zaterdag 29 februari 2020

Friese kapiteins (48) : Jacob van Ruffelaer


Friese kapiteins (48) : Jacob van Ruffelaer

In deze serie worden de Friese kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e eeuw in het 'Friesche Nassause Regiment' dienden.
Het is een lange rij van vooral adellijke officiers, van wie meestal nog niet eerder een minibiografie is verschenen.


Achtergrond
De familie Ruffelaer is een adellijke familie, afkomstig uit het Belgische Gent en zoals gebruikelijk werd deze achternaam op veel verschillende wijzen geschreven: Rufelaert, Ruffelaer, Ruifelaerts, etc.
In Gent stond destijds het Rufelaertsgoed of Rufelhove en was eigendom van een Jean (of: Jan) Rufelaert.
Deze Jean week in 1568 uit naar het Duitse Emden, waar vele Protestantse opstandelingen zich verzamelden.
Hij is de vermoedelijke vader van de twee zonen Johan en Jacob Rufelaert.
De rechtsgeleerde Johan van Rufelaert (ong. 1568-1621) werd heer van Burgwal onder Stedum en huwde Daye Bolardus.

Jacob huwde in 1612 met Siadde van Buwinga (of: Bunga), die omstreeks 1580 geboren werd als dochter van Take van Buwinga en Meil van Nansum.
Haar ouders woonden op Rinsma State in Driesum, eerder ook wel de Buwinga State genoemd.
Het familiegoed is zeker vier generaties in handen van de familie Buwinga geweest, echter door het vroeg overlijden van Wopcke kwam de state in handen van zijn zus Siadde.
Ergens tussen 1617 en 1627 kwam Siadde helaas te overlijden.

Op 17 augustus 1627 hertrouwde Jacob met Jel van Andringa, afkomstig uit Dokkum.
Zij was een dochter van de kapitein ter zee Poppe van Andringa en Tjets van Grovestins.
Op 27 november 1652 liet Jacob zijn testament opmaken bij notaris Uma in Dokkum.
Omdat hij toen ziek was, zal hij vermoedelijk niet veel later zijn overleden.

Rinsma State te Driesum
Zoals hierboven vermeld was Rinsma State (of eerder: Buwinga) al vier generaties van Buwinga's geweest.
Met het huwelijk van Jacob van Ruffelaer van Siadde van Buwinga, kwam de state dus in zijn bezit.
Na Jacob zijn overlijden omstreeks 1652 erfde zijn dochter Siadde van Ruffelaert Rinsma State, die gehuwd was met Joas Rulandt (of: Roeland).
Deze Joas was net als Jacob afkomstig uit Gent. Opvallend is ook dat de destijdse predikant van Driesum Ludovicus Roeland uit Gent afkomstig was. Er was dus een levendige band met deze Belgische stad.
Hun dochter Johanna Agneta van Roeland (1652-1681) huwde kapitein Hessel Hotzes van Aysma en waren de volgende bewoners van Rinsma State.
Zijn broer kapitein Sierach Hotzes van Aysma (1623-1706) huwde in 1655 met Siadde van Ruffelaert en woonde waarschijnlijk na het overlijden van Hessel op Rinsma State.
Hierna bewoonde Hessel zijn zoon kapitein Hotze Hessels van Aysma (1669-1745) met zijn vrouw Catharina Recalff de state.
Toen Jacobus Stellingwerf de state tekende in 1723 woonde Hotze op de state, maar staat foutief vermeld als 'Otto Oracius van Aisma'. Het is te verklaren dat Otto als Hotze klinkt en Horacius is de latijnse naam voor Hotze.
Na het overlijden van hun vader in 1745 verkochten zijn zoons Hessel en Jacob van Aysma Rinsma State aan Fecco van Sytzama.


't huis Rinsma te Drisum in Dantumadeel, behoort den heere Otto Oracius van Aisma, 1723. Getekend in 1723 door J. Stellingwerf.


Militaire carrière
Op 25 mei 1621 werd Jacob Ruffelaer aangesteld tot hopman over een compagnie 'waertgelders'.
Dit zijn huursoldaten die meestal tijdelijk werden ingezet.
Waarschijnlijk bleek hij over de juiste kwaliteiten te beschikken, want op 12 september 1622 werd hij aangesteld als kapitein over de compagnie van Rinco van Lycklama, die later grietman Weststellingwerf zou worden.

Op 10 februari 1624 werd hij opnieuw aangesteld als hopman, nu tegelijk met Schelte van Aysma, Thomas Hittinga en Johannes Heemstra.
In 1626 wordt dr. Hero Andelus Wiarda zijn compagnieschrijver.
In 1639 is hij nog steeds kapitein, aangezien hij dan vermeld staat op de zogenaamde 'Taux lijst' (een verplichte bijdrage in de oorlogskosten).
In 1647 is Focke Fockes Eringa schrijver van zijn compagnie.
Wanneer Jacob gestopt is met zijn militaire carrière is helaas niet bekend.

Familiewapen

Familiewapen 'Jufr. Ruifelaerts  sijn wijf.
Siadde van Ruffelaert was de echtgenote van kapitein Sierach Hotzes van Aysma, welke op Rinsma State woonden. uit: Wapenboek Hesman, 1708



Klok
De klok in de kerk te Driesun, gegoten in 1617, is voorzien van maar liefst acht familiewapens, ongetwijfeld hebben deze vier echtparen allen bijgedragen aan de kosten van het maken ervan.

Het zijn:
Westzijde:     joncker Haio van Rinia die Yunge, met de wapens van zijn ouders.
zuidzijde:       Lijdovijcus Roelandis van Ghendt minister in  Driesum, en Talle Udedr.
noordzijde:    joncker Jacob Ruffelaer en Sjadde van Bungha
oostzijde:      Sypke Reytses en Hillck Gertyens  


De klok van Driesum, met het alliantiewapen Ruffelaer-Bungha
(foto: Nanna Nicolai)



Tekening van het wapen van Jacob Ruffelaer op de klok van de kerk te Driesum.
(tekening in online collectie Fries Museum)

Familieleden in het leger
  • zijn dochter Siadde van Ruffelaert huwde (1) kapitein Joas Rulandt (ong. 1630-<1655).
  • zijn dochter Siadde van Ruffelaert huwde (2) kapitein Sierach Hotzes van Aysma (1623-1706)
  • zijn kleindochter Johanna Agneta van Roeland huwde kapitein Hessel Hotzes van Aysma (ong. 1635-<1680)
  • zijn dochter Aeltje van Ruffelaer huwde met de vaandrig Hendrick van Rijswijk (ong. 1625-?)
     
Vaandel
onbekend

Compagnie nr. ?
* Jacob van Ruffelaer (geb.ong. 1580 -
U>1652
* Kapitein van 1622-ong. 1652
* Voorganger: Rinco van Lycklama
* Opvolger: ?

* Hoogste militaire functie: kapitein
* Woonplaats: Driesum

Bronnen / meer informatie
http://www.mpaginae.nl/Nauta/kapiteins.htm

http://www.stinseninfriesland.nl/RinsmaState.htm
http://driezum.info/Driesum.info-nieuw-design/dorpskrant/2012-nr4-dorpskrant-augustus.pdf



Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van Friese compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.


Friese Nassause Regiment
Kapitein


  1. Jacob van Roussel
  2. Adriaen Slijp
  3. Bonifacius van Scheltema
  4. Ludolf Potter
  5. Frans van Roussel
  6. Abbe van Bootsma
  7. Jan Sageman
  8. Juw van Eysinga
  9. Frans Harinxma van Donia
  10. Lolle van Ockinga
  11. Taecke van Hettinga
  12. Frans van Cammingha
  13. Wigle van Hania
  14. Arent van Arentsma
  15. Wopcke van Herema
  16. Willem van Inthiema
  17. Ids van Eminga
  18. Seerp van Dijxtra
  19. Sybren van Walta
  20. Tiete van Galama
  21. Jacques van Oenema
  22. Sybe van Aylva
  23. Jan van Burmania
  24. Juw van Harinxma
  25. Jarich van Hottinga
  26. Epe van Heemstra
  27. Damas van Loo
  28. Douwe van Andringa
  29. Rienck van Dekema
  30. Ruurd van Feytsma
  31. Binnert van Heringa
  32. Wybren van Roorda
  33. Johan van Bonga
  34. Idzart van Grovestins
  35. Frans Aebinga van Humalda
  36. Hans van Oostheim
  37. Jan van Idsaerda
  38. Gosewijn van Wiedenfelt
  39. Tjalling van Sixma
  40. Georg Frederick thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg
  41. Doecke van Hemmema
  42. Philip van Boshuizen
  43. Harmen van Wonsdorp
  44. Willem van Haren
  45. Douwe van Glins
  46. Hessel van Aysma
  47. Quirijn de Blau
  48. Jacob van Ruffelaer

Friese Nassause Regiment
Luitenant
  1. Rienck van Sytzama
Groninger Nassause RegimentKapitein
  1. Boiocko van der Wenghe
Hoogduitse Nassause Regiment
Kapitein

zaterdag 22 februari 2020

Friese kapiteins (47) : Quirijn de Blau


Friese kapiteins (47) : Quirijn de Blau

In deze serie worden de Friese kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e eeuw in het 'Friesche Nassause Regiment' dienden.
Het is een lange rij van vooral adellijke officiers, van wie meestal nog niet eerder een minibiografie is verschenen.


Achtergrond
De familie De Blau is afkomstig uit Kampen en bestond toen voornamelijk uit (groot)schippers.
Quirijn de Blau werd in 1555 geboren in Kampen, als zoon van Jan Alberts de Blau en een onbekende vrouw.
Deze Jan komen we tussen 1568 en 1577 tegen als hij door de Sont vaart en daar tot aan de Deense koning moet betalen.
Alle drie zonen uit het huwelijk van Jan worden weer schipper.
In 1577 en 1578 komen we Quirijn nog tegen als schipper als hij door de Sont vaart.
Ergens hierna maakt hij een 'carrièreswitch' en gaat voor een officiersfunctie in het Staatse leger, zie verderop.
In 1583 trouwt hij (1) Johanna Geerts, dochter van Geert Reijnen en Alydt N.N.
Later trouwt hij (2) met Margaretha ter Berchorst, dochter van Herman ter Berchorst en Dorothea Henzen.
Omstreeks 1598 trouwt Quirijn (3) met Anna van Hardenberg, dochter van Evert van Hardenberg en Swaantje Lubbers.
Deze Anna was in 1564 geboren en overleed op 13 april 1631 te Coevorden en werd aldaar in de kerk begraven.
Op 4 april 1633 komt er in Coevorden een einde aan Quirijn zijn leven, waarna hij ook in de kerk van Coevorden wordt begraven.
Uit zijn drie huwelijken zijn vier kinderen bekend.
Hiervan is vermeldenswaard dat dochter Janneke de Blau op 17 juli 1614 in Coevorden trouwde met Regnerus Bogerman.
Deze was een jongere broer van de bekende predikant Johannes Bogerman, de voorzitter van de Synode van Dordrecht.
Uit Quirijn zijn huwelijk met Anna werd omstreeks 1600 een Willem de Blau geboren, die wachtmeester was. Hij hield in 1623 te Rolde predikant Henricus Slatius aan, welke een samenzweerder was tegen het leven van prins Maurits. Waarschijnlijk als dank daarvoor werd hij hetzelfde jaar nog benoemd tot majoor in Coevorden.

De familie De Blau is nog lang verbonden geweest aan Leeuwarden en leden ervan bekleedden belangrijke functies zoals advocaat en burgemeester.
Achterkleinzoon Laurentius de Blau (1649-1674) trad in de voetsporen van zijn voorvader en was in 1674 luitenant in het Staatse leger.
Om de stad Grave, die in het rampjaar 1672 door het Franse leger werd veroverd, terug te krijgen werd de stad belegerd door Carl van Rabenhaupt.
Tijdens dit beleg sneuvelde deze Laurentius en van zijn jonge vrouw werd gezegd dat zij eigenhandig het lijk van haar man uit de loopgraven haalde.
Hierna werd ook hij begraven in de familiegrafkelder in de Galileerkerk te Leeuwarden.
Daar werd volgens de militaire traditie zijn helm en degen op een rouwbord bevestigd.

Militaire carrière
Het nog relatief jonge Staatse leger kon wel goede officieren gebruiken en op 21 september 1591 wordt Quirijn, of Krijn, benoemd als kapitein in het Friese Nassause Regiment.
Op 13 juni 1592 begon het beleg van Steenwijk, wat vooral voor Friesland strategisch zeer belangrijk was om te veroveren.
Quirijn was hierbij als kapitein aanwezig en raakte zelfs door een 'steenworp' gewond.
In 1600 is hij ook aanwezig bij de bekende Slag bij Nieuwpoort.
Op 26 maart 1600 belegerde prins Maurits het Fort St. Andries bij Heerewaarden, waarbij de luitenant van Krijn de Blau gewond raakt.
In 1601 deed hij mee aan de veldtocht naar Brabant, waarbij hij een tweede groep van zes vaandels leidde.
Later dat jaar is hij aanwezig bij het beruchte Beleg van Oostende.
In 1602 wordt hij benoemd tot Gouverneur van de vestingstad Coevorden, wat hij tot zijn overlijden in 1633 zal blijven uitoefenen.
In het Koninklijk Archief zijn brieven van hem bewaard gebleven uit de periode 1626-1632, welke hij schreef aan de Friese stadhouder Ernst Casimir.

Gekleurde kaart van Coevorden
In 1615 uitgegeven door Jan Jansz. Orlers


Recente foto van Kasteel Coevorden met het witte Gouverneurshuis waar Quirijn de Blau waarschijnlijk heeft gewoond.

Ondernemer
Het lijkt erop dat Krijn, naast zijn functie als commandeur, ook ondernemer was in Coevorden.
In het Stadhouderlijk Archief, betreffende Drenthe, zijn stukken waaruit blijkt dat Krijn de Blau een steenbakkerij, of tichelwerk, liet inrichten bij de Koepoort te Coevorden.

Ruzie
In 1616 was er in de vestingstad Coevorden een heftige ruzie tussen Quirijn en de 'commies' (of: ammunitiemeester) Petrus Bolardus.
Quirijn was Gouverneur of Commandeur over de stad en had dus nogal wat macht.
Nadat Petrus Blau begin mei in een kwaad daglicht had gesteld, laat de Commandeur hem oppakken.
Bolardus schrijft brieven aan de Raad van State en Gedeputeerde Staten van Friesland om de zaak te beslechten, maar Blau wenst dat dit door vijf rechtsgeleerden en vijf hopmannen (waaronder overste Juw van Eysinga) wordt gedaan. Quirijn wint de zaak en Bolardus wordt veroordeeld.
Op 4 juli 1617 vraagt Groningen of Jacobus Adriani de nieuwe commis/ammunitiemeester mag worden, waardoor we weten dat hij dan inmiddels uit de functie is gezet.

Familiewapen
Familiewapen De Blau
(CBG familiewapens)

Wapen: in blauw een ossenkop, vergezeld rechtsonder van een schuine en linksonder van een schuinlinkse eikel met de steel omlaag, alles goud.
Helm:
 halfaanziend met helmkroon.
Helmteken:
 een zilver geharnaste arm, houdend in de hand een zilveren kromzwaard met gouden gevest.
Dekkleden:
 goud, gevierd van blauw.


Grafzerk
In de kerk te Coevorden ligt (of lag) de grafzerk van Quirijn de Blau.
Of deze echter nog te aanwezig is, is mij nog niet bekend.

De tekst erop is als volgt nog te lezen:
19...................is in de /............e. man /[Quirijn] DeBlaauw 26 / .... [c] omman / [deur van] Coverde /............is in de Heern/ ..........der Goentrick /............Huijsvrouwe /............Blaevw Hopman /..........Coevorden

uit: Genealogische en heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Drenthe.
1937, pagina 35, bij Coevorden.


Familieleden in het leger
  • zijn zoon Willem de Blau (ong. 1600-1630?) was majoor te Coevorden
     
Vaandel

Vaandel van Quirijn de Blau, ca. 1600

Compagnie nr. 9
* Geb. 1555 -
U1633
* Kapitein van 1591-1631
* Voorganger: n.v.t.
* Opvolger: Georg Frederick thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg

* Hoogste militaire functie: kapitein
* Woonplaats: Coevorden

Bronnen / meer informatie
http://www.mpaginae.nl/Nauta/kapiteins.htm
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sont
https://cbgfamiliewapens.nl/
https://geschiedeniscoevorden.nl/
https://www.grofkeramiek.nl/grofkeramiek/show/dre-030
https://nl.wikipedia.org/wiki/Fort_Sint-Andries_(Heerewaarden)



Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van Friese compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.




Friese Nassause Regiment
Kapitein

  1. Jacob van Roussel
  2. Adriaen Slijp
  3. Bonifacius van Scheltema
  4. Ludolf Potter
  5. Frans van Roussel
  6. Abbe van Bootsma
  7. Jan Sageman
  8. Juw van Eysinga
  9. Frans Harinxma van Donia
  10. Lolle van Ockinga
  11. Taecke van Hettinga
  12. Frans van Cammingha
  13. Wigle van Hania
  14. Arent van Arentsma
  15. Wopcke van Herema
  16. Willem van Inthiema
  17. Ids van Eminga
  18. Seerp van Dijxtra
  19. Sybren van Walta
  20. Tiete van Galama
  21. Jacques van Oenema
  22. Sybe van Aylva
  23. Jan van Burmania
  24. Juw van Harinxma
  25. Jarich van Hottinga
  26. Epe van Heemstra
  27. Damas van Loo
  28. Douwe van Andringa
  29. Rienck van Dekema
  30. Ruurd van Feytsma
  31. Binnert van Heringa
  32. Wybren van Roorda
  33. Johan van Bonga
  34. Idzart van Grovestins
  35. Frans Aebinga van Humalda
  36. Hans van Oostheim
  37. Jan van Idsaerda
  38. Gosewijn van Wiedenfelt
  39. Tjalling van Sixma
  40. Georg Frederick thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg
  41. Doecke van Hemmema
  42. Philip van Boshuizen
  43. Harmen van Wonsdorp
  44. Willem van Haren
  45. Douwe van Glins
  46. Hessel van Aysma
  47. Quirijn de Blau

Friese Nassause Regiment
Luitenant
  1. Rienck van Sytzama
Groninger Nassause RegimentKapitein
  1. Boiocko van der Wenghe
Hoogduitse Nassause Regiment
Kapitein

maandag 17 februari 2020

Friese kapiteins (46) : Hessel Hotzes van Aysma


Friese kapiteins (46) : Hessel Hotzes van Aysma

In deze serie worden de Friese kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e eeuw in het 'Friesche Nassause Regiment' dienden.
Het is een lange rij van vooral adellijke officiers, van wie meestal nog niet eerder een minibiografie is verschenen.


Achtergrond
De familie Van Aysma behoorde oorspronkelijk tot de eigenerfde families en hun stamhuis Aysma State stond in Beetgum.
Door huwelijkspolitiek werden ze opgenomen in de Friese adel.
Tieth van Herema trouwde Hessel van Aysma, maar na zijn (vroege) overlijden hertrouwde ze met Gerben Lauta. Uit haar eerste huwelijk verkreeg zij Aysma State, die later overging op haar zoon uit het tweede huwelijk: Hessel Lauta van Aysma.
Dit betekent dat de familie Van Aysma feitelijk van de de adellijke familie Lauta afstamt. Veel afstammelingen hebben zich dan ook Lauta van Aysma genoemd, alhoewel dit zeker niet consequent gebeurde. Sterker nog: de naam Lauta verdween als zelfstandige familienaam in het geheel en de meeste nakomelingen gingen zich alleen Van Aysma noemen.
Hessel werd omstreeks 1580 geboren als zoon van Hotze Hessels van Aysma (ong. 1550-1603) en Lolck Scheltesdr. van Aysma (1553-1593).
Zijn vader, die lid was van de Admiraliteit van Dokkum, bewoonde de aloude familiestate Aysma State te Beetgum en de kans is groot dat hun kinderen hier werden geboren.
In 1601 studeerde Hessel aan de universiteit van Franeker.

Op 12 oktober 1634 trouwde Hessel met de edelvrouw Trijn Sijbrensdr. van Walta.
Zij was een dochter van de kapitein Sijbren van Walta en Tjets van Holdinga, die op het gehucht 'De Vlaren' bij Bozum woonden.
Trijn was eerder gehuwd met kapitein en de latere grietman Gijsbertus Arents van Arentsma (1597-1631). Ook haar tweede man, onze Hessel van Aysma, overleed kort na het huwelijk, waarna ze opnieuw huwde met grietman Johan van Aylva.
Zij woonden te Oudkerk, vermoedelijk op De Klinze.

Uit het huwelijk van Hessel en Trijn werd slechts één zoon geboren, die naar zijn kort tevoren overleden vader werd vernoemd.
Deze Hessel junior, geboren in 1637, trouwde later met Hester van Loo. Hij liet later het nog bestaande Aysma State in Oudkerk bouwen, nu bekend onder de naam De Klinze.

Militaire carrière
Op 16 mei 1616 werd Hessel aangesteld als vaandrig in de compagnie van kapitein Frans van Humalda, welke overigens met een Van Osinga uit Schettens was gehuwd net als Hessel zijn bekende broer, Schelte van Aysma.
Hierna zal hij ongetwijfeld luitenant zijn geweest, maar deze benoeming is (nog) niet gevonden.
Op 1 juli 1625 wordt hij benoemd tot kapitein van de compagnie van de kort daarvoor overleden sergeant-majoor Jan Sageman uit Bolsward.
In 1628 zat Hessel met zijn compagnie in de Ommerschans, maar werd toen gelast om zich naar Bedevoort te verplaatsen.
In 1630 moest hij kapitein Slijp te hulp schieten, die in Hattem wel wat hulp kon gebruiken aangezien de Spaanse vijand dreigde het gebied te veroveren.
In 1632 was hij aanwezig bij het beleg van Maastricht, waar zijn luitenant Rienck van Sytzama op 8 oktober kwam te overlijden.
Ook werd daar van een soldaat van hem het hoofd door een kanon eraf geschoten, aldus de kroniekschrijver en kapitein Poppo van Burmania.
In januari 1633 liep Hessel mee in de lijkstatie van de overleden Friese stadhouder Ernst Casimir.
Later dat jaar lag hij in garnizoen te Bolsward.
In 1635 kreeg hij orders om van Sneek naar de Langackerschans te marcheren, waar hij als (derde) Commandeur werd aangesteld.
Opvallend is dat juist zijn broer Schelte hiervan de eerste Commandeur was geweest, waarna die drie jaar lang door de Groninger kapitein Ernst van Isselmuden werd opgevolgd. Volgens de overeenkomst tussen Friesland en Groningen werd deze belangrijke functie telkens beurtelings ingevuld door Friese en Groninger kapiteins.
In 1636 overleed Hessel en de kans is dan ook aanwezig dat hij in de Langackerschans is overleden.


Tekening van de Langackerschans 
(door I. Blaeu getekend in 1649, Beeldbank Groningen)


Familiewapen
 

Familiewapen Lauta van Aysma
(Stamboek van den Frieschen Adel)

Adelserkenning
In 1825 verkregen twee leden van deze familie de adellijke titel jonkheer, omdat ze konden aantonen dat de Aysma's tot de oude Friese adel behoorden.
Bij Koninklijk Besluit van 9 mei 1825 werden Jacob Lauta van Aysma en zijn broer Adriaan Hendrik Lauta van Aysma opgenomen in de Nederlandse adel. Hierbij hoorde ook een afbeelding van het familiewapen te worden overlegd. Zij lieten een nieuw wapen registeren, waarin de twee wapens van Lauta en Aysma werden gecombineerd tot één nieuw wapen, die alleen door hun nakomelingen mochten worden gevoerd.

Bijdrage in Album Amicorum



Bijdrage van 'Hesselus ab Aysma',
gemaakt in mei 1604 in het Album Amicorum van de latere 'dr' Suffridus Saarda
Tegelijk schreef ook zijn broer Focke een bijdrage in hetzelfde album.

Doodsbaar
In het koetshuis van Fogelsangh State te Veenklooster, hangt een grote en zware doodsbaar. Deze is oorspronkelijk afkomstig van De Klinze te Oudkerk, maar is in de 20e eeuw overgebracht naar Veenklooster.
Het heeft drie wapens op de zijkant, namelijk die van Aysma en Walta en daartussenin het wapen van Sminia.
Blijkbaar heeft deze baar toebehoort aan Hessel van Aysma en Trijn van Walta, die toen te Oudkerk woonden.
Het familiewapen van Sminia is zichtbaar later aangebracht en omdat zij de nieuwe eigenaren van de Klinze waren zullen zij deze baar nog vaak hebben gebruikt.

De wapens op de Aysma lijkbaar (eigen foto).


Familieleden in het leger
  • zijn zoon Hessel van Aysma (1637->1685) was kapitein en ritmeester
  • zijn broer Schelte van Aysma was kapitein en later kolonel
  • veel nakomelingen van deze Schelte werden nog eeuwen lang officier in het leger.
     
Vaandel
niet bekend.

Compagnie nr. 6
* Geb. ong. 1580-
U1636
* Kapitein van 1625-1636
* Voorganger: Jan Sageman
* Opvolger: Adamus van Loo

* Hoogste militaire functie: kapitein
* Woonplaats: Oudkerk (vermoedelijk De Klinze)


Bronnen / meer informatie
http://www.mpaginae.nl/Nauta/kapiteins.htm
http://www.stinseninfriesland.nl/AysmaState.htm
http://www.mpaginae.nl/At/EC1633.htm

http://digicollectie.tresoar.nl/item.php?object=253&item=1
https://www.beeldbankgroningen.nl/beelden/detail/298256db-04cd-c9d7-e65f-5c05d21496d2
http://buwalda.blogspot.com/2017/06/doodsbaar-van-hessel-van-aysma-te.html


Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van Friese compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.

Friese Nassause Regiment
Kapitein

  1. Jacob van Roussel
  2. Adriaen Slijp
  3. Bonifacius van Scheltema
  4. Ludolf Potter
  5. Frans van Roussel
  6. Abbe van Bootsma
  7. Jan Sageman
  8. Juw van Eysinga
  9. Frans Harinxma van Donia
  10. Lolle van Ockinga
  11. Taecke van Hettinga
  12. Frans van Cammingha
  13. Wigle van Hania
  14. Arent van Arentsma
  15. Wopcke van Herema
  16. Willem van Inthiema
  17. Ids van Eminga
  18. Seerp van Dijxtra
  19. Sybren van Walta
  20. Tiete van Galama
  21. Jacques van Oenema
  22. Sybe van Aylva
  23. Jan van Burmania
  24. Juw van Harinxma
  25. Jarich van Hottinga
  26. Epe van Heemstra
  27. Damas van Loo
  28. Douwe van Andringa
  29. Rienck van Dekema
  30. Ruurd van Feytsma
  31. Binnert van Heringa
  32. Wybren van Roorda
  33. Johan van Bonga
  34. Idzart van Grovestins
  35. Frans Aebinga van Humalda
  36. Hans van Oostheim
  37. Jan van Idsaerda
  38. Gosewijn van Wiedenfelt
  39. Tjalling van Sixma
  40. Georg Frederick thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg
  41. Doecke van Hemmema
  42. Philip van Boshuizen
  43. Harmen van Wonsdorp
  44. Willem van Haren
  45. Douwe van Glins
  46. Hessel van Aysma

Friese Nassause Regiment
Luitenant
  1. Rienck van Sytzama
Groninger Nassause RegimentKapitein
  1. Boiocko van der Wenghe
Hoogduitse Nassause Regiment
Kapitein

donderdag 13 februari 2020

Friese kapiteins (45) : Douwe van Glins

Friese kapiteins (45) : Douwe van Glins


In deze serie worden de Friese kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e eeuw in het 'Friesche Nassause Regiment' dienden.
Het is een lange rij van vooral adellijke officiers, van wie meestal nog niet eerder een minibiografie is verschenen.


Achtergrond
De familie Van Glins behoorde tot de Friese adel en had hun stamhuis 'State Glins' in Dronrijp.
Aan het eind van de 17e eeuw stierf de familie echter al uit.
Vermoedelijk hertrouwde Rienck van Glins (overleden na 1474) met Both van Hobbema, waardoor ook het nabije Hobbema State in handen van deze familie kwam.
Omdat beide states dus in Dronrijp stonden, is het niet altijd duidelijk op welke state wie nu exact woonde.


'Hobbema State van den hr. Sjuk van Humalda, onder dronrijp'
Tekening J. Stellingwerf, 1723
Douwe van Glins werd omstreeks 1550 geboren in Dronrijp, als een zoon van Laes van Glins en Wilsck Uninga van Hoytema.
Vermoedelijk woonden zijn ouders op State Glins te Dronrijp, waarvan helaas geen afbeelding bekend is.

Omstreeks 1570 trouwde Douwe met Tjets van Galama, die op 4 juli 1527 te Mantgum geboren was.
Zij woonden op State Glins, die ook wel ''t blauwhuys' werd genoemd.
Op de bekende atlas van Schotanus staan beide namen bij de state vermeld.

Tjets was een dochter van Gale van Galama en Foeck van Hoxwier, die woonden op State Hoxwier te Mantgum.
Hun huwelijk bleef kinderloos.
Douwe werd in 1573 geëxecuteerd (daarover verderop meer) en Tjets overleed in 1581.


Omgeving van Dronrijp met de vele states in de directe omgeving.
Groot Dotinga (later Schatzenburg), Hobbema, Fetsa, Osinga, Foppinga, Hommema en Glins.

Militaire carrière
In 1566 ondertekende Douwe het Smeekschrift van het Verbond der Edelen, om de maatregelen tegen de zogenaamde ketters te stoppen.
Ook o.a. kapitein Here van Hottinga uit Tzum was hierbij aanwezig.
In 1567 moest Douwe hierdoor vluchten en in juni van dat jaar vestigt hij zich met zijn gezin in het Duitse protestantse bolwerk Emden.
Op 9 januari 1568 wordt hij in Friesland gedagvaard en even later door het Hof van Friesland verbannen.
Niet veel later, op 30 januari, verdedigde Douwe zich vanuit Emden tegen deze oproeping.
Op 8 september 1568 werd zijn naam in Leeuwarden aangeslagen.
Vervolgens kreeg hij in 1569 een kaperbrief en voegde hij zich bij de Watergeuzen.
In oktober 1569 neemt hij in de Borkumer Balg een schip over en op 13 april 1570 nam hij twee schepen op het Uithuizer Wad in.

Het kon echter verkeren, want op 25 april van datzelfde jaar ontnamen de Oostfriezen hem weer drie schepen.
Douwe werd hierbij gevangen genomen, maar later weer vrijgelaten.
Op 1 april. 1572 was hij aanwezig bij de inname van Den Briel.
Helaas voor hem, werd hij op 25 mei 1573 gevangen genomen bij Rottum.
Vervolgens werd hij naar Groningen gevoerd, waar hij op 20 mei onthoofd werd.

Familiewapen
familiewapen Glins
(stamboek van den Frieschen Adel)


Familieleden in het leger

  • zijn zwager Seerp van Galama (1528-1581) was watergeus
  • zijn zwager Hartman van Galama (1533-1568) was waarschijnlijk ook een watergeus.
  • zijn schoonzus Wick van Galama was met de bekende watergeus Jelle van Eelsma (1539-1573) gehuwd.
  • zijn oomzegger Aleyd van Glins was in 1614 gehuwd met kapitein David Fludde
  • zijn oomzegger Abbe van Glins (ong. 1580-1621) was vaandrig
  • zijn oomzegger Laes van Glins (ong. 1580-?) was vaandrig
Vele zonen van zijn oomzegger Laes van Glins (1580-1652) werden officier, maar ook twee dochters huwden kapiteins. Dit zijn de volgende personen:


1. Ruurd van Glins (ong. 1615-1669) werd kapitein
2. Bauck van Glins (ong. 1619-1655) huwde luitenant Binnert van Roorda
3. Sjoerd van Glins (1621-1677) werd luitenant
4. Taecke van Glins (1625-1660) werd kapitein
5. Wopcke van Glins (ong. 1627-1663) werd luitenant
6. George van Glins (ong. 1629-1665) werd kapitein
7. Ymck van Glins (ong. 1635-1663?) huwde kapitein Dirck van Wigara

Vaandel
niet bekend.

Compagnie nr. ?
*  geb. ong. 1550 -U1573
* watergeus
* Voorganger: ?
* Opvolger: ?
* Hoogste militaire functie:
* Woonplaats: Dronrijp

Bronnen / meer informatie
http://www.mpaginae.nl/Nauta/kapiteins.htm
http://www.simonwierstra.nl/GLINS.htm
http://www.stinseninfriesland.nl/GlinsDronrijp.htm
http://www.stinseninfriesland.nl/HobbemaStateDronrijp.htm



Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van Friese compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.
 
Friese Nassause Regiment
Kapitein

  1. Jacob van Roussel
  2. Adriaen Slijp
  3. Bonifacius van Scheltema
  4. Ludolf Potter
  5. Frans van Roussel
  6. Abbe van Bootsma
  7. Jan Sageman
  8. Juw van Eysinga
  9. Frans Harinxma van Donia
  10. Lolle van Ockinga
  11. Taecke van Hettinga
  12. Frans van Cammingha
  13. Wigle van Hania
  14. Arent van Arentsma
  15. Wopcke van Herema
  16. Willem van Inthiema
  17. Ids van Eminga
  18. Seerp van Dijxtra
  19. Sybren van Walta
  20. Tiete van Galama
  21. Jacques van Oenema
  22. Sybe van Aylva
  23. Jan van Burmania
  24. Juw van Harinxma
  25. Jarich van Hottinga
  26. Epe van Heemstra
  27. Damas van Loo
  28. Douwe van Andringa
  29. Rienck van Dekema
  30. Ruurd van Feytsma
  31. Binnert van Heringa
  32. Wybren van Roorda
  33. Johan van Bonga
  34. Idzart van Grovestins
  35. Frans Aebinga van Humalda
  36. Hans van Oostheim
  37. Jan van Idsaerda
  38. Gosewijn van Wiedenfelt
  39. Tjalling van Sixma
  40. Georg Frederick thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg
  41. Doecke van Hemmema
  42. Philip van Boshuizen
  43. Harmen van Wonsdorp
  44. Willem van Haren
  45. Douwe van Glins

Friese Nassause Regiment
Luitenant
  1. Rienck van Sytzama
Groninger Nassause RegimentKapitein
  1. Boiocko van der Wenghe
Hoogduitse Nassause Regiment
Kapitein


Zoeken in deze blog