbe? in 't gebruijck ende
possessie van de selve kelder ende legersplaats is ofte
wordt toegebracht, eijndelijck verclaren wij dat 't
bequamelijck kan verplaatst ende verset worden, bij soo
verre de grond daer onder t' eeniger tijt soude moeten
worden geopent, waer toe echter weijnigh apperentie is,
vermits 't fundament van de muijre van de kerck on-
der 't geseijde gestoelte schiet, van alle welcken,
alsoo onse verklaringhe nae waerheyt versocht wierde,
soo hebben wij desen dien te neffens geerne willen pas-
seren om te mogen strecken nae behoren, bereijt
sinde t selve des nood verscocht met eede nader te
bevestigen, In kennisse onse handen, actum den 2en
Xber 1684, was vertekent Oeds Pijtters, Jucke Aerns
Palle Douwes Wigersma
[Collat: accordeert met de
principale verclaringe ...
......
H. Julius Huber
Brief van Watze van Burmania (suppliant=eiser) aan Johan van Burum (rescribent=wederpartij).
Copia
Aen 't Hof van Frieslandt
Remonstreert reverentelijck d'Heere Watso van
Burmania, colonel over een Regiment Infanterie
residerende tot Jellum, dat d'Heere Johan van
Burum tot Stiens heeft ondernomen ende van voor-
nemen is om in de kercke aldaer te doen setten
ende plaetsen een nieuwe gestoelte op ende beneffens
de leger ofte graff steden van de Heere Suppliant
die daer door in het gebruijck ende de vrije posessie
van deselve sijne grafsteden seer wordt g'incom-
modeert ende geturbeert, 't welck alsoo d'Heere
Suppliant niet staet te lijden, heeft daer tegens bij
gaende protefectie met A. de welgemelte Heere
Johan van Burum, mitsgaders de kistemaecker
Mr. Jan Cornelis ende des selfs knecht doen insiun-
eren, om van 't wijdere setten ende plaetsen van
het voorsn. gestoelte, welx niet tegenstaende
nadien partije advers evenwel met het setten van de
meergedachte stoel sal trachten voort te vaeren,
versoeckt de Heere Suppliant verbiddelijck U Ed. Mog.
ome van het setten ende plaetsen der gestoelte op
en neffens des Heeren Suppliants graff ofte leger-
plaetsen in de kercke tot Stiens aff te holden, ende
te supersederen, voorts wederom wegh te nemen 't
geene nu rede op ende neffens deselve des Heren Sup-
pliants graffsteden mach sijn gemaeckt ende gesettet,
bij poene van vijff en twintigh goude Friesche Rijders
te verbeuren, Duo facto etc. , was vertekent P.
Mellama, Alexander Cup met halen
in margine stonde
Sij gestelt in handen van partije advers omme hier
op te seggen sijn goedbeduncken binnen twee dag-
gen nae insuniatie deses, ordonnerende deselve in
middelen tijde van 't setten ende plaetsen van 't
gestoelte op ende neffens de Suppliants graff ofte
leger steden in de kercke tot Stiens aff te holden
bij poene van vijf en twintigh gouden Friesche Rij-
ders tegens de Heerlijckheyt te verbeuren, actum
den 24. November 1684, was vert. S. van Boelens
UITSPRAAK HOF VAN FRIESLAND
lager stonde,
't Hoff alles gesien nihil, ende doet aff de
verleende ordonnantie, actum den 19 December
1684 was vertekent S. van Boelens met haelen
Collat: ........
H. Julius Huber
Verlaring van dorpsrechter van Stiens Palle Douwes Wijgersma
Verklaard ick ondergeschr. dorprechter tot Stiens
gemeeten te hebben 't Choor van de Kercke
aldaer, ende is bevonden ongeveer wijt te
weesen drie ende twintigh houdt voeten,
maar van de Heer Colonel Watso van
Burmania com cocies in t midden met twee
groote blauwe steenen commen te beslaen
ende aen yder candt ongheveer is gevloerdt
sesenhalff houdt voedt met estrick
van welke plaets ten noorden is geaccordeert
van de kerckvooght aldaer, aen de heer
Johan van Burum om een Stoel te
setten, behelsen de wijtte ruim vierde
halff houdt voedt, blijvende alsoo van de
eersten blauwe stien aff ruijm anderhalff ende
vande inghangh daer kelder seste halff
voedt, blijvende alsoo met ... Burmania
staet gelijck: vercklaarde wijders, dat deesen
toe geweesen plaets voor deese is beset geweest
met sijn Ed. familie, passeerte deeses tot
alle tijdt met Eede te bevestigen Actum
Stiens d. 29e Xber
Ter orconde mijn dorprechters handt
P. Wigersma
![]() |
Omgeving Stiens op de Schotanusatlas uit 1718. Onder Finkum is de Mellinga State te zien, waar Johan van Burum in 1684 woonde. Van de state zelf is geen afbeelding bekend. |
![]() |
Mammema State te Jellum, getekent door J. Stellingwerf in 1723. Hier woonde kolonel Watze van Burmania in 1684. |
![]() |
Herenbank in het koor van de kerk van Stiens. Dit is de bewuste Van Burum herenbank uit 1684, waar de hele kwestie om gaat. |
![]() |
Grafzerk van Upcke van Burmania (ca. 1538-1615) en Rints van Roorda (ca. 1540-1617) in de kerk van Stiens. De zerk ligt in het koor en zal boven de bewuste grafkelder liggen. |
- http://www.stinseninfriesland.nl/BurmaniaStateStiens.htm
- http://www.stinseninfriesland.nl/MellingaStateStiens.htm
- https://cms.beeldschrift.nl/api/api/file/saft/20b5530e48318babdfe735e18300fe45/
- https://www.walmar.nl/inscripties.asp
Geen opmerkingen:
Een reactie posten