zondag 13 april 2025

Families Vollenhoof en Bannier en de drooggemaakte Sensmeer

Vrijdagvond 11 april 2025 gaf drs. Mark Raat een uiterst interessante lezing over de droogmaking van de Sensmeer en Atzebuurstermeer in ca. 1633.
In dit voormalige meer is al snel het latere katholieke Blauwhuis ontstaan.

Er waren drie participanten in het octrooi, welke op 30 november 1632 werd verleend.
Dit waren: Hoofdaanvrager Sjuck van Burmania (1597-1650), grietman van Wymbritseradeel, Frans Harinxma van Donia (1580-1651), voormalig officier maar toen gedeputeerde van de Friese Staten en tot slot Jan Claesen Vollenhooff, burgemeester van Workum.

Van deze Vollenhooff gaf Mark tijdens de lezing aan dat hij geen geboorte en overlijdensjaartal wist en verder ook weinig bijzonderheden.

Reden genoeg om eens mee te zoeken of we wat meer van deze Vollenhoof konden vinden.
Immers, een burgemeester werd je ook niet zomaar, dus daar moet meer van te vinden zijn.

In 1628 lezen we dat hij burgerhopman van Workum was (allefriezen.nl, hypotheekboeken)
Van 1632-1637 zat hij in de vroedschap van Workum, waarvan burgemeester van 1636/1637.

Zijn leeftijd komen we te weten dankzij een bijzondere uitgave uit 1648, van een procedure tussen de magistraat van Workum en de Workumer predikant Focaeus Stellingwerf. 

In een hoofdstuk over de Bolswarder classisvergadering, gehouden op 22 november 1643 te Workum, wordt Jan Claesen Vollenhoof hierin 'Oude Burgemeester van Worcum, out omtrent 52 Jaren' genoemd.
Jan zal dus ca. 1591 geboren zijn. Mogelijk in Vollenhove en dat hij daarom deze achternaam heeft gekozen.


 Claer vertoogh van de procedueren des E.A. Magistraet, vroetschap ende die gecommitteerde uyt de Gemeente Jesu Christi binnen Worcum: op ende tegens Focaeus Stellingwerf, predicant aldaer
(Google Books)


In een hypotheekboek van 1644 wordt duidelijk dat Jan Vollenhoof, hierin overigens Johan genoemd, gehuwd was met Maria Bannier. 

Deze Maria Bannier (of: Banier) moet wel dezelfde zijn als de Maria Bannier die op 7 januari 1630 te Coevorden met Feye Feyes van Heemstra trouwde. Deze Feye was afkomstig van Heemstra State te Oenkerk en was toen luitenant van kapitein Douwe van Andringa. Uit dit huwelijk was één zoon, Feye geboren: Feye Feyes van Heemstra (1630-1690), later kolonel van het Friese Regiment.
In hun trouwjaar 1630 kwamen Feye en Maria met attestatie naar Bolsward.
Helaas overleed Feye al op 30-jarige leeftijd in 1636.

De ouders van Maria Bannier waren Peter Lamberts Bannier (ca. 1575-1647) en Geertgen Hertsuyker.
Peter was notaris te Coevorden en dat zal ook de plaats zijn waar Maria haar aanstaande man Feye ontmoette. Feye zal dat jaar in Coevorden in garnizoen hebben gelegen.
Ook niet onbelangrijk: haar oom Andries Lamberts Bannier was in 1618 burgemeester van Vollenhove, het jaar dat hij hertrouwde met de Friese Anna Siercksdr. van Donia. Uit dit huwelijk o.a. de latere vaandrig Sierck Bannier. 
Tot slot trouwde de zus van deze Anna, Catharina van Donia (1597-1677) met Arnoldus Copius, advocaat aan het Hof van Holland, maar ook afkomstig van Vollenhove!

Omstreeks 1640, hun huwelijkse akte heb ik niet kunnen vinden, hertrouwt Maria Bannier met Jan Claessen Vollenhoof. In 1642, 1644 en 1646 laten zij drie zonen dopen in de Hervormde gemeente van Parrega/Hieslum/Greonterp. Deze Claes, Albert en Lambert Vollenhoof zijn vermoedelijk geboren in Greonterp, omdat Vollenhoof inmiddels een herenhuis had laten bouwen in de drooggemaakte Sensmeer.

Duidelijk is nu dat door dit huwelijk van Jan Vollenhoof met Maria Bannier, de Friese mogelijkheden binnen handbereik kwamen te liggen.

Het gebouwde herenhuis (of: hofstede?) is volgens mij te zien in het '1633 Bedykt' gedeelte en dan bijna geheel oostelijk. Hier is een belangrijk huis te zien.
(Schotanusatlas 1718).


In het lidmatenboek van dezelfde hervormde gemeente, lezen we dat op 10-5-1653 Jan Claessen Vollenhof en Maria Jans lidmaten zijn geworden en dat ze in Greonterp woonden.
Maria Bannier werd hier vermoedelijk Maria Jans genoemd, omdat haar man Jan heette.

Eind december 1659 zal Jan Vollenhoof zijn overleden, want de ontvangstboeken vermelden op 30 december 1659 f 1:10 (florijn) ontvangen wegens het klokluiden van 'de olde Follenhoef'.
Op 16 januari 1660 staat hij nog een keer vermeld. 
Mogelijk is hij op 30 december overleden (klokluiden) en werd hij op 16 januari begraven en daarbij werd dan opnieuw klok geluid.

Familie
Jan Claessen Vollenhoof moet eerder zijn getrouwd, waaruit ca. 1630 een Abraham Jans Vollenhoof werd geboren. Deze Abraham zat later ook in de vroedschap van Workum en was notaris publicus aldaar. Abraham studeerde in 1646 en 1647 aan de Franeker universiteit en woonde in 1651 en 1662 te Workum. Op 12 oktober 1651 trouwde Abraham Jans Vollenhoof in Buitenpost met Maaycke van Voort. Zij moet een dochter zijn geweest van Gysbert van Voort (of: Foort) en Maria Chistophori, die vermoedelijk op de Jensma State te Augustinusga woonden. Gysbert zijn grootmoeder was namelijk een Jensma (Rinske Fockesdr. Jensma). Van deze Gysbert van Voort is een prachtig portret bekend, toen hij ingenieur van het Friese Regiment was. 

Na het vroegtijde overlijden van Maria Christophori in feb. 1640, hertrouwde Gysbert van Voort met Frouck Keimpesdr. Harinxma van Donia (ca. 1600-?).
Jawel, deze Frouck was een zus van bovengenoemde Frans, die samen met Jan Vollenhoof mede-participant in het project was.

De familie Van Voort was afkomstig uit Utrecht en de grootvader van bovengenoemde Gysbert, Matthijs van Voort, sloot op 26-8-1576 een overeenkomst met de abdij Gerkesklooster, tot vergraving van de venen onder Surhuizum.


Decretale verkopingen Blauwhuis
In het Genealogysk Jierboekje van 1983 staat een interessante vermelding over zgn. decretale verkopingen van goederen tussen 1659-1671, van o.a. minderjarige kinderen. Eerst even de vermelding zoals die erin staat:

Deze twee delen bevatten akten van overdracht van onroerende goederen voor minderjarige kinderen en kerkelijke corporaties uit de periode 1659-1671. Verder ook akten betreffende executoriaal verkochte goederen. De namen achter de bladzijden zijn toponymen of (na de komma-punt) geslachtsnamen. De nummers van de bladzijden of folio's geven het begin van de desbetreffende akte aan. 

Blauwhuis : 16-166 (de Senser droochgemaeckte meer; Douwe E. Bangma, Feyo van Heemstra, Lolcke Jensma, Abr. en Jan C. Vollenhooff, Maria Banier, Saecke U. Buwalda), 334 (land in Sensmeer; Syrck Banier, w. Gysbert Conincx, Jan C. Vollenhoof).
(https://www.fryske-akademy.nl/fileadmin/inhoud/img/kennis/genjierboek/GJ_1983.pdf, ook vermeld in presentatie van Mark Raat)

Hier komen we nu een aantal inmiddels bekende namen tegen.

  • Jan C(laessen) Vollenhooff en Maria Bannier staan beide vermeld.
    Jan is immers in 1659 overleden!
  • Feyo van Heemstra, moet zijn Feye Feyes van Heemstra (1630-1690), de zoon van Maria Bannier uit haar eerste huwelijk.
  • Sierck Bannier komen we tegen, als hij in 1651 wordt veroordeeld tot het betalen van 68 gulden aan oud-burgemeester Jan Vollenhoof wegens verschenen landshuur.
    Deze Sierck moet een zoon zijn geweest van Andries Lamberts Bannier en Anna Siercksdr. van Donia, zodat hij is vernoemd naar zijn grootvader, grietman Sierck Siercks van Donia.
    Sierck was vaandrig in het Fries regiment van 1645-1650 en huwde Antonette Gardijn.
    NB: Aangezien hij dus land in de Sensmeer had, zou hij ook een zus van Maria Bannier kunnen zijn.
  • Lolcke Jensma (ca. 1600-?) was een zoon van Meile Sjoerds Jensma en Jeltje Lolckes Rheen.
    Hij woonde te Bolsward, dus vlakbij de Sensmeer.
    Zijn vader en familie waren afkomstig van Augustinusga (Jensma State) in Achtkarspelen en zijn moeder, Jeltje Rheen, was een dochter van Lolcke Hettes van Rheen, die in 1588 plaatsvervangend grietman van Achtkarspelen was. 
    Er is een belangrijke familierelatie tussen de families Voort en Jensma.
    Als voorbeeld: Zacharias Huber (ca. 1601-1678) trouwde met 1. Sjouck Jensma (dv Meile Jensma) en 2. Maria van Voort (dv Cornelis van Voort)
  • Douwe E(elings) Bangma (Bangema) leefde van 1614-1672 en woonde te Tjerkwerd, dus vlakbij de Sensmeer. Hij was dijkgraaf van de Eemswolderhem/Ymswolderhem.
  • Tot slot, Saecke Ulbes Buwalda (ca. 1590-ca. 1669) woonde te Tjerkwerd op Buwaldabuorren.
    Hij was ongehuwd en hij liet de altijd nog aanwezig gevelsteen plaatsen in de boerderij, met daarop de familiewapens van zijn ouders Buwalda-Stapert.

maandag 9 september 2024

De grafzerk van Tiete van Galama te Elburg

Grafzerk
Op zondag 8 september j.l. plaatst grafstenen-verzamelaar Maikel Galama op Facebook een foto van een grafsteen in de kerk van Elburg.
Deze steen intrigeert hem en vele anderen hierin nogal, doordat het een Galama betreft.
Maar wie is deze persoon?

De steen ligt dus in de Grote kerk van Elburg en heeft een zeer kort opschrift:

10    11
ITIUS VAN GALAMA
DEN 1 NOVENB 1645


Grafzerk van Tiete van Galama in de kerk te Elburg
(foto via Maikel Galama)

De twee nummers bovenin zijn duidelijk grafnummers, een gebruik wat wel in meer kerken te zien is. Deze staan dus los van de overige tekst op de zerk.
De naam Itivs is duidelijk een latijnse vorm van een voornaam. 
Het meest voor de hand liggende is dat hier Tiete wordt bedoeld, wat in het latijns dan Titus of Titius is.

In dat geval kan het eigenlijk alleen om Tiete Gales van Galama gaan.
Dit is de enige Galama met die voornaam. 
Tiete werd ong. 1600 geboren als zoon van Gale van Galama en Cnier Tietesdr. van Hettinga, die op Hoxwier te Mantgum woonden.

Tiete huwde op 19 januari 1626 te Kampen met Bernadine Jurjensdr. van Ingen en zijn was een dochter van de Kamper burgemeester Jurjen van Ingen en zijn vrouw Elisabeth Butter.

In de stad waar zijn vrouw vandaan kwam, gingen ze ook wonen en reeds in 1627 wordt daar hun eerste kind geboren (Cunera), waarna ook Jurjen (1629), Gale (1631) al spoedig aldaar ter wereld komen.

In 1633 ligt hij in garnizoen te Maastricht, waar dan ook zijn vrouw aanwezig is, want daar wordt hun vierde kind geboren (Gale). In 1636 zijn ze weer terug in Kampen als zoon Antonius wordt geboren.
In 1639 wordt Julius van Galama in Deventer geboren, maar wordt even later in Kampen gedoopt.
Ook in 1640 is Kampen nog steeds hun woonplaats, als dochter Elisabeth ter wereld komt. 
Als laatste wordt omstreeks 1642 (?) nog dochter Cunera geboren, maar van haar missen we verdere gegevens.
Dan komt op 21 oktober 1641 een einde aan het leven van zijn vrouw Bernadine van Ingen. Zij wordt begraven in de kerk van het Gelderse Elburg. 
(NB: heeft iemand een afbeelding van deze grafsteen?)

Militaire carrière
Tiete koos voor een militaire carrière en schijnt vaandrig onder een kapitein Bozemar/Boesemer te zijn geweest. Op 14 januari 1631 werd hij kapitein in het Friese Regiment, toen hij Jacob Holtsappel opvolgde. Helaas komen we hem in al de jaren hierna nergens meer tegen in de bronnen.
Dit komt ook deels doordat hij jarenlang in Kampen woonde, terwijl dat geen garnizoensstad was.
Wel komen we Titus van Galama gelukkig tegen in de opgaven van de Staat van Oorlog, zowel in 1643 en 1644, als Friese kapitein. 
Als vergoeding voor zijn compagnie, bestaande uit 120 personen, stond een bedrag van 1655 gulden op de begroting.
Daarnaast kreeg hij een traktement van 25 gulden voor een extra functie als conducteur in het Friese Regiment. Een conducteur is een toezichthouder, mogelijk voor het troepentransport, of alles wel goed verliep.

Overlijden
Volgens de grafsteen zou Titus op 1 november 1645 zijn overleden, maar volgens de huidige bronnen en vermeldingen zou dit 31 januari 1669 zijn geweest. Ook zou hij in Koudum zijn begraven/bijgezet.

Deze gegevens komen uit het Stamboek van den Frieschen Adel uit 1846, dus een heel oud boek inmiddels. Vaak is het betrouwbaar, echter lang niet altijd.

Het is niet meer te achterhalen waar de schrijvers van dit kloeke boek hun informatie vandaan hebben gehaald en in geen enkele andere bron is dit te checken. 

Daarnaast woonden de ouders en grootouders van Tiete van Galama op Hoxwier te Mantgum, vandaar dat de kerk van Mantgum van meer voor de hand zou liggen.
Overigens komt Koudum wel voor als woonplaats van de Galama's, want grootvader Seerp van Galama is er in 1528 nog geboren.
De overlijdensdatum van 31 januari 1669 komt alleen voor bij kapitein Seerp van Dijxtra, die overigens een volle neef van Tiete was. De moeder van Seerp was namelijk Frouck van Galama; een zus van Gale van Galama. Dit kan uiteraard puur toeval zijn, maar opvallend is het wel.

Via een boek over de Groote of St. Nicolaaskerk te Elburg zou Titus als weduwnaar op 22 december 1649 het landgoed Clarenbeek (nabij ambt Doornspijk) hebben verkocht.
De bron hiervoor is dan vermoedelijk weer De Nederlandsche Leeuw uit 1928, die dezelfde datum vermeld als aktedatum, wanneer Titus dit landgoed overdraagt aan Arend van Hueklom (Heuckelum), Scholte van Doornspijk en diens vrouw Anna Riddermans.
Hiervan heb ik verder geen gegevens of originele akte kunnen vinden, waarbij het dus mogelijk is dat hier wijlen Titus werd bedoeld.

Toch blijkt opnieuw het onderzoek naar de Friese Regimenten de doorbraak te geven in dit onderzoek.
In de benoemingen van de Raad van State werd op 25 maart 1654 Lodewijk van Harinxma benoemd als kapitein, als opvolger van 'wijlen' Titus van Galama!
Dus hiermee is 1669 definitief van de baan.

Maar, klopt 1654 nu dan als overlijdensjaar?
In de registers van de Raad van State, die alle benoemingen van het Staatse leger moest registreren, staan op die dag (25-3-1654) namelijk maar liefst drie benoemingen:

1. Lodewijk van Harinxma, als opvolger van wijlen Titus van Galama.
Helaas is zijn benoeming in de Friese Staten niet bekend.

2. Sicco van Rinia, als opvolger van wijlen Wieger Eelsma van Hottinga
Wieger overleed voor 9 september 1644, omdat hij dan opgevolgd wordt volgens de benoeming in de Friese Staten.

3. Sibrant van Walta, als opvolger van wijlen Poppe Martijn van Andrea.
Poppe overleed echter al op 16 maart 1645 te Leeuwarden en de benoeming van de Friese Staten was op 15 maart 1645.

Duidelijk is nu dat de benoemingen in de Raad van State als jaartal onjuist zijn. Dit gebeurde echter vaker, soms werden benoemingen pas jaren later  in Den Haag ingeschreven.
Het kan ook zijn, dat hier sprake is van een handmatige typefout, immers 1645 en 1654.

In ieder geval is hiermee duidelijk aangetoond dat onze Titus van Galama in 1645 moet zijn overleden.
En dit komt overeen met de grafzerk in de kerk te Elburg.

Samengevat:

  • Titus van Galama staat in 1643 en 1644 nog op de Staat van Oorlog vermeld.
  • In 1645 wordt hij opgevolgd door een andere kapitein, waarbij vermeld staat dat hij 'wijlen' was.
  • Zijn vrouw ligt in dezelfde kerk begraven.
  • Er zijn geen andere Titus van Galama's bekend.

Portret
In de collectie van het Museum van Loon bevind zich een portret, die Titus van Galama zou moeten voorstellen. Het is geschilderd door Wybrand de Geest in 1650, dus 5 jaar na zijn overlijden....
Het is daarmee onzeker of dit wel Tiete is, een nader onderzoek zou hiervoor opgestart kunnen worden.






zondag 23 oktober 2022

Brief uit 1600 met meerderheid Friese Hensbeker namen.

Via Supersneuper werd ik onlangs getipt op de volgende nieuwe uitgave:

Schriftspiegel. Oud-Nederlandse handschriften van de 13e tot in de 18e eeuw.
P.J. Horsman en J.P. Sigmond.

Hierin staat de transcriptie van een brief van de student Jarich van Cammingha (1581-1615), die hij op 20-12-1600 vanuit de Universiteit van Geneve aan zijn twee zussen schrijft.
In deze brief staan 24 Friese namen vermeld, vooral familieleden van Jarich.

Het interessante is dat er een fantastische link is met de beroemde Friese hensbeker uit 1599, met daarop de namen van 22 Friese edelen. Mogelijk was hiervan de verloving van Tjerck van Herema en Luts van Walta de aanleiding, omdat vlakbij bij hun namen het jaartal 1599 vermeld staat en zij rond 1600 gehuwd moeten zijn.

Maar liefst 14 van de 22 namen komen ook voor in de brief van Jarich van Cammingha.
De brief is dan ook binnen 1 jaar na het 'verlovingsfeest' geschreven en Jarich was dus afwezig op dat feest omdat hij toen studeerde.
Wel vermeld hij speciaal nog het 'jonge paer' Tjerck Heerema en sijn huisfrou [Luts van Walta] !
Dit maakt het nog waarschijnlijker dat er voor dit stel uit de bewuste hensbeker is gedronken!

Hieronder de vermelde namen in de brief uit 1600, waarbij de vetgedrukte namen ook op de Hensbeker vermeld staan.

--> zie ook mijn eerdere blog: 
https://buwalda.blogspot.com/2018/11/een-friese-hensbeker-uit-1599.html?m=1 


  1. Jarich van Cammingha (1581-1615)
    Hij was in 1600 dus student en schrijver van deze brief.

  2. Fedt van Cammingha
    zijn zus
    vermeld op de hensbeker

  3. Luts van Cammingha
    zijn zus
    vermeld op de hensbeker

  4. Margriet van Botnia,
    zijn moeder.

  5. Hessel Jelgers van Feytsma (ong. 1570- >1624) trouwde in 1600 met Frau Erasmusdr. van Douma (ong. 1575-1605).
    Zijn nicht.
    Haar naam vermeld op de hensbeker

  6. Bocke Jelgers van Feytsma (ong. 1570-1626) trouwde in 1600 met Haring Upckesd. van Burmania (ong. 1570-1646).
    Zijn nicht.
    Haar naam vermeld op de hensbeker.

  7. Idzart Sirtema van Grovestins (ong. 1577-1616) trouwde in 1602 met Franske Laeses van Jongema (ong. 1580-1616)
    Zijn neef. Zijn naam vermeld op de hensbeker.

  8. Jurjen Upckes van Burmania (ong. 1572-1634) trouwde in 1602 met Luts Juliusd. van Dekema (ong. 1570-1625)
    Beide namen vermeld op de hensbeker.

  9. Hessel van Oostheim (1564->1609) trouwde in 1603 met Wilhelmina van Gendt (ong. 1570-?), maar heeft dus geprobeerd om Ebel Gemmesdr. van Burmania (ong. 1575- >1627) het hof te maken.

  10. Joost Juliusz. van Botnia (?- <1610)
    mede student Jarich

  11. Douwe Ernstes van Aylva (1579-1638)
    mede student Jarich

  12. Doecke van Jongema (1580-1638)
    zijn neef

  13. Berber van Burmania
    zijn nicht.

  14. Ansck van Burmania
    zijn nicht

  15. Tjerck van Herema (ong. 1577-1655) en zijn huisvrouw Luts van Walta (1581-1619)
    Beide namen op de hensbeker.
     

  16. Frans [van Cammingha] (ong. 1575-1610)
    Zijn neef.
    Zijn naam op hensbeker.

  17. Feth [van Cammingha] (ong. 1580-1604)
    Zijn nicht
    Haar naam op de hensbeker.
     

  18. Idsert [nog niet gevonden!]
    Zijn neef
     

  19. Tjilck=Hijlck [Joostdr. van Ockinga] (ong. 1580- >1642)
    zijn nicht
    Haar naam op de hensbeker.
     

  20. Botte [Foppes van Grovestins) (1579-1620)
    zijn neef
     

  21. Tet van Bougers=[Teth Joostdr. van Ockinga?] (1581-1606)
    zijn nicht
    Haar naam op de hensbeker

  22. Trijn [Joostdr. van Ockinga?] (ong. 1580-1648)
    Zijn nicht

  23. Sjouck [Joostdr. van Ockinga?] (ong. 1585-1638)
    Zijn nicht.

  24. Douwe [Julius van Botnia?] (ong. 1565-1617)
    Zijn neef.
    Zijn naam op hensbeker.


De Friese Hensbeker uit 1599


Uit: Schriftspiegel. Oud-Nederlandse handschriften van de 13e tot in de 18e eeuw.
 P.J. Horsman en J.P. Sigmond.



















maandag 2 mei 2022

Het wapenbord van de Friese Admiraliteit

In de vaste opstelling van het Fries Museum te Leeuwarden, bevind zich een prachtig wapenbord.
Het is afkomstig van de Friese Admiraliteit te Harlingen.

Volgens de beschrijving op de website van het Fries Museum, dateert het uit ongeveer 1650-1699.
Het is gemaakt door de houtsnijder Hermannus van Arnhem, die zijn signatuur rechtsonder aanbracht.

In de beschrijving wordt helaas geen beschrijving van de wapens vermeld, maar gelukkig leert enig onderzoek ons wel wie het waren. 

Het college bestond van 1647-1795 uit 10 personen, ook wel gecommitteerden genoemd.
- Friesland        
- Groningen      2
- Holland          1
- Overijssel      1
- Utrecht           1
- Gelderland     1
Totaal                10

Daarnaast had een college ook nog een ontvanger-generaal, een advocaat-fiscaal en een secretaris.
Ook van deze drie personen is hun wapen opgenomen op het wapenbord.

Uit de jaartallen dat deze 13 personen actief waren, kan het wapenbord nu gedateerd worden tussen 1661-1666.

Helaas heb ik nog niet van alle personen verder informatie kunnen vinden. 
Dit is dan hieronder vermeld met een vraagteken.

Onder het wapen van het College Superintendent, een lint met het opschrift
CONCORDIA X RES PARVAE CRESCUNT

Wapenbord van de Friese Admiraliteit uit ong. 1665



nr. Naam Mogelijk Jaartallen Beroep Van: Functie
1 Bleckman/
Bleeckman
Cornelis Bleckman

[correctie:Cornelis Beeckman, volgens K. Kuiken]
?-? ? Gelderland? Raad ter Admiraliteit
2 Amerongen Jacob Adriaans Taets van Amerongen, gehuwd in 1648 met Anna van Rijssenburg 1620-1686 ? Utrecht Raad ter Admiraliteit
3 Aylva Ernst Sicco van Aylva 1635-1679 grietman Westdongeradeel 1654-1678 Friesland
(Oostergo)
Raad ter Admiraliteit
4 Stiensma Ewoud Jetses Steensma ?- >1672 burgemeester Harlingen Friesland
(Steden)
Raad ter Admiraliteit
5 Huisinga/
Julsinga
Willem van Huisinga, gehuwd 1652 met Aeltjen Heinens

[correctie: Willem van Julsinga, volgens K. Kuiken]
ong. 1630-? ? Groningen
(Stad)?
Raad ter Admiraliteit
6 Canter Frans Nicolaas Canter, gehuwd met Geertruida Johannes Reneman 1624-1679 advocaat Hof van Friesland
-Tussen 1654-1679 Advocaat-Fiscaal
Friesland Raad ter Admiraliteit
---
Advocaat-Fiscaal
7 Idsinga Saecke Alefsz. van Idsinga 1628-1697 Raad ter Adm. WF & Noorderkwartier
-Tussen 1661-1679 ontvanger-Generaal
Friesland Raad ter Admiraliteit
---
Ontvanger-Generaal
8 Adius Adger Atses Adius, in 1664 was hij Raad ter Admiraliteit te Harlingen ong. 1625->1678 Secretaris Admiraliteit in 1664
-Tussen 1653-1678 secretaris
Friesland Raad ter Admiraliteit
---
Secretaris
9 Clant Johannes Adriaans Clant, gehuwd met Anna Coenders 1624-1696 landjonker, Schepper noordzijde Appingedam. Groningen
(Ommelanden)
Raad ter Admiraliteit
10 Krull Johannes Krull, gehuwd met Johannan van der Heul ?-? ? Overijssel Raad ter Admiraliteit
11 Lycklama Lubbert van Lycklama van Nijeholt,  lid Admiraliteit Amsterdam 1639-1697 grietman Ooststellingwerf 1661-1697 Friesland
(Zevenwolden)
Raad ter Admiraliteit
12 Scheltema Feye van Scheltema, in 1658 als Raad ter Admiraliteit
(bron: klok Augsbuurt)
ong. 1630-1666) grietman Kollumerland 1653-1666 Friesland Raad ter Admiraliteit
13 Block Adriaan Block, woonde ws te Amsterdam ong 1625-? ? Holland Raad ter Admiraliteit



1. Bleckman

2. Van Amerongen

3. Van Aylva


4. Stiensma


5. Huisinga

6. Canter

7. Van Idsinga


8. Adius

9. Clant


10. Krull


11. Lycklama a Nijeholt

12. Van Scheltema


13. Block






Signatuur: H.v.A. fe  Zwol





Bronnen:

dinsdag 1 maart 2022

Een Friese grafzerk in Hornhuizen

In de kerk van Hornhuizen in Groningen ligt een opvallende grafzerk, die deels onder een luik verscholen ligt.
De zerk is opvallend vanwege de Friese adellijke achternamen en familiewapens die vermeld staan op de zerk.
Tot op heden was niet nog niet duidelijk van wie al deze wapens waren.
In deze blog zal ik nader ingaan op de namen achter al deze familiewapens.


Grafschrift

De site van Groninger Kerken heeft keurig het grafschrift vermeld, alsmede de afgebeelde wapens.
Dit is als als volgt:

ANNO 1638, DEN 25 NOVEMBER, STERF DE HOOGEDELGEBOOREN HEER JULIUS VAN MECKAMA, JUNCKER EN HOOVELINCK TOT HORNHUYSEN EN KLOSTERBUYREN. ANNO 1652, DEN 26 OCTOBER, STERF DE HOOGEDELGEBOOREN VROU LUCIA VAN DEEKEMA, HUISVROU VAN DE E.H. JULIUS VAN MECKAMA, OUT 69 JAAR, EN BEIDE HIER BEGRAVEN

Iconografie:

Wapens en helmteken, vergezeld van twee tulpen: Rechts: MECKAMA. Links: DEEKEMA. Bovenzijde, zes wapens naast elkaar: EYSINGA, EYSINGA, AYLUA, MECKAMA, BOTNIA, MECKAMA. Onderzijde, zes wapens naast elkaar: BURMANIA, EYSINGA, BURMANIA, BOTNIA, AYLUA, AYLUA

Afmetingen zerk: 285x199.

Alliantiewapen Meckema-Dekema
(foto: https://www.kerkhornhuizen.nl) 


detail van de grafzerk
detail van de grafzerk

  

detail van de grafzerk


detail van de grafzerk

  

detail van de grafzerk

De wapens
Er staan dus maar liefst 14 wapens op de zerk afgebeeld, op een manier die we niet zo vaak zien.
Uiteraard het echtpaar Meckema-Dekema in het midden op de traditionele manier.
Echter de zerk is tevens voorzien van zes wapens bovenaan de zerk en evenzoveel onderaan de zerk.
De relaties tussen deze wapens was een puzzel, omdat het hier namelijk niet om de zogenaamde kwartierwapens gaat, dus de voorouders van de familie Meckema-Dekema.


  

Helmteken
detail van de grafzerk: de roos

  

Nee, het gaat hier blijkbaar om een andere setting.
Uit de familiegenealogie zijn er echter welzeker verbanden te maken.
Want uit de twee huwelijken van Luts van Dekema zijn drie kinderen geboren, die alle drie ook weer zijn gehuwd. Hun zes familiewapens sieren dan ook het bovenste gedeelte van de zerk.

Als je deze lijn doortrekt, zou je dus in het onderste gedeelte ook weer familieleden verwachten.
En inderdaad blijkt er uit elk huwelijk weer één kind vermeld te zijn in de volgende generatie.


1683
Verder staat er Ao. 1683 in de bovenrand vermeld, waardoor de zerk blijkbaar pas in 1683 is gemaakt.
Qua stijl lijkt mij dit prima te passen en dit zou ook kunnen verklaren dat er zoveel wapens op de zerk zijn afgebeeld. 
De drie kleinkinderen die op de onderste rij wapens staan afgebeeld, leefden ook als enige kleinkinderen nog in 1683.

Dan resteert nog de vraag waarom deze kleinkinderen hun wapens lieten afbeelden op de zerk van hun grootouders. Immers, in het randschrift zijn alleen de namen van hun grootouders vermeld en die liggen hier dan ook begraven. Van de kinderen en kleinkinderen is dit niet  bekend, maar omdat hun namen niet op de zerk staan vermeld, is de kans groot dat zij elders zijn begraven. Van een aantal kleinkinderen is in ieder geval zeker dat zij elders zijn begraven.

Vermoedelijk is de Friese link met de Tammingaborg hier de oorzaak van.

Het jaartal 1683 op de grafzerk


Tamminga borg
Omstreeks 1570 trouwde Sicke van Dekema (1548-1625) met Hil van Tamminga (1555-1620).
Zij was de erfdochter van de Tammingaborg te Hornhuizen.
Hierdoor werd Sicke van Dekema 'Heer van Tammingaborg', welke titel hij in 1608 ook daadwerkelijk gebruikte bij het tekenen van een verdrag met Engeland.

Tammingaborg te Hornhuizen
(NB: er staat foutief Hankema te Zuidhorn vermeld!)


In een boerderij te Niekerk zit nog een oude balk afkomstig uit de voormalige kerk of toren welke nog zijn naam, titel en het jaartal 1603 vermeld.
Kleinzoon Sippe Meckema van Aylva (ong. 1624-1669) was ook weer heer van de Tammingaborg en Hornhuizen.
Vervolgens erfde zijn zoon Douwe Ernst van Aylva (ong. 1656-1703) deze titel. Hij was gehuwd met Tjemck van Heemstra.
Hij liet vermoedelijk in 1679 het torenuurwerk maken voor de kerk van Hornhuizen. 
In 1684 liet hij de avondmaalsbeker voor de kerk van Hornhuizen maken, met daarop o.a. zijn titel en naam.
In 1686 liet Douwe Ernst van Aylva een statenbijbel voorzien van de namen en familiewapens Aylva-Heemstra. Overigens werd Douwe Ernst in 1686 heer van de Tammingaborg.
Deze bijbel werd in 1776, na het overlijden van hun zoon Hans Willem van Aylva, geschonken aan de kerk van Hornhuizen.

Kerk van Hornhuizen
(wikipedia.nl)


Zijn oudste zoon Sippe van Aylva (1679-1732) was de volgende met de titel heer van de Tammingaborg.
Vermoedelijk erfde zijn jongere broer Hans Willem van Aylva (ong. 1695-1776) deze titel in 1732, na het overlijden van zijn oudere broer.
Laatstgenoemde was gehuwd met Barbara van Camstra.
Een herenbank met hun familiewapens Meckema van Aylva-Camstra zit nog in de herenbank in de kerk van Hornhuizen.
De Tammingaborg werd helaas in 1803 afgebroken.

Herenbank in de kerk te Hornhuizen, met het alliantiewapen Meckema van Aylva-Camstra
(foto: wikipedia)


Heer van Tammingaborg

Naam Jaartallen overige
Juw van Meckema  +
Luts Sickesdr. van Dekema
1605-1636
1583-1652
 
Luts Juwsdr. van Meckema +
Douwe Meckema van Aylva
ong. 1610-1670
1610-1665
Luts is een dochter
Sippe Meckema van Aylva +
Lisck van Eysinga
1636?-1669 Hij is een broer van Douwe.
Zij is een kleindochter van Juw en Luts.
Douwe Ernst van Aylva +
Tjemck van Heemstra
1669-1703 zoon van Sippe
Sippe Meckema van Aylva +
(1) Anna W. van Inn- und Kniphausen
(2) Anna B. Tjaerda van Starkenborgh
1703-1732 zoon van Douwe
Hans Willem van Aylva +
Barbara van Camstra
1732-1776 broer van Sippe


De familiewapens

Generatie 1: Julius van Meckema & Luts van Dekema

Het is meteen duidelijk dat het hier om het echtpaar Julius van Meckema en zijn vrouw Lucia van Dekema gaat. Deze Julius, oftewel Juw op zijn Fries, overleed op 25 november 1638 en zijn vrouw Lucia, of Luts, overleed op 26 oktober 1652.

Juw werd omstreeks 1570 geboren als zoon van Feye van Meckema en Ebel Juws van Unia.
Zijn vader Feye woonde vermoedelijk te Dokkum en is in 1577 begraven in de kerk van Groningen.
Mogelijk waren Juw zijn ouders nog katholiek.

Omstreeks 1595 zal Juw gehuwd zijn met zijn 1e vrouw, Auck Sickesdr. van Tjessens.
Zij overleed echter al in 1602 te Holwerd, mogelijk op de familiestate Tjessens aldaar.

Na een paar jaar rouw, hertrouwde Juw in april 1605 te Leeuwarden met Luts Sickesdr. van Dekema.
Luts was een dochter van de bekende 'jonker Sicke' van Dekema uit Jellum en diens vrouw Hil Onnosdr. Tamminga.

Luts was enig kind en erfgenaam van de Tammingaborg te Hornhuizen.
Zij was eerder al gehuwd geweest met Tjalling van Eysinga (1562-1603), die echter een jaar na zijn huwelijk al overleed.
Deze Tjalling van Eysinga woonde op Heringa State te Marssum en was grietman van Menaldumadeel.

wapen Meckema

wapen Dekema


Generatie 2: de drie kinderen

Uit het huwelijk van Luts van Dekema en Tjalling van Eysinga was in 1603 één kind geboren:
(1)  Hylck van Eysinga
Hylck trouwde in 1623 met Frans Aedes van Eysinga (1594-1661) en wat grietman van Tietjerksteradeel.
Hun beider wapens zijn al eersten in de bovenste rij opgenomen.

wapen Eysinga
wapen Eysinga

  

Uit het huwelijk van Luts van Dekema met Juw van Meckema werden twee kinderen geboren.

(2) Luts van Meckema werd omstreeks 1610 geboren. Zij trouwde in 1632 met Douwe Meckema van Aylva (1610-1665). Douwe was grietman van Leeuwarderadeel en woonde op Herwey State te Ternaard.
Hun wapens zijn in het midden van de bovenste rij openomen.


wapen Aylva
wapen Meckema

  

(3) Geertruida van Meckema werd omstreeks 1615 geboren. Zij trouwde circa 1640 met Dominicus Justus van Botnia (1617-1660). Hij was grietman van Baarderadeel en woonde op Mammema State te Jellum, die hij geërfd. Ook was Dominicus de laatste man van het geslacht Botnia.
Hun wapens zijn al laatsten in de bovenste rij opgenomen.

wapen Botnia
wapen Meckema

   


Generatie 3: de drie kleinkinderen
(4) Foeck van Eysinga (1630-1686) werd geboren in Oenkerk en trouwde in 1655 met houtvester en pluimgraaf Gemme Laes van Burmania (1626-1671).
Hun wapens zijn als eersten op de onderste rij opgenomen.

(5) Luts van Aylva werd in 1638 te Ternaard geboren als dochter van Douwe Meckema van Aylva en Luts van Meckema. In 1668 trouwde zij met Epe van Aylva (1650-1720), die grietman van Kollumerland was.
Hun wapens zijn in het midden van de onderste rij geplaatst.

(6) Helena van Botnia werd in 1647 geboren als dochter van Dominicus Justus van Botnia en Geertruida van Meckema. In 1671 trouwde ze met Watze van Burmania (1631-1691), luitenant-kolonel in het Friese Regiment.
Hun wapens zijn als laatste in de onderste rij opgenomen.


Van de onderste zes wapens heb ik helaas nog geen afbeelding kunnen bemachtigen.



Dank
Mijn grote dank aan Taeke Remco Boersma, die afbeeldingen voor mij maakte van de grafzerk.

Bronnen:
http://www.redmeralma.nl/hornhuizen.htm
https://www.kerkhornhuizen.nl/ 
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tammingaborg_(Hornhuizen)



zaterdag 5 februari 2022

De grafzerk van Gajus Nauta te Sneek

In de Martinikerk te Sneek kwamen afgelopen week vele grafzerken tevoorschijn.
De kerk wordt gerestaureerd, waardoor de vloer op een aantal plekken is weggehaald.
Hieronder liggen vele grafzerken.

Een opvallende hierbij is een zerk met daarop een alliantiewapen.

De zerk is zwaar beschadigd en versleten, doordat er eeuwenlang kerkgangers overheen zijn gelopen en in 1795 zullen ook hier de patriotten de wapens en titels hebben weggebikt. 
Tevens ligt de zerk nog deels onder een balk verscholen.


grafzerk van Gajus van Nauta in de Martinikerk te Sneek
(foto: Melle Koopmans)


De zerk bevat o.a. de volgende tekst:

Randschrift 1:
[Ao 1645 den 2]9 oct… … n… …y...
Ao 1618 de 29 ivly is in den heere [gervst] … … der stede Sn[eeck] …


Drie portalen met daarin teksten en data
… …ry … novem… 1616
… natus 19 augusti et denatus 5 september 161.

…cke Avgustinvs [Nauta}
… die kinder …

[alliantiewapens]
Nauta-Buma?

Ao 1646 den 4 february [is] christelijk
gesturven [die] deuchdeliken juffrou Lo[lck van Aysma] laetste
huysvrou van de heer Nauta ende leyt hier
beg[raven]

..  bris...

Ao 1620 [den] 19 november nata bimes
mortuum 29 januari


(teksten: Hessel de Walle)

Alliantiewapens Nauta-Buma? op de zerk in de kerk van Sneek


Het linkerwapen moet die van Nauta zijn.
Hoewel er over deze familie nog niet heel veel bekend is, weten we inmiddels het volgende.

Gatze Auckes Nauta werd in 1580 te Sneek geboren, als zoon van Aucke Gatzes Nauta en Fed Bauckesdr. Hiddinga.

Hij had gestudeerd en droeg de titel J.U.D. en was secretaris van Sneek van 1614-1636.
Op 19-10-1645 trouwde hij (1) met Antje Annes Buma, die afkomstig van Bolsward was.
Antje overleed voor 1619.

Op 31 oktober 1619 trouwde hij (2) met Tietske Gualtheri.
Zij was afkomstig van Leeuwarden en waarschijnlijk een dochter van Henricus Gualtheri en Elisabeth Gosses. Haar vader was dan o.a. secretaris van Leeuwarden van 1602-1615.
Ergens voor 1628 zal ze overleden zijn.

Op 26 juni 1628 trouwde hij (3) met Lolck Hotzes van Aysma (ong. 1596-1646).
Zij was een dochter van Hotze Hessels van Aysma en zijn 2e vrouw Lolck Johansdr van Aysma.
Lolck is vermoedelijk geboren op Aysma State te Beetgum.
Haar vader Hotze was raadslid van de Admiraliteit te Dokkum.


Omdat Gatze, ook wel in het latijn Gajus, drie keer trouwde is de complete zerk vermoedelijk voor hem en zijn drie vrouwen gemaakt.

De datum 29 juli 1618 zal waarschijnlijk de overlijdendatum van Antje Buma zijn.

Het jaartal 1620 zou het overlijdensjaar van zijn 2e vrouw Tietske Gualtheri kunnen zijn.

Op 19 oktober 1645 stierf Gajus Nauta te Sneek.

De datum 4 februari 1646 is de overlijdensdatum van Lolck van Aysma.
Ze is overigens op 16 februari te Leeuwarden begraven, maar kreeg later een herbegrafenis in Sneek, zie tekst verderop.

Opvallend is nog te melden, dat zelfs stadhouder Willem Frederik van Nassau-Dietz bij deze begrafenis aanwezig was!
Hij schrijft in zijn dagboek op maandag 16 februari 1646  (Gloria Parendi, pag. 213)

'Mit Nauta vrau toe begraffenis geweest'



Uit: Genealogysk Jierboekje, 1965

Handschriften Fries Genootschap, nr. Ib 30.
Familieaantekeningen Mellinga-Aysma over de jaren 1543-1668,
volgens 19eeeuws opschrift "uit een' ouden Flavius Jozephus".  

Den 19 octobris anno 1645 op sondach voor noen die kloek quatie(r) voor thyenen is de eedele here Gajus a Nauta, juris utriusque doctor ende meederaedt ordinaris in den Hoowen van Frieslandt, in den Heere ontslaepen ende 't doode lichaem op den 28 octobris nae Sneeck ghevoert, op den 29 dito aldaer seer staetelycken te(r) aerden bestelt. 

Anno 1646 den 4en februarii op donderdachawont die kloek omtrent een quatyer voor sewen uyr is Lolck van Aysma, huisvrouwe van den welgemelten heere Nauta, binnen Leuwarden in den Heere ontslapen ende op den 16 binnen Leuwarden in den Jacobyner kerck in 't kooer needergheset ende naederhant tot Sneeck by haeren man Nauta begraven.



Een grafzerk werd gemaakt na het overlijden van de eerste echtgenoot, waarbij dan meestal ook een alliantiewapen werd geplaatst.

Daarom vermoed ik dat het zichtbare alliantiewapen die van Nauta-Buma is.
De overige vrouwen zullen dan elders op de zerk vermeld zijn geweest.
Van zijn derde partner, Lolck van Aysma, hebben we de tekst met zekerheid gevonden.

Familiewapen Buma
(CBG familiewapens)


Familiewapen Gualtheri
(CBG familiewapens)


Familiewapen Aysma
(Stamboek van den Frieschen Adel)



Het Nauta wapen

Het Nauta wapen komt helaas niet veel voor op Friese zerken.
Daarnaast zijn er ook latere families Nauta, die een sprekend wapen voeren met daarin in schip. (immers Nauta= schipper)

Op de site van CBG staat echter een prachtig Nauta wapen afgebeeld, afkomstig uit de verzameling van Von Brucken Fock.

Familiewapen Nauta
(CBG familiewapens)


Opvallend op dit wapen is dat het een helmteken van een ster heeft, dat ook bovenin het wapen afgebeeld staat. Daaronder een zwemmende dolfijn of walvis in de zichtbare zee.
Op de grafzerk te Sneek is de ster ook duidelijk te zien. Onderaan is de zee ook herkenbaar.
De eventuele dolfijn of walvis is hier niet (duidelijk) te zien.
Verder wel een soort wolkenslinger tussen de ster en zee.

Uit zijn drie huwelijken is slechts één zoon bekend: Johannes Gajusz. Nauta (1633-1658).
Hij is geboren uit het huwelijk met Lolck van Aysma en ligt begraven in de kerk van Jorwerd.
Zijn mega-grote zerk is gelukkig bewaard gebleven en ligt in het koor van de kerk.
Johannes was ritmeester in het Friese Regiment en bleef ongehuwd.
Hij woonde op Hesens State te Jorwerd.
Op de grafzerk staan op de vier zijden zijn vier grootouders.
Aan de linkerkant staan de wapens Nauta (boven) en Aysma (onder) afgebeeld. 
Hoewel ook hier weer afgebikt in de Franse periode zijn ze nog deels herkenbaar.

Het Nauta wapen bevat ook hier bovenin duidelijk een ster.
Linksonder staat een springende dolfijn/walvis afgebeeld en onderaan zijn nog golven van de zee zichtbaar.
Ook hier een soort ronde slinger onder de ster.


Wapen Nauta op de zerk van Johannes van Nauta in de kerk te Jorwerd


Hiermee is wel duidelijk bewezen dat het linkerwapen die van Nauta is.

Het rechterwapen zou wel eens het Buma wapen geweest kunnen zijn, ook omdat links wel een halve arend zichtbaar zou kunnen zijn en aan de rechterkant twee lelies.

(NB: dit een blog met voorlopige uitkomsten en teksten/data kunnen nog worden bijgewerkt)
Met dank aan Hessel de Walle voor de teksten en Melle Koopmans voor de foto's van de zerk in Sneek.


Bronnen:

maandag 23 augustus 2021

Saxo Finia, een belangrijke Fries in Brussel

Supersneuper Hans trof vandaag weer een mooie Friese wapenafbeelding aan in het Album Amicorum van Henricus van der Borch (?-1637), zoals die op de website van Europeana staat vermeld.

Het gaat hier om Saxo Finia, een Fries van geboorte.

De achternaam Finia is meteen al lastig, want deze werd ook wel als Fynia, Phinia, Fijnia, Fijnja, Fyngie, etc. geschreven.
De gehele genealogie Finia is echter nogal incompleet, zo was er voor 1585 ook nog een Sas Finia, die gehuwd was met Tryn Douwes.
De kans is groot dat de Friese naam van deze Saxo dan ook Sas is, en dat bovengenoemde Sas Finia een oom (of grootvader) van hem was.
 

Bijdrage van Saxo Finie 'Frise' in het Album Amicorum van Henricus van der Borch (?-1637), op 11 november 1600 te Douai. 
www.europeana.eu


Deze Saxo Finia heeft een belangrijke rol gehad in de Spaanse Nederlanden.
Hij was namelijk tegelijk secretaris van de (Spaanse) Raad van State (1638-1664) en secretaris van de Geheime Raad (1625-1654).
Voor deze functie woonde hij te Brussel.
Een latere opvolger van Viglius van Aytta (1507-1577), zo zou je deze Saxo Finia dus kunnen noemen.
Immers, Viglius was o.a. voorzitter van deze Geheime Raad.
Met daar meteen bij vermeld, dat hij de belangrijkheid en nog hogere functies van de bekende Viglius natuurlijk niet kon evenaren.

Saxo zal omstreeks 1580 geboren zijn ergens in Friesland, mogelijk in (de buurt van) Achlum omdat daar een Finia/Phinia State was.
Waarschijnlijk waren Feddrick van Finia en Maycke van Cronenburgh zijn ouders, die staan tenminste ook zo vermeld in het genealogische werk van Abraham Ferwerda.
Qua datering komt dit goed overeen, want zijn ouders moeten omstreeks 1575 gehuwd zijn.

Saxo heeft in 1600 aan de Franse universiteit te Douai gestudeerd, omdat hij in dat jaar de bijdrage in het Album Amicorum van zijn studiegenoot Henricus van der Borch (?-1637) plaatste.
Later maakte hij een Latijns gedicht voor Justus Rijckius, welke bewaard is gebleven in de verzameling van Janus Gruterus (1560-1627).

In 1619 is Saxo getrouwd met Anne Dumay (of: du May).

Volgens de wikipedia pagina over Saxo kreeg hij na het overlijden van zijn baas, secretaris Philippe Prats, in 1617 een jaarlijkse rente, waardoor hij kon rentenieren.
Dit werd hem toegekend, door het feit dat zijn (voor) ouders Friesland hadden verlaten om zich in te zetten voor 'God en zijn prinsen', wat de Roomse landvoogden der Spaanse Nederlanden moeten zijn.

Dit gegeven klopt dan weer mooi met de voorgestelde ouders Feddrick van Finia en Maycke van Cronenburgh.
Immers van hun is nu bekend dat zijn gevlucht zijn tijdens de opstand, want hun namen en wapens staan vermeld in de Conscriptio Exulum Frisae.
Vermeldenswaard is dat Maycke van Cronenburgh een dochter is van de bekende Friese schilder Adriaen van Cronenburgh (ong. 1545-ong. 1604), die ook zijn toevlucht in het buitenland had gezocht.
 

Familiewapen van Feddrick Fijnia en zijn vrouw Maycke van Cronenburg
Conscriptio Exulum Frisiae (1580-1587)

Na zijn overlijden in 1664 werd hij te Brussel in het (Geschoeide) Karmelietenklooster begraven, welke helaas niet meer bestaat.

Wapen
Het wapen van deze Feddrick gelijk aan die van Saxo in het Album Amicorum.

Verder is opvallend dat het wapen van Finia een grote gelijkenis heeft met die van het bekende adellijke geslacht Botnia.
Ook deze heeft een geharnaste arm met zwaard in de hand.
Een verschil is echter dat het Finia wapen gedeeld is, met links de bekende Friese halve adelaar.
Ook het helmteken is anders, want Finia heeft een adelaar als helmteken.
Van een familierelatie tussen Botnia en Finia is niets bekend, dus het zal dus op toeval berusten.

Wel was Feddrick majoor geweldige in het Spaanse regiment van overste Georg van Liauckema.
Mogelijk dat het wapen dus gekozen is door het beroep van deze Feddrick.

Beschrijving:
Wapen: in blauw een omgewende beklede zilveren rechterarm, goud gegalonneerd, de benedenarm horizontaal, in de hand houdende een zilveren zwaard met gouden gevest.

Familiewapen Fijnia
 (CBG Familiewapens)


Links:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Saxo_Finia
https://www.dbnl.org/tekst/aa__001biog07_01/aa__001biog07_01.pdf
https://nl.wikipedia.org/wiki/Janus_Gruterus
https://www.frieseregimenten.nl/officier/feddrick-van-fynia/ 

 

Zoeken in deze blog