zondag 11 mei 2025

De Hemmema grafkelder te Berlikum

Onlangs is er een dieper onderzoek gestart naar Friese grafkelders en daarbij is archiefonderzoek ook noodzakelijk. Veel weten we immers nog niet...

Onlangs deed ik een mooie vondst in Tresoar, waar zoveel Fries verleden nog onontdekt is.
Een interessante akte trof ik aan in het familiearchief  'Thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg', toegang 326 en inventarisnummer 1556.

De beschrijving van Tresoar vermeld dat het gaat om een aankoop DOOR Francois van Seys van een grafkelder in 1710. 
Daar zit meteen al een fout in, omdat de grafkelder verkocht wordt door Francois.

Laten we beginnen met de transcriptie van deze akte van twee pagina's:

1710 12 mei

Op huijden den XIIen
Meij 1710 compareerde voor mij Willem van den
Bergh, openbaer Notaris bij den Hove van Hollandt
geadmitteerdt, in 's Gravenhage residerende, ende den getuij-
gen hier ondergenoemdt de heer Francois Seijs
Capiteijn onder de Engelse, als in huwelijk hebbende
Juffrouwe Christina Charlotte de Visser, wonende
alhier in den Hage, de welke verklaerde in vollen
ende vrijen eijgendom te cederen, transporteren en ende over
te geven aen ende ten behoeve van den Hoogweled.
heere Duco van Hemmema, over Amptman van 't
Graeffschap Diest en Spiegelbergh, Collonel vande
Friese Garde, sekere gemuijrde graffstede
ofte kelder, met de grote sark daer op, leggende inde
kerk tot Belkom int Choor in Vrieslandt
getekendt No. .... voor desen toegehoordt hebbende
aent huijs van Hemmema en laetstelijk aende
familie van Adelen, van wien sijn comparants
voornoemde huijsvrouw als eenigh kindt en erffge-
naem van haren vader ende moeder za. 't selve
is aenbestorven, ende dat sonder eenigh 't minst
regt actie ofte pretensien aen de voorschreve
grafstede ofte kelder te reserveren, bekennende

wijders hij comparant vande cessie ende overdrag-
te deses door den voornoemde heere van Hemmema
ten vollen voldaen ende betaeldt te wesen met een
somme van vijftigh guldens, nevens de tijkeninge
deses ontfangen, opgemelten sijn Hooged. daer van
quiterende mits desen, belovende wijders sijn Hooged.
voor alle evictie ende naermaninge te sullen guaran-
deren mitsgaders kosteloos en schadeloos te
sullen houden, consenterende ende overgevende
mits desen dat de voorschreve Graffstede ofte
kelder opt kerkeboek tot Belkom magh werden
gesteldt ende overgeboekt op den naem ende ten behoeve
van den voornoemde heere Duco van Hemmema
onder betalinge van sodanige regten als daer toe
staende sijn, tot naarkominge deses verbindt
hij comparant sijn persoon en goederen de selve
specialijk subjecterende den Hove van Hollandt
Aldus gedaen ende gepasseert in 's Gravenhage
voornoemdt ter presentie ende overstaen van
Willem van der Bergh, ende Martinus van
Riijn, beijde Clerquen mijns Notaris als getuij-
gen hier toe versogt, die de Minute dezes
neven den Heere Comparant en

mij Notaris behoorlijk hebben
getekendt

Mij 't oirkonde

[handteening vd Bergh]

Tekening uit 1723 van de kerk van Berlikum, door J. Stellingwerf (Fries Museum)


Grafkelder

  1. Het gaat dus om een familiegrafkelder in de kerk van Berlikum, welke zich in het koor van de kerk bevindt. Dat lijkt een klein detail, maar kan wel eens van grote waarde zijn, omdat één van de onderzoeksvelden de locatie in de kerk mee wordt genomen. Het motto is: 'hoe dichter of in het koor, hoe belangrijker'.

  2. Verder staat er nog heel wat bijzonders in de akte vermeld, namelijk dat het toebehoorde aan het 'Huis van Hemmema' en daarna aan de familie Van Adelen. En niet onbelangrijk; dat de vrouw van de verkoper hier vanaf stamde, dus de grafkelder was al vele generaties in de familie.

  3. Een grafkelder in een kerk was dus feitelijk privé bezit, omdat uit deze akte duidelijk sprake is van een verkoop. De koper betaald er aan de verkoper 50 gulden voor.

  4. De grafkelder wordt een 'gemuijrde grafstede' genoemd, dus opgemetseld met muren en 'met de grote sark daerop'. Dus een grote grafsteen lag bovenop deze grafkelder. 

Duco van Hemmema

De grafkelder wordt in deze akte van 1710 gekocht door Duco van Hemmema (1652-1721), toen kolonel van de Friese Garde. Dit was het elitekorps van de Friese stadhouder, op dat moment Johan Willem Friso van Nassau-Dietz (1687-1711).
Daarnaast was hij volgens deze akte 'ambtman van het graafschap Diest en Spiegelbergh. (bron 1).
Duco (of: Doecke) trouwde in 1710, het jaar van deze akte, met Civile Susanna barones du Tour (1658-1729). Zij was geboren te Leiden als dochter van de Leidenaar David du Tour en Sara l'Empereur d'Oppijck. Haar broer David Constatijn du Tour (1657-1727) trouwde met de Groningse Albertina Tamminga. David was o.a. gedeputeerde in de Staten Generaal namens Friesland en hun zoon Onno Boldewijn du Tour zat in het gevolg van Johan Willem Friso, toen de stadhouder jammerlijk verdronk bij Moerdijk. David werd overigens op 8 december 1727 bijgezet in Berlikum, wat ongetwijfeld in de door zijn zwager gekochte grafkelder.

Francois Seijs
Volgens deze akte is Francois Seijs in 1710 Engels kapitein en was hij woonachtig te Den Haag.
In het Staatse leger waren altijd diverse buitenlandse regimenten, waaronder uit Engeland, ook in die tijd. Lange tijd komen we wel een Anthony Seijs tegen, ingenieur en kapitein in het Friese en later Hollandse regiment. Mogelijk is dit een broer van Francois?

Graag dus hulp bij het verder identificeren van deze Francois.

Christina Charlotte de Visscher
Francois Seijs huwde ca. 1700 met Christina Charlotte de Visscher. 
In de akte wordt zij als De Visser vermeld, maar gewoonlijk werd deze familie als De Visscher geschreven. Verder staat duidelijk in de akte vermeld dat de verkochte grafkelder uit zijn vrouw haar bezit komt. Verder staat er dat Christina Charlotte de grafkelder had geërfd van haar vader en moeder en dat zijn enig kind was. 
Zij zal circa 1675 zijn geboren, vermoedelijk als dochter van Cornelis de Visscher en Catharina Smits van Oyen.
In 1705 verkopen namelijk Cornelis en Christina Charlotte de Visscher land op Het Bildt, waarbij gemeld wordt dat laatstgenoemde vrouw van Francois Seys in Den Haag was.
Dat betekent dat haar moeder toen vermoedelijk al was overleden en dat Cornelis haar vader was.
Een aantal jaren eerder, in 1697, behoorden Cornelis Visscher met 10.000 gulden en Doecke van Hemmema met 30.000 gulden, tot de hoogst aangeslagenen van Menaldumadeel. (bron 2)
Duidelijk is nu dat het hier om een zeer rijke familie moet gaan, maar verder details ontbreken tot nu toe helaas.
In de akte staat dus dat de grafkelder oorspronkelijk van het Huis van Hemmema afkomstig was en daarna van de familie Van Adelen en dat Christina Charlotte als enig kind van haar ouders de kelder was 'aenbestorven'. Dat lijkt te zeggen dat haar één van haar grootouders een Van Adelen zou zijn.
Dus of de ouders van Cornelis de Visscher of de ouders van Catharina Smits van Oyen.

Hierbij is dus hulp ook zeer welkom!

Verkoop
Dat deze kapitein van een Engels regiment de grafkelder verkocht aan Duco van Hemmema is dan ook niet geheel onlogisch. De grafkelder was inmiddels via diverse families vererfd en die ook niets meer met Berlikum hadden. Degene die dat wel had, Duco van Hemmema, kocht daarom zijn voorouderlijke grafkelder weer terug. Geld was waarschijnlijk niet het probleem, want die 50 gulden kon hij als kolonel wel betalen.

State met grafkelder in kerk
Behoorde deze grafkelder in de kerk nu bij Hemmema State te Berlikum?
Dat zal oorspronkelijk best wel eens het geval kunnen zijn geweest.
Hemmema State was een oude, middeleeuwse state en had in 1529 ook zwanendrift.
Dus een grafkelder is daarbij niet onlogisch, zoals de akte immers ook vermeld, het Huis Hemmema.

In 1529 woonde Hette van Hemmema op Hemmema State te Berlikum en zijn zoon Sicke van Hemmema woonde er later op. Maar een jongere zoon van Hette, Rienck van Hemmema, woonde op Hemmema State te Berlikum. Mogelijk kon dit omdat Sicke luitenant in het jonge Staatse leger en dus veel op pad was. Genoemde Rienck is bekend geworden door zijn 'rekenboek' ten tijde dat hij herenboer te Hitsum was geworden. Cira 1582 zal Rienck zijn gestorven en zijn weduwe Ath van Roorda (ca. 1540-1615) hertrouwde met Tading van Adelen (ca. 1540-1624).
Deze Tading was afkomstig van Pingjum, maar werd na zijn overlijden bijgezet in de kerk van Berlikum. Dat bewijst dus de vererving van de Hemmema grafkelder op de familie Van Adelen.
Ook hun zoon Rienck van Adelen (ca. 1610-<1655), kapitein in het Friese Regiment, werd bijgezet in de kerk van Berlikum.

Nu ontstaat er de volgende vraag; waren dezelfde personen gebruiker en/of eigenaar van Hemmema State te Berlikum?

Volgens de bekende site 'stinseninfriesland' (bron 3) waren opeenvolgende leden van de familie Hemmema bewoner van deze state en wordt hier geen andere familie vermeld, zoals bijv Van Adelen.

2e helft 15e eeuw Doecke Hemmema
ca 1491 Hette Doeckes Hemmema
- 1503 Doecke Hettes van Hemmema
1503 - 1572 Hette Doeckes van Hemmema
1572 - 1584 Sicke Hettes van Hemmema
1584 - 1603 Sierck Sickes van Hemmema
1603 - 1646 Sicke Siercks van Hemmema
1646 - 1698 Doecke Siercks van Hemmema, broer van voorgaande
1698 - 1721 Doeke Doeckes van Hemmema
1721 - 1729 Civile Susanna du Tour, weduwe van Doeke Doeckes
1729 - 1746 Carel Duco graaf d’Aumale
1747 de heer Quader; state gesloopt

Het lijkt er dus sterk op dat een bepaalde periode (ca. 1580) de eigenaren van Hemmema State niet meer eigenaar van de grafkelder in de kerk waren en dat pas onder Duco van Hemmema dit weer werd hersteld. Dit valt dus gelijk aan het begin van de opstand, maar of dit ermee heeft te maken?
Of moest het bezit verdeeld worden onder de verschillende kinderen, waardoor state en grafkelder uit elkaar raakten?
Of was de familie Van Adelen eigenaar van Hemmema State en verhuurden ze de state aan de Hemmema's?
Of...waren er wellicht twee Hemmema grafkelders?
Eén voor de bewoners van Hemmema State en één voor een andere tak, die in handen van Adelen kwam?
Vragen om nader onderzoek te doen!

Grafzerk
Tot slot: er lag dus een grote grafzerk bovenop de grafkelder.
Volgens de site van Hessel de Walle liggen/lagen er zowieso een paar kanshebbers:


vindplaats: in de kerk; verdwenen?
type: Grafstenen
bron: Grafschriften Menaldumadeel
plaats: Berlikum
Walle-nummer: 367

Tating van Adele st[erf] 14 febr. 1624
Anna van Adelen
Rienck van Adelen capiteyn


of

vindplaats: in de kerk; verdwenen
type: Grafstenen
bron: Gemeld per e-mail
plaats: Berlikum
Walle-nummer: 9952

[Anno 1698 den 15 july sterf Doecke van Hemmama .... 95 iaer]
Hemmema Poppema Gratnia Decama Bootsma Camstra Faetsma...
... Jarges ...


Welke van deze twee dekte de grafkelder?
Ik zou gokken op die van de Hemmema's, maar zeker weten we het nog niet.


Bron 1) Het graafschap Diez was een graafschap rond de Duitse stad Diez in Rijnland-Palts.
Spiegelberg was een tot de Nederrijns-Westfaalse Kreits behorend rijksgraafschap binnen het Heilige Roomse Rijk. De belangrijkste plaats van het graafschap was Coppenbrügge in de Duitse deelstaat Neder-Saksen.

Bron 2) https://www.mpaginae.nl/At/1697hoogst.htm

Bron 3) http://www.stinseninfriesland.nl/HemmemaState.htm 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Zoeken in deze blog