Posts tonen met het label schilderij. Alle posts tonen
Posts tonen met het label schilderij. Alle posts tonen

donderdag 28 november 2019

Friese kapiteins (34) : Idzart van Grovestins


Friese kapiteins (34) : Idzart van Grovestins

In deze serie worden de Friese kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e eeuw in het 'Friesche Nassause Regiment' dienden. Het is een lange rij van vooral adellijke officiers, van wie meestal nog niet eerder een minibiografie is verschenen.


Achtergrond
De familie Grovestins behoorde tot de oude Friese adel. Hun oorsprong ligt in het dorp Engelum, alwaar vanouds de 'Groue Stins' stond.
Oorspronkelijk had deze stins de naam Sirtema, waardoor deze familie zich ook wel Sirtema van Grovestins noemde.
Later kwamen er ook nog Grovestinsen in Hurdegarijp en Koudum.
Deze familie heeft een aantal bekende en voorname leden voortgebracht waarvan ik een aantal in het bijzonder noem:
  • Wybe van Grovestins (?-1482), alias 'Skerne Wybe'. Hij was een beruchte vetkoper en dankte zijn bijnaam 'Skerne' aan het feit dat hij zijn hoofd kaalgeschoren had. Hij had de zegswijze 'Net te froed, net te tsjoed', wat wil zeggen 'niet te goed, niet te kwaad'.
  • De twee broers Wybe (ong. 1540-1600) en Oene van Grovestins (ong. 1550-?) ondertekenden het smeekschrift van het Verbond der Edelen, welke op 5 april 1566 aan de landvoogdes Margartha van Parma werd aangeboden.
  • Frederick van Grovestins (1668-1730) was luitenant-generaal van de cavallerie en gouverneur van Bergen op Zoom. In 1709 was hij aanwezig bij de Slag bij Malplaquet en in 1712 ondernam hij een spectaculaire vergeldingstocht door Noord-Frankrijk.
Omstreeks 1575 werd onze Idzart geboren als zoon van Wybe van Grovestins en Johanna Bulter.
Vader Wybe was van 1561-1572 grietman van Menaldumadeel, maar moest afstand van deze functie nemen vanwege zijn sympathie voor de opstand. Wybe sloot zich aan bij de watergeuzen en werd luitenant onder de bekende watergeus Duco van Martena, die in 1572 tot luitenant-admiraal van Friesland was benoemd. In 1578 werd hij wederom, nu tot zijn overlijden in 1600, de grietman van Menaldumadeel

Op 26 mei 1593 wordt Idzart ingeschreven aan de Universiteit van Franeker, als 'Idzardus Groustins'.
Idzart (ook wel: Edzart) huwde ongeveer in 1600 met Beyts van Oenema (of: Unema), waarvan we verder nog geen gegevens hebben.
Wel lijkt het voor de hand liggend dat ze uit het edele geslacht Unema uit Blija stamt, net zoals de grootmoeder van Idzert.

In 1607 huwde hij voor de tweede maal met Hester Huysckens, dus zal Beyts enige tijd daarvoor zijn overleden.
Helaas is ook van deze Hester (of: Elisabeth) niets bekend.
Ook deze Hester zal ongetwijfeld van hoge- of adellijke komaf zijn geweest.
Uit beide huwelijk zijn geen kinderen bekend.

Militaire carrière

Op 11 oktober 1596 werd Idzart benoemd tot 'vendrighopman'. Hij zal wellicht op dat moment nog vaandrig geweest zijn.
Samen met zijn broer Frederick vocht hij in de voorhoede onder luitenant-kolonel Taco van Hettinga, in de bekende Slag bij Nieuwpoort in 1600.
Het jaar erop komen we hem nog tegen in de veldtocht naar Brabant, waar hij samen met vijf andere kapiteins, onder Quirijn de Blau diende.
Tevens was hij in 1601 aanwezig bij het Beleg van Rijnberk.
Op 18 november 1603 werd hij als kapitein opgevolgd door Pieter van Dekema, welke een half jaar later de dood al vond, tijdens het bloedige beleg van Oostende in België. Idzart werd dat jaar de nieuwe grietman van Menaldumadeel, zie hieronder.

Bestuurlijke carrière
Op 17 november 1603 werd hij grietman van Menaldumadeel, welke functie hij tot zijn overlijden in 1613 uitoefende.
Zijn voorganger was Tjalling van Eysinga,woonachtig op Heringa State te Marssum, die op 31 augustus 1603 was overleden.
In 1604 was hij volmacht namens Menaldumadeel naar de Friese landsdag in Leeuwarden.
Het jaar erop, in 1605, komen we nog een opvallende gebeurtenis tegen:

'In 1605 werd hem als Kapitein het bevel opgedragen over een, door hem aangeworvene krijgsbende, met last om zich met dezelfve naar Oldeberkoop te begeven, doch reeds in hetzelfde jaar weder bedankt'.
Twee jaar later weigerachtig zijnde, 's lands schatting wegens zijne Grietenij op te brengen, werd er bevel gegeven hem door een compagnie te doen executeren; doch hij nam aan binnen vier dagen te zullen betalen'.
Na Idzart zijn overlijden in 1613 volgde Tjerk van Herema uit Berlikum hem op als grietman.

Schilderij
Er was een prachtig portret van hem, gemaakt in 1613 door de bekende schilder Jan Urbeijns de Salle.
Idzart draagt hier een kanten plooikraag en hij heeft zijn linkerhand aan het gevest van een degen. Aan de gordelriem draag hij behalve een tandenstoker, een penning.
Deze penning is bijzonder, omdat hierop drie wapens staan afgebeeld en een latijnse tekst.
Het meest linker wapen is die van Grovestins, met de drie sterren.
De andere twee zijn waarschijnlijk van zijn twee vrouwen, waarvan de rechter zo te zien in vier vakken is gedeeld.
De randtekst op de penning is als volgt:
A DOMINO FACTUM EST ISTUD (vrij vertaald: de Heer heeft het gedaan)
Het schilderij is helaas in 1940 tijdens de oorlog verloren gegaan.

Schilderij van Idzart van Grovestins, gemaakt in 1613.
Toegeschreven aan Jan Urbeijns de Salle.

Detail van de penning die Idzart op het schilderij draagt.


Gedicht van Gysbert Japicx
In het werk 'Friesche rymlerye' van de bekende 17e eeuwse Friese dichter Gysbert Japicx (1603-1666) staat een gedicht waarin volgens de makers van het 'Stamboek' Idzart waarschijnlijk wordt bedoeld.  Het heet 'Tijd-kirtige Pittear lanze wey, twissche Egge, Wyneringh in Goadsfrjuen', waarbij met Goadsfrjuen dan Idzart wordt bedoeld.

Familiewapen

Familiewapen Grovestins
(Stamboek van den Frieschen Adel)


Dit wapen is gedeeld: links de veel gebruikte halve Friese adelaar en rechts drie sterren paalsgewijs op een blauw veld.
Op andere afbeeldingen ontbreekt de adelaar overigens.

Familieleden in het leger
  • zijn vader Wybe van Grovestins (ong. 1540-1600) was luitenant
  • zijn oom Balthasar von Warkotsch (ong. 1530->1561) was (rooms) K.M. Maarschalk op het beruchte blokhuis te Leeuwarden.
  • zijn broer (ong. 1575-1603) was kapitein en overleed in Oostende
  • zijn zwager Popcke van Roorda (ong. 1570->1609) was vermoedelijk ook kapitein
Vaandel

Het compagnie-vaandel van Idzart van Grovestins, omstreeks 1600.

Compagnie nr. 8
* Idzert van Grovestins (*ong. 1575-
U1613)
* Kapitein van 1596-1613

* Voorganger: ?
* Opvolger: Pieter van Dekema
* Hoogste militaire functie: kapitein
* Woonplaats: Engelum





Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van Friese compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.

Friese Nassause Regiment
Kapitein

Friese Nassause Regiment
Luitenant
  1. Rienck van Sytzama
Groninger Nassause Regiment
 
Kapitein
  1. Boiocko van der Wenghe
Hoogduitse Nassause RegimentKapitein

donderdag 15 oktober 2015

Mogelijke herkomst van Aysma schilderijen te Zwolle

Zoals in de vorige twee blogs al aangegeven, hangen er twee 'Aysma' schilderijen in het Stedelijk Museum te Zwolle. Grote vraag daarbij is hoe die hier terecht zijn gekomen.

Uiteraard begon deze zoektocht met de vraag aan conservator Linda Barendse. Deze gaf aan dat deze herkomst niet meer te achterhalen is.  De schilderijen zijn een bruikleen van VORG; de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis.

Deze stichting hield in 1882-1883 een grote tentoonstelling, waarbij ze van alle kanten kunst geschonken kregen. De twee Aysma schilderijen zullen dus door de toenmalige eigenaar(s) aan de VORG zijn gegeven. Een jaar later werd er een museum in het Drostenhuis geopend, waar de schilderijen kwamen te hangen en nog steeds hangen.



Toch valt er wel aan een bepaalde richting te denken. De opvolgende generaties waren telkens zeer klein en meestal was er maar één erfopvolger.

Ik kom tot de volgende opstelling:
  1. Schelte Hotzes van Aysma (1655-<1708), huwde Anna Ida Spruyt.
    Van hem is het schilderij 'Jongen met de hoed'
    Zij kregen 5 kinderen, waarvan alleen Hotze huwde.
  2. Hotze Aysma van Lauta (1681-1747), huwde Anna Geertruid Swaen
    Zij kregen 7 kinderen, waarvan alleen jongste dochter Scheltina huwde.
  3. Scheltina Anna Ida Aysma van Lauta (1741-1763), huwde Wilt Hendrik van Broeckhuysen
    Haar schilderij hangt in het Museum te Zwolle
    Zij kregen slechts 1 kind, omdat Scheltina enkele weken na de geboorte van hun dochter kwam te overlijden. Waarschijnlijk t.g.v. de bevalling.
  4. Anna Geertruida van Broeckhuysen (1763-1785), huwde Ludolph Evert Willem Sophonius Sloet tot Oldhuis. Ook zij kregen slechts één kind.
  5. Jan Adriaan Joost Sloet tot Oldhuis(1783-1859), huwde Johanna Jacoba Sara Visscher
    Zij kregen twee zonen: Ludolf en Bartholomeus.
  6. Bartholomeus Willem Anne Elisa Sloet tot Oldhuis (1807-1884), huwde (1) Wilhelmina Hendrika Arntzenius.  Uit dit huwelijk o.a. Adriaan en Ludolf
  7. 1. Adriaan Gustaaf Mr. Baron Sloet tot Oldhuis (1834-1900), huwde Diederica Jacoba barones van Fridagh

    2 Ludolf Edzard Alfred Sloet tot Oldhuis (1840-1907).
    Hij was ongehuwd en woonde te Haarlem, waar hij vice-president van de arrondissementsrechtbank was.
Mijn vermoeden is dat de broers Adriaan en Ludolf in het bezit waren de schilderijen en dat zij ze geschonken hebben aan de VORG. Beide waren geboren in Overijssel en Adriaan is overleden in Zwolle. Hun vader Bartholomeus was president van het arrondissementsrechtbank te Zwolle en schreef in 1874 twee artikelen in het verslag van de VORG.

Dat de familie Sloet schilderijen had, blijkt uit de uitgave "Iconographia Batava; beredeneerde lijst van geschilderde en gebeeldhouwde portretten van Noord-Nederlanders in vorige eeuwen", geschreven door E.W. Moes en uitgegeven in 1897.
Hierin komen de volgende vermeldingen voor.

  1. nr. 1139. Ludolf E.A. Sloet tot Oldhuis, had een schilderij in bezit van Anna Mellesdr. Broersema (ong. 1630-na. 1700) , echtgenoot van Hotze van Aysma (geb. 1628). Geschilderd door H. Monsma
  2. nr. 1501. Bartholomeus W.A.E. Sloet tot Oldhuis had een schilderij van Wolter ten Cate (1701-1796), fabrikant te Hengelo
  3. nr. 3285. Ludolf E.A. Sloet tot Oldhuis had een schilderij in bezit van Adolf Jacob Hendrik van Heeckeren, Heer van Nettelhorst. (1715-1765). Adolf was een broer van de overgrootmoeder van Ludolf (zie ook hieronder nr. 4).
  4. nr. 3302. Ludolf E.A. Sloet tot Oldhuis had een schilderij in bezit van Wilhelmina Agnes Elisabeth Elbertina van Heeckeren van Nettelhorst (1717-1795). Geschilderd door G.J. Palthe in 1749. Wilhelmina was gehuwd met Johan Adriaan Joost Sloet en daarmee was zij de overgrootmoeder van Ludolf Sloet.
Hieruit kan wel geconcludeerd worden dat de kans zeer groot is dat de twee Aysma schilderijen afkomstig waren uit het bezit van deze familie Sloet.

Uiterst belangrijk is dat er dus nog een schilderij geweest is van schilder Harmen Monsma. Deze schilder kennen we van het schilderij 'jongen met de hoed', die van Schelte Hotzes van Aysma uit circa 1660.

Tenslotte kan nog gemeld worden dat er nog een pastelportet moet zijn van Anna Geertruid Swaen (1700-1782), ook van de schilder Pieter Frederik de la Croix. De verblijfplaats ervan is echter momenteel onbekend. Anna was de moeder van Scheltina van Aysma.

Overigens hangen in het museum te Zwolle ook nog twee kinder-schilderijtjes uit de familie Sloet. Een portret van Anna Judith en Coenraad Willem Sloet van Tweenijenhuizen uit 1772. Zij zijn echter van een andere tak van de familie Sloet en vermoedelijk zijn deze schilderijen op een andere manier in het museum terecht gekomen.


maandag 12 oktober 2015

Prachtig schilderij van Scheltina Anna Ida Aysma van Lauta

In mijn vorige blog schreef ik over het 'ontdekte' schilderij van Schelte Hotzes van Aysma in het Stedelijk museum te Zwolle. Al iets langer was bekend dat daar nog een Aysma schilderij hing, namelijk van een Scheltina Anna Ida Aysma van Lauta.

Deze Scheltina is gedoopt op 18 augustus 1741 te Zutphen, als dochter van Hotze Scheltes Aysma van Lauta en Anna Geertruid Swaen. Daarmee is ze dus een kleindochter van Schelte Hotzes van Aysma!

Haar vader Hotze was in 1681 geboren te Schettens en was kapitein en later kolonel in het Staatse leger. Hij zette daarmee een echte familietraditie voort, want zijn meeste voorvaderen dienden ook in het leger.Zijn overgrootvader Schelte van Aysma was zelfs in 1637 bij het beleg van Breda omgekomen.

Hotze werd tijdens zijn carrière gestationeerd in de garnizoensstad Zutphen en zal daar zijn toekomstige bruid tegen het lijf zijn gelopen, wellicht tijdens een deftig diner van officieren.
Deze 'bruid' was Anna Geertruid Swaen, geboren omstreeks 1700 en waarschijnlijk in Zutphen.
Haar ouders heetten Antonie Swaen en Maria van Diemen. Antonie was commandeur aldaar; een militair bevelhebber over een garnizoen.

In 1722 staat Hotze nog vermeld als eigenaar van Osinga State te Schettens, waar hij toen vermoedelijk nog woonde. Op 23 november 1727 trouwt hij te Zutphen met Anna en zij zullen toen een riante woning aldaar hebben betrokken. In ieder geval krijgen Hotze en Anna zeven kinderen die allen in Zutphen zijn geboren. Het noodlot sloeg echter keihard toe, want waarschijnlijk alleen Scheltina behaalde de volwassen leeftijd. Omdat de overlijdensregisters van Zutphen van die jaren niet bewaard zijn gebleven valt dit niet met zekerheid na te gaan. Wel is zeker dat we later alleen nog van Scheltina vernemen en van de anderen niet meer.

Op 8 augustus 1762 trouwt Scheltina in Zutphen met de kapitein Wilt Hendrik van Broeckhuysen, die dus ook afkomstig is uit een militair geslacht.



Hierboven dan het prachtige schilderij van een jonge Scheltina, welke hangt in de Salon van het Stedelijk Museum te Zwolle. Ook hier staat haar echte naam niet bij het schilderij vermeld, net zoals bij haar grootvader Schelte Hotzes van Aysma het geval is. Op een losse toelichting op een A4 staat echter wel haar naam vermeld, evenals de maker van het portret. Het is namelijk geschilderd door Pieter Frederik de la Croix in 1746, een schilder uit Den Haag. Op wikipedia staat meer over hem geschreven, waarbij ook het schilderij van Scheltina als voorbeeld is meegenomen.
Op de website van het museum staat een uitgebreide beschrijving. Hier staat echter ook weer 'portret van een meisje'. Evenals bij het schilderij van 'de jongen met de hoed' is ook haar schilderij opgenomen in het hoorspel van de Izi app en vertelt Scheltina haar verhaal.

Net als bij het schilderij van grootvader Schelte van Aysma, staan ook hier rechtsboven de wapens van haar ouders geschilderd welke aan elkaar zijn gehangen met een rode knoop.


Dit zijn dus de wapens van Aysma (een klimmende leeuw) en Swaen. Deze laatste is dus een mooi voorbeeld van een sprekend wapen, met drie afgebeelde zwanen.

In een volgende blog ga ik verder in op de vraag hoe deze schilderijen mogelijk in dit museum terecht zijn gekomen.

zondag 11 oktober 2015

Schilderij van Schelte Hotzes van Aysma ontdekt

Schettens had eeuwenlang een adellijke familie binnen zijn dorpsgrenzen. In de 16e en 17e eeuw was dat de familie Van Osinga en in de 17e en 18e eeuw waren dat de gelieerde Van Aysma's.
Beide bewoonden ze de Osinga State net buiten het dorp, welke later veranderde in een boerderij.

Uiteraard hebben beide familie's meerdere schilderijen laten maken van hun zelf of van hun kinderen. Echter, tot voor kort was hier verder helemaal niets van bekend.

Totdat ik vorige week een tweet op twitter zag over een dubbel wapen op een schilderij. Die tweet van 10 juli 2014 was afkomstig van museum Martena uit Franeker. Zij hadden op dat moment de tentoonstelling 'Pjutten en beukers, Friese kinderportretten 1550-1800' en daarin bevond zich dit schilderij van een onbekende jongen. Het doek was afkomstig uit het Stedelijk Museum te Zwolle en was voor de gelegenheid uitgeleend naar Franeker.

Conservator Marjan Brouwer, zelf ooit ook conservator van het Stedelijk Museum te Zwolle, kreeg grote interesse in dit schilderij en wilde proberen de naam van de afgebeelde jongen te achterhalen.
Op de tweet waarin de wapens waren afgebeeld, kwamen enkele reacties. Al gauw bleek het te gaan om de wapens Aysma en Broersema.


De afgebeelde 'onbekende jongen' kon maximaal 7 jaar oud zijn, omdat hij nog in een rok was afgebeeld. Dit was toentertijd gebruikelijk en vooral handig in het dagelijks leven. Pas vanaf zijn zevende kreeg een jongen 'stoere' kleding aan. Wellicht was het schilderij uit circa 1660 ook bedoeld om deze overgangsfase vast te leggen.

Nu kwamen voor deze wapens eigenlijk maar één gezin in aanmerking, namelijk Hotze Scheltes van Aysma die gehuwd was met Anna Mellesdr. Broersema. Hun wapens kloppen met die van het schilderij.
Daarnaast, en niet onbelangrijk, hadden ze omstreeks 1660 maar één zoon, waarvan we weten dat die in ieder geval deze leeftijd heeft gehaald. Dat is Schelte Hotzes van Aysma, geboren in 1655 te Schettens. Hij zou dan ong. 5 of 6 jaar oud zijn op  het schilderij.



Uiteraard heb ik zaterdag 3 oktober meteen de kans gegrepen het schilderij in 'levende lijve' te bewonderen. Het Stedelijk Museum te Zwolle is deels gevestigd in het schitterende, uit 1551 daterende, Drostenhuis. In de zogenaamde Zilverkamer hangt Schelte prominent aan de muur. Ernaast hangt echter nog een kaartje met de tekst:

Harmen Monsma, ca. 1665-1675
Portret van een onbekende jongen
olieverf op doek


Harmen Monsma is de schilder, welke duidelijk zijn naam erop heeft geschilderd. Links onderaan staat namelijk 'H. Monsma. fecit'.
Van deze schilder is nog niet zoveel bekend. Een volgende keer proberen we over hem wat meer te schrijven.

Nog leuk om te vermelden is dat er een app (Izi.travel) is voor het Stedelijk Museum te Zwolle, waarbij je van negen voorwerpen een beschrijving kunt horen via het 'hoorspel'. De allereerste ervan behandelt dit schilderij. Een kinderstem (uiteraard!) vertelt hier wel dat hij waarschijnlijk Schelte Hotzes van Aysma heet, maar zegt erbij dat dit nergens beschreven staat.

De ontdekking van dit schilderij heeft echter geleid tot meerdere vondsten. In een volgende blog meer hierover.




Zoeken in deze blog