In deze nieuwe serie worden de Friese kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e
eeuw in het 'Friesche Nassause Regiment' dienden. Het is een lange rij van
vooral adellijke officiers, van wie soms veel bekend is, maar soms ook praktisch
niets.
Friese kapiteins (2) : Adriaen Slijp
Van Adriaen Slijp is de geboortedatum onbekend, maar dit zal omstreeks 1600 zijn geweest. In 1662 stelt hij in Sneek zijn testament op, vandaar dat hij vermoedelijk niet lang daarna zal zijn overleden. Een grafsteen is van hem helaas niet bekend, maar die zal er ongetwijfeld zijn geweest ergens in een Friese kerk, wellicht in Sneek.
Zijn ouders zijn hoogstwaarschijnlijk geweest Rogier Adriaensz. Slijp en Trijntje Stephansdr., die ook in Sneek woonachtig waren.
In 1621 deed hij belijdenis in Leeuwarden, dus zal hij daar toen zijn verblijf hebben gehad. Of hij toen al officier was is nog niet bekend, maar niet veel daarna zal hij vaandrig en luitenant zijn geweest. Op 25 februari 1624 volgde zijn belangrijke benoeming tot kapitein; een eigen compagnie!
Hij volgde hierbij zijn vermoedelijke vader Rogier Slijp op, die daarvoor dus de kapitein van deze compagnie was. De officiële benoeming gebeurde echter door de gedeputeerde staten van Friesland.
In de jaren daarna verblijft hij op diverse plaatsen en schansen.
In 1624 in de Ommerschans en in 1626 gaat hij (met zijn compagnie) van Coevorden naar Weststellingwerf, waar een aantal schansen van de Friese waterlinie lagen.
In 1628 volgt een eervolle benoeming als commandeur van Hattem tijdens een spannende periode. In 1629 deed een Spaans leger van 6000 man een inval via de Veluwe en trokken o.a. op naar het stadje Hattem. Tot tweemaal toe werd een aanval afgeslagen en daarmee werd een vrije toegang tot Friesland succesvol tegengehouden.
Adriaan heeft hier dus blijkbaar goed werk verricht als commandeur.
In 1630 ligt zijn compagnie in garnizoen in Coevorden, die in de destijds als één van de sterkste vestingssteden van Europa bekend stond.
In 1633 loopt hij als kapitein mee in de lijkstatie van stadhouder Ernst Casimir ,die eind 1632 was omgekomen bij het beleg van Roermond.
Adriaen wordt in 1639 benoemd tot majoor van het (2e) Regiment Infanterie van het Friesch Nassause leger.
In 1640 is hij tijdelijk commandeur van Wesel, vlak over de Duitse grens. Hij krijgt daar echter ruzie met de Magistaat van de stad en als in mei de prins van Oranje dan een zekere Van Dieden erop af stuurt is Adriaan reeds vertrokken.
Toch lijdt zijn carrière er niet onder, want in 1646 wordt hij benoemd tot Luitenant-kolonel van het (2e) Regiment Infanterie. De 80-jarige oorlog zit er dan echter bijna op en daarmee komt Nederland eindelijk in rustiger vaarwater. In jaren 1654-1657 zal hij in garnizoen in Sneek hebben gelegen, omdat daar dan enkele soldaten van hem trouwen.
Limburgse tak Van Slijpe
In 1666 verwierf zijn halfbroer Isaac van Slijp, nog geboren in Sneek, het burgerschap van Maastricht en stichtte daar een Limburgse regententak. Isaac zijn benoemingsdatum als kapitein in het Friesch Nassaus Regiment is helaas niet bekend, maar in september 1658 werd hij opgevolgd door kapitein Hendrik de Sandra. Zijn opvolging was een logisch gevolg van zijn vertrek naar Limburg, waar hij datzelfde jaar luitenant-stadhouder van de heerlijkheid Land van Valkenburg werd. In 1684 stichtte Isaac in Maastricht het zogenaamde Hof van Slijpe, een heus stadspaleis. Hier zou zijn familie tot 1802 blijven wonen en nazaten bekleedden o.a. de functie van burgemeester van die stad.
In 1835 werd Jan Godard Johan Cornelis van Slijpe opgenomen in de Nederlandse adel. Zijn dochter Johanna stierf in 1879 en met haar stierf het adellijke geslacht helaas uit. Echter Jan van Slijpe had het voor elkaar gekregen dat zijn kleinzoon Karel Pichot van Slijpe de verheffing in de adelstand zou doorvoeren. Maar met het overlijden van zijn dochter jonkvrouw Cornelia Pichot van Slijpe in 1969 stierf ook dit geslacht uit.
Als bijzonderheid kan nog worden vermeld dat in Maastricht nog grafstenen staan bij de Walburgakerk, met o.a. die van Karel Pichot van Slijpe.
Tot slot hingen in het Hof van Slijpe enkele portretschilderingen uit 1750. Deze waren in opdracht van de van oorsprong uit Friesland afkomstige gouverneur Hobbe Essaias van Aylva geschilderd door Johann Valentin Tischbein. In 1975 werden ze helaas uit het stadspaleis gestolen.
Stadspaleis Hof van Slijpe te Maastricht |
Familieleden in het leger
- Rogier Adriaensz. Slijp (ong. 1565-<1634) was Fries kapitein en vermoedelijk de vader van Adriaen.
- Jacob Rogiers Slijp (ong. 1600-1637?) was vermoedelijk een broer van
Adriaen. Jacob was kapitein en later ook ingenieur.
Hij huwde Auckien Adama, vermoedelijk een dochter van kapitein Johannes Fransen Adama. - Een dochter van Jacob Slijp, Catharina Slijp, huwde in 1646 met kapitein Jan Versteveren.
- Een andere dochter van Jacob, Jaeckemijntje Slijp, huwde de officier Hessel Fopma.
- Zijn vermoedelijke zus Barbara Slijp (ong. 1610-?) huwde kapitein Gerrit Adriaans van Hogeveen.
- Dan was er nog een vermoedelijke halfbroer, Isaac van Slijp genaamd. Hij was tot 1658 waarschijnlijk kapitein in het Friese regiment.
Compagnie nr. 3
* Adriaen Slijp (*ong. 1600-1662?)
* Kapitein van 1624-1646
* Voorganger: Rogier Slijp
* Opvolger: onbekend
* Hoogste functie: luitenant-kolonel
* Woonplaats: Sneek
* Adriaen Slijp (*ong. 1600-1662?)
* Kapitein van 1624-1646
* Voorganger: Rogier Slijp
* Opvolger: onbekend
* Hoogste functie: luitenant-kolonel
* Woonplaats: Sneek
Meer informatie:www.andrebuwalda.nl
https://nl.wikipedia.org/wiki/Van_Slijpe
In het Nederlands Patriciaat van 1924 is een genealogie van de familie Van Slijpe opgenomen.
In het Nederlands Patriciaat van 1924 is een genealogie van de familie Van Slijpe opgenomen.
Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van Friese compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.
Deze kapiteins zijn nu beschreven:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten