Posts tonen met het label Heemstra. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Heemstra. Alle posts tonen

donderdag 10 oktober 2019

Friese kapiteins (28) : Douwe van Andringa


Friese kapiteins (28) : Douwe van Andringa

In deze serie worden de Friese kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e eeuw in het 'Friesche Nassause Regiment' dienden. Het is een lange rij van vooral adellijke officiers, van wie soms veel bekend is, maar soms ook praktisch niets. 


Achtergrond
De familie Van Andringa behoort tot de Friese adel en had hun oorsprong in Akkrum in de gemeente Utingeradeel, waar ze hun stamgoed Andringa State hadden.
In 1604 werd Douwe geboren, als zoon van Poppe van Andringa en Tjets van Grovestins.
Zijn ouders woonden omstreeks 1600 op Ameland en Poppe was kapitein op een oorlogsschip en zal daarmee tegen de Spanjaarden hebben gevochten.
Omstreeks 1608 verdronk Douwe, samen met zijn zoon Oene, op zee. Wat er precies gebeurd is en onder welke omstandigheden is helaas onbekend.
Na het vroegtijdig overlijden van Poppe ging zijn weduwe op Andringa State te Marssum wonen, welke wellicht nog door Poppe was gebouwd.
Douwe zal hier samen zijn opgegroeid met zijn andere broer Tjalling en zussen Jel en Teth van Andringa.

Andringa State te Marssum
(1722, Jacobus Stellingwerf)

Op 23 mei 1630 ondertrouwde Douwe te Marssum met Wilsck van Heemstra, een dochter van Feije van Heemstra en Aaltje Tjaerda van Starkenborgh.
Wilsck is waarschijnlijk op Heemstra State te Oenkerk geboren.
Uit dit huwelijk is zoon Tjalling op 18 december 1634 te Bolsward gedoopt, die echter op jonge leeftijd weer is overleden.
Het verdriet was compleet toen op 2 januari 1635 ook moeder Wilsck overleed, dus binnen enkele weken na het dopen.
Na haar overlijden, kreeg Douwe nog 2 zonen uit een tweede huwelijk of relatie: Tjaert en Poppe van Andringa, die beide ook kapitein werden.
Zelf overleed Douwe op 2 oktober 1642 op 38-jarige leeftijd. Hij werd begraven in de kerk van Oenkerk.

Militaire carrière
Op 4 december 1629 wordt Douwe luitenant in de compagnie van kapitein Hotze Siercks van Aysma. Hij volgde daarbij diezelfde Aysma op, die daarvoor luitenant was in de compagnie van kapitein Lubbert van Lycklama. Hiervoor was Douwe vaandrig in de compagnie van Lubbert.
In 1633 doet Douwe de eed van hopman (=kapitein), dus toen zal hij een eigen compagnie hebben gekregen. Of hij hierbij iemand opvolgde op dat hij een nieuwe compagnie startte is helaas niet bekend.

Al snel was zijn eerste publieke optreden als kapitein, omdat hij meeliep in de lijkstatie van de overleden Friese stadhouder Ernst Casimir, begin 1633.
Hij staat hier vermeld met de latijnse naam Dominicus ab Andringa en draagt dan, samen met de andere kapiteins, de lijkbaar van de stadhouder.

Deel van de lijkstatie van stadhouder Ernst Casimir, januari 1633.

In de periode 1632-1637 lag de compagnie van luitenant-kolonel Schelte van Aysma in Bolsward in garnizoen.
De kans is groot dat hier in die periode ook meerdere compagnies lagen die onder hem vielen, waaronder dan die van Douwe van Andringa.
Immers, zijn zoon wordt in 1634 in Bolsward gedoopt.
Ook zijn zwager Feije van Heemstra, die luitenant onder Douwe was, kwam in 1634 samen met zijn vrouw Maria Bannier in Bolsward te wonen.
Omstreeks 1637 lag hij in garnizoen in Coevorden, samen met kapitein Jan Gerckes Hoptilla. Zij kregen patent (=opdracht) van Gedeputeerde Staten om naar Stavoren op te rukken. Echter de Friese Stadhouder Hendrik Casimir was het hiermee niet eens en gaf de commandant van Coevorden opdracht om de poorten van de vesting gesloten te houden.
Op 11 maart 1643 wordt Douwe wegens overlijden opgevolgd door kapitein Tjerck van Solckama.

Familiewapen

Familiewapen Van Andringa
(Stamboek van den Frieschen Adel)

Familieleden in het leger
  • Zijn vader Poppe van Andringa (ong. 1580-?) was kapitein 'ter zee'
  • Zijn broer Oene (ong. 1590-<1608) was waarschijnlijk officier ter zee.
  • Zijn broer Tjalling (ong. 1600-?) was waarschijnlijk vaandrig en overleed op jonge leeftijd.
  • Zijn zwager Jacob van Ruffelaer (ong. 1580->1639) was kapitein en gehuwd met Jel van Andringa.
  • Zijn zwager Hoyte van Goslinga (ong. 1590-<1664) was luitenant en gehuwd met Teth van Andringa
  • Zijn zoon Tjaert van Andringa (ong. 1635-1674) was kapitein
  • Zijn zoon Poppe van Andringa (ong. 1640-1671?) was kapitein
  • Zijn oom Douwe Sirtema van Grovestins (ong. 1570-1591) was kapitein
     
Grafsteen
In de Mariakerk te Oenkerk is de grafzerk van Douwe van Andringa bewaard gebleven.
Hij ligt samen met zijn vrouw, in het graf van zijn schoonouders.

Grafsteen Feye van Heemstra en Aeltje Tjaerda van Starkenborgh in de kerk te Oenkerk.
Ook schoonzoon Douwe van Andringa is in dit graf begraven.


De tekst op de zerk is als volgt:
Anno 1621 den 30 junij sterf den eedelen erentphesten joncer Feijo van Heemstra, d' olde, in zijn leven grietman over Tzietziercksteradeel, out 76 jaren en leit hier begraven

Anno 1629 den 28 maij sterf den edelen, erentphesten jonker Adolf van Heemstra, ontfanger generael van Tzietziercksteradeel, oud 44 jaren, en leijt hier mede begraven

Anno 1635 den 2 januari sterf de eedele en eerbare juffrou Wilksck van Heemstra, huisfrou van den manhaften capitein Douwe van Andringa, oud 31 jaar en leijt alhier begraven.

Anno 1642 den 2 october sterf den eedelen ende manhaften joncker Douwe van Andringa, capitein des Frieschen en Nassouschen regiments, oud 38 jaren en leit alhier begraven

Tzietzercksterana prator dum oita manebat
Partis, etc. Heemstrano sanguine Fyo satus
Hac recubat tumulatus humo; quo judice lacta
Stabat fronte bonus mente pauinte malis
Hunc vidua fleurere, orbiq parente pusilli
Hunc pressi querelo murmuri sape petent
O deus, igniuomo judex ubi sederis flxi
Numen huic placidum, judiciumque feras


detail grafzerk met daarop de tekst van Douwe van Andringa

--> detail grafzerk met daarop de tekst van Douwe van Andringa

Grafsteen Feye van Heemstra

In dezelfde kerk te Oenkerk ligt ook de grafsteen van de officier Feye van Heemstra, die op jonge leeftijd overleed. Hij was de jongere broer van Wilsck van Heemstra.
Op zijn grafsteen staat de naam en titel van zijn kapitein en zwager Douwe van Andringa vermeld waaruit we mogen concluderen dat hij daar nogal trots op was.
De tekst is als volgt:
Anno 1636 den 4 januarij sterf den edelen en manhaften joncker Feijo van Heemstra, in leven luitenant onder den edelen en manhaften capitein joncker Douwe van Andringa, oud zijnde 31 jaren en leijt alhier begraven.

Vaandels
Niet bekend.

Compagnie nr. 35
* Douwe van Andringa (*1604-
U1642)
* Kapitein van 1633-1642

* Voorganger: niet bekend.
* Opvolger: Tjerck van Solckama
Meer informatie:


Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van Friese compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.



vrijdag 6 september 2019

Friese kapiteins (26) : Epe van Heemstra


Friese kapiteins (26) : Epe van Heemstra

In deze nieuwe serie worden de Friese kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e eeuw in het 'Friesche Nassause Regiment' dienden. Het is een lange rij van vooral adellijke officiers, van wie soms veel bekend is, maar soms ook praktisch niets. 


Achtergrond
De familie Heemstra, die voor de verandering eens niet is uitgestorven, behoort tot de oude Friese adel en heeft veel officieren voortgebracht.
Epe van Heemstra werd in 1575 geboren, waarschijnlijk op Heemstra State in Oenkerk.
Daar woonden zijn ouders Feije van Heemstra, die grietman van Tietjerksteradeel was en Tjets van Sippens.

Heemstra State te Oenkerk (tekening J. Stellingwerf, 1721)
In dat jaar was het verre familielid Feie van Heemstra nog steeds eigenaar van het familieslot. 


Op 19 augustus 1603 huwde Epe met zijn volle nicht Ebel van Heemstra.
Zij was afkomstig van Kimswerd in de toenmalige grietenij Wonseradeel en was een dochter van Taecke van Heemstra en Jelts van Bonga.
Ebel haar ouders woonden na hun huwelijk eerst op Bonga State te Kimswerd, maar verhuisden later naar IJntzema State eveneens in Kimswerd.
Dat was waarschijnlijk toen haar stiefbroer Sybrant van Bonga het stamslot betrok.
Aangezien zowel Epe als Ebel in Kimswerd zijn begraven, is het waarschijnlijk dat zij in dat dorp hebben gewoond.
Dan lijkt het voor de hand liggend dat ze evenals haar ouders op Heemstra State woonden, die groot genoeg zal zijn geweest voor twee gezinnen.
Verder was Epe als officier veel van huis, waardoor Ebel mooi bij haar ouders kon verpozen.
Er is één dochter bekend uit hun huwelijk, namelijk Ydt of Yda van Heemstra, geboren in 1604. Zij huwde in 1623 met Johannes van Tiara, die vaandrig onder kapitein Johannes Fransen Adama was.
Zowel Epe als Ebel overleden op zeer jonge leeftijd. Epe reeds op 24 december 1611 en Ebel op 9 november 1607 op 24-jarige leeftijd.

Militaire carrière
Helaas hebben we weinig gegevens van Epe zijn militaire carrière. Hij werd op 3 juni 1606 gekozen tot hopman, dus kapitein.
Daarvoor zal hij de gebruikelijke functies van vaandrig en luitenant vervuld hebben, maar we weten niet bij welke compagnie.
Omdat hij slechts zo'n 5 jaar kapitein was en deze periode ook nog deels in het 12-jarige bestand viel, zal hij ook minder hebben meegemaakt qua oorlogshandelingen.
Volgens Kimswerd kenner Reinder Politiek was hij kapitein van een eenheid ruiters onder stadhouder Willem Lodewijk en was hij in 1594 bij Zoutkamp en in 1600 bij de Slag bij Nieuwpoort.
Volgens Politiek is Epe op het slagveld omgekomen, maar de bron hiervoor is niet bekend.

Familiewapen
Familiewapen Van Heemstra (Stamboek van den Frieschen Adel).



Grafzerk

In de Hervormde kerk van Kimswerd ligt de werkelijk schitterende grafzerk van Epe en Ebel van Heemstra, gemaakt in 1614 door de Harlinger hardsteenhouwer Jacob Lous (Forssenburg). Op dezelfde steen staan nog de namen van hun dochter Yda van Heemstra (1575-1611) en die haar dochter Yda van Tiara (1634-1694).
Opvallend genoeg is aan de steen niet te herleiden dat het hier om een officier gaat. Meestal staat er dan 'manhaften' voor de naam, maar hier staat dus 'eerentpheste'.
Ook staan er geen militaire attributen afgebeeld op de zerk.
Bijzonder is dat de steen een toegankelijke grafkelder afdekt. In deze kelder liggen echter alleen de drie skeletten van Ebel, Yda en Yda van Tiara.
Waar het skelet van 'onze' Epe van Heemstra is gebleven is een raadsel.
De kelder wordt nog ieder jaar geïnspecteerd door de voogden van het Diaconale Weeshuis van Franeker, precies zoals Yda van Tiara het in haar testament had bepaald.



De tekst op de zerk is als volgt:
Iacob 1614 Lous

Ao 1611 de 24 dece sterf de eedele eerentpheste io Epo va Hemstra olt 36 iaer alhier begraven

Ao 1607 de 9 novebr sterf die edele eerbare iuffr Ebel va Hemstra Epo va Hemstra zijn wyf out 24 iaer

Ao 1650 de 15en augustii sterf de wel eedele iuffrou Yda va Hemstra 2de dogr va ioncr Epo van Hemstra alhier begraven

Den 12 iannuarius 1694 is inden heere ontslaepen de eerwaarde deughdrycke juffrou Yda van Tiaare oud ontrent 60 jaeren en is hier begraven

I.L.

Hora monet mortis nemo sibi fidat ut idem
Sit iuvenis moritur aem vocal hora famen
Exemplo sumus integri florentibus annis
Rapti sub saxo nunc duo nos tegimur



Epitaaf
In dezelfde kerk in Kimswerd hangt ook nog een houten epitaaf, welke het leven en overlijden van Epe beschrijft in het latijn.
De tekst is als volgt:

Epicedium

In obitum Nobilitate, strenuitate, virtue, & fide
Excellentissimi viri, D. Eponis ab Hemstra
Nobilissimie & amplissimi viri d
Feijonis ab Hemstra, greetmanni
in Tzietiercksteradeel F.

Tempore, quo Frisiis stabat feralis Enyo,
Emicuit virtus noblis Epo Hemstra tua.
Officiis, vixilliferique, vicari &, deinde tribuni,
Militiaeve ducis, famigeratus eras.
Proque focis patriis, proque aris vindice marte,
Certabas Magna dexteritate pugil.
Judicio Hemstraei paret Tzietierxeradela,
Feijonis, cujus filius ipsus eras.

Mille ierant anni & sexcenti, quis trieteris.
Additur, octobris luxque secunda fuit,
Cum pia conjugio conjungitur ebela ab Hemstra
Quae patruo Hemstaeo nata Tacone fuit
Millenus Denus sextus centesimus annus,
Fluxit & undenus, luxque decembris erat.
Vicena & quarta: hanc Christi cunabula signant.
Annis trigante sex tibi vita stetit.
Aedibus in patris Lachesis cum stamina rupit,
Et jussit gelidae mortis adire domos.
Exieratque annus millesimus & duodenus,
Supra sexcentos, horaq noctis erat.

Jam decima octava luce incedebat & ipse,
Martius, atque suum conficiebat iter.
Mortuus huic tumbae quando est illatus, & hocce
Sub saxo uxoris prolis & ossa tenet.
Judiciiq die cum prole & conjuge inoptat
Surgere humo vitae compos & esse polo



De volledige vertaling is nog niet beschikbaar, maar in het lijvige boek van Reinder Politiek "De Laurentiuskerk van Kimswerd, een pronkstuk" staat het volgende:

p.202:
"De grote vraag blijft: waar is Epo van Heemstra gebleven. In zijn Epicedium, zijn levensverhaal, dat op een bord rechts van de familiebank hangt , staat duidelijk geschreven, dat hij op 18 maart 1612 in het familiegraf naast zijn vrouw en kind in de grafkelder is ingelaten. Vreemd is wel dat hij al op 24 december 1611 stierf. Wat is er in werkelijkheid met hem in de tussentijd gebeurd? Zij zijn bijna drie maanden met hem onderweg geweest. In die tijd een grote opgaaf! Evenwel, vermeldt Ida [van Tiara (RM)] in haar testament, dat zij na haar dood naast haar moeder en grootmoeder wil liggen! Dus toen was Epo al niet meer in de grafkelder aanwezig. Zijn grafkist is hier wel gekomen, maar is het wel zeker dat zijn lichaam daarin lag? Dat zal voor ons altijd wel een mysterie blijven."


Politiek beschikt dus over de vertaling en vermeld dat Epo zo'n drie maanden later werd bijgezet. Onmogelijk is dit niet, omdat het verhaal gaat dat Epo overleden in de strijd is overleden. Wellicht bevond hij zich destijds ver weg van Kimswerd, waardoor het terugbrengen van lichamen veel tijd en moeite in beslag nam. Zo zat er tussen overlijden en bijzetting van de Friese stadhouder een half jaar!
En dat Ida van Tiara in haar testament vermeld dat ze bij haar moeder en grootmoeder wil liggen, zegt m.i. nog niet dat Epe daar toen al niet meer aanwezig was. Feit is wel dat zijn restanten er inderdaad nu niet meer liggen.



Familieleden in het leger
  • Ebel haar oom Ulbe van Heemstra (ong. 1550->1588) was officier en werd gevangen genomen bij de Slag bij Boksum in 1586.
  • Epe zijn neef Johannes van Heemstra (>1581->1625) was kapitein
  • Epe zijn neef Feye van Heemstra (1606-1636) was luitenant
  • De zoon van bovengenoemde Feye, Feye Feyes van Heemstra (1630-1690), was kapitein en kolonel.
    Hij huwde Tjits van Aysma, dochter van kolonel Schelte van Aysma.
  • De schoonzoon van Epe en Ebel, Johannes van Tiara (ong. 1600-1636) was vaandrig.
Vaandel
niet bekend

Compagnie nr. ?
* Epe van Heemstra (*1575 -
U1611)
* Kapitein van 1601-1611

* Voorganger: ?
* Opvolger: ?
* Hoogste militaire functie: kapitein
* Woonplaats: Kimswerd
 


Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van Friese compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.

Zoeken in deze blog