Posts tonen met het label workum. Alle posts tonen
Posts tonen met het label workum. Alle posts tonen

zondag 13 april 2025

Families Vollenhoof en Bannier en de drooggemaakte Sensmeer

Vrijdagvond 11 april 2025 gaf drs. Mark Raat een uiterst interessante lezing over de droogmaking van de Sensmeer en Atzebuurstermeer in ca. 1633.
In dit voormalige meer is al snel het latere katholieke Blauwhuis ontstaan.

Er waren drie participanten in het octrooi, welke op 30 november 1632 werd verleend.
Dit waren: Hoofdaanvrager Sjuck van Burmania (1597-1650), grietman van Wymbritseradeel, Frans Harinxma van Donia (1580-1651), voormalig officier maar toen gedeputeerde van de Friese Staten en tot slot Jan Claesen Vollenhooff, burgemeester van Workum.

Van deze Vollenhooff gaf Mark tijdens de lezing aan dat hij geen geboorte en overlijdensjaartal wist en verder ook weinig bijzonderheden.

Reden genoeg om eens mee te zoeken of we wat meer van deze Vollenhoof konden vinden.
Immers, een burgemeester werd je ook niet zomaar, dus daar moet meer van te vinden zijn.

In 1628 lezen we dat hij burgerhopman van Workum was (allefriezen.nl, hypotheekboeken)
Van 1632-1637 zat hij in de vroedschap van Workum, waarvan burgemeester van 1636/1637.

Zijn leeftijd komen we te weten dankzij een bijzondere uitgave uit 1648, van een procedure tussen de magistraat van Workum en de Workumer predikant Focaeus Stellingwerf. 

In een hoofdstuk over de Bolswarder classisvergadering, gehouden op 22 november 1643 te Workum, wordt Jan Claesen Vollenhoof hierin 'Oude Burgemeester van Worcum, out omtrent 52 Jaren' genoemd.
Jan zal dus ca. 1591 geboren zijn. Mogelijk in Vollenhove en dat hij daarom deze achternaam heeft gekozen.


 Claer vertoogh van de procedueren des E.A. Magistraet, vroetschap ende die gecommitteerde uyt de Gemeente Jesu Christi binnen Worcum: op ende tegens Focaeus Stellingwerf, predicant aldaer
(Google Books)


In een hypotheekboek van 1644 wordt duidelijk dat Jan Vollenhoof, hierin overigens Johan genoemd, gehuwd was met Maria Bannier. 

Deze Maria Bannier (of: Banier) moet wel dezelfde zijn als de Maria Bannier die op 7 januari 1630 te Coevorden met Feye Feyes van Heemstra trouwde. Deze Feye was afkomstig van Heemstra State te Oenkerk en was toen luitenant van kapitein Douwe van Andringa. Uit dit huwelijk was één zoon, Feye geboren: Feye Feyes van Heemstra (1630-1690), later kolonel van het Friese Regiment.
In hun trouwjaar 1630 kwamen Feye en Maria met attestatie naar Bolsward.
Helaas overleed Feye al op 30-jarige leeftijd in 1636.

De ouders van Maria Bannier waren Peter Lamberts Bannier (ca. 1575-1647) en Geertgen Hertsuyker.
Peter was notaris te Coevorden en dat zal ook de plaats zijn waar Maria haar aanstaande man Feye ontmoette. Feye zal dat jaar in Coevorden in garnizoen hebben gelegen.
Ook niet onbelangrijk: haar oom Andries Lamberts Bannier was in 1618 burgemeester van Vollenhove, het jaar dat hij hertrouwde met de Friese Anna Siercksdr. van Donia. Uit dit huwelijk o.a. de latere vaandrig Sierck Bannier. 
Tot slot trouwde de zus van deze Anna, Catharina van Donia (1597-1677) met Arnoldus Copius, advocaat aan het Hof van Holland, maar ook afkomstig van Vollenhove!

Omstreeks 1640, hun huwelijkse akte heb ik niet kunnen vinden, hertrouwt Maria Bannier met Jan Claessen Vollenhoof. In 1642, 1644 en 1646 laten zij drie zonen dopen in de Hervormde gemeente van Parrega/Hieslum/Greonterp. Deze Claes, Albert en Lambert Vollenhoof zijn vermoedelijk geboren in Greonterp, omdat Vollenhoof inmiddels een herenhuis had laten bouwen in de drooggemaakte Sensmeer.

Duidelijk is nu dat door dit huwelijk van Jan Vollenhoof met Maria Bannier, de Friese mogelijkheden binnen handbereik kwamen te liggen.

Het gebouwde herenhuis (of: hofstede?) is volgens mij te zien in het '1633 Bedykt' gedeelte en dan bijna geheel oostelijk. Hier is een belangrijk huis te zien.
(Schotanusatlas 1718).


In het lidmatenboek van dezelfde hervormde gemeente, lezen we dat op 10-5-1653 Jan Claessen Vollenhof en Maria Jans lidmaten zijn geworden en dat ze in Greonterp woonden.
Maria Bannier werd hier vermoedelijk Maria Jans genoemd, omdat haar man Jan heette.

Eind december 1659 zal Jan Vollenhoof zijn overleden, want de ontvangstboeken vermelden op 30 december 1659 f 1:10 (florijn) ontvangen wegens het klokluiden van 'de olde Follenhoef'.
Op 16 januari 1660 staat hij nog een keer vermeld. 
Mogelijk is hij op 30 december overleden (klokluiden) en werd hij op 16 januari begraven en daarbij werd dan opnieuw klok geluid.

Familie
Jan Claessen Vollenhoof moet eerder zijn getrouwd, waaruit ca. 1630 een Abraham Jans Vollenhoof werd geboren. Deze Abraham zat later ook in de vroedschap van Workum en was notaris publicus aldaar. Abraham studeerde in 1646 en 1647 aan de Franeker universiteit en woonde in 1651 en 1662 te Workum. Op 12 oktober 1651 trouwde Abraham Jans Vollenhoof in Buitenpost met Maaycke van Voort. Zij moet een dochter zijn geweest van Gysbert van Voort (of: Foort) en Maria Chistophori, die vermoedelijk op de Jensma State te Augustinusga woonden. Gysbert zijn grootmoeder was namelijk een Jensma (Rinske Fockesdr. Jensma). Van deze Gysbert van Voort is een prachtig portret bekend, toen hij ingenieur van het Friese Regiment was. 

Na het vroegtijde overlijden van Maria Christophori in feb. 1640, hertrouwde Gysbert van Voort met Frouck Keimpesdr. Harinxma van Donia (ca. 1600-?).
Jawel, deze Frouck was een zus van bovengenoemde Frans, die samen met Jan Vollenhoof mede-participant in het project was.

De familie Van Voort was afkomstig uit Utrecht en de grootvader van bovengenoemde Gysbert, Matthijs van Voort, sloot op 26-8-1576 een overeenkomst met de abdij Gerkesklooster, tot vergraving van de venen onder Surhuizum.


Decretale verkopingen Blauwhuis
In het Genealogysk Jierboekje van 1983 staat een interessante vermelding over zgn. decretale verkopingen van goederen tussen 1659-1671, van o.a. minderjarige kinderen. Eerst even de vermelding zoals die erin staat:

Deze twee delen bevatten akten van overdracht van onroerende goederen voor minderjarige kinderen en kerkelijke corporaties uit de periode 1659-1671. Verder ook akten betreffende executoriaal verkochte goederen. De namen achter de bladzijden zijn toponymen of (na de komma-punt) geslachtsnamen. De nummers van de bladzijden of folio's geven het begin van de desbetreffende akte aan. 

Blauwhuis : 16-166 (de Senser droochgemaeckte meer; Douwe E. Bangma, Feyo van Heemstra, Lolcke Jensma, Abr. en Jan C. Vollenhooff, Maria Banier, Saecke U. Buwalda), 334 (land in Sensmeer; Syrck Banier, w. Gysbert Conincx, Jan C. Vollenhoof).
(https://www.fryske-akademy.nl/fileadmin/inhoud/img/kennis/genjierboek/GJ_1983.pdf, ook vermeld in presentatie van Mark Raat)

Hier komen we nu een aantal inmiddels bekende namen tegen.

  • Jan C(laessen) Vollenhooff en Maria Bannier staan beide vermeld.
    Jan is immers in 1659 overleden!
  • Feyo van Heemstra, moet zijn Feye Feyes van Heemstra (1630-1690), de zoon van Maria Bannier uit haar eerste huwelijk.
  • Sierck Bannier komen we tegen, als hij in 1651 wordt veroordeeld tot het betalen van 68 gulden aan oud-burgemeester Jan Vollenhoof wegens verschenen landshuur.
    Deze Sierck moet een zoon zijn geweest van Andries Lamberts Bannier en Anna Siercksdr. van Donia, zodat hij is vernoemd naar zijn grootvader, grietman Sierck Siercks van Donia.
    Sierck was vaandrig in het Fries regiment van 1645-1650 en huwde Antonette Gardijn.
    NB: Aangezien hij dus land in de Sensmeer had, zou hij ook een zus van Maria Bannier kunnen zijn.
  • Lolcke Jensma (ca. 1600-?) was een zoon van Meile Sjoerds Jensma en Jeltje Lolckes Rheen.
    Hij woonde te Bolsward, dus vlakbij de Sensmeer.
    Zijn vader en familie waren afkomstig van Augustinusga (Jensma State) in Achtkarspelen en zijn moeder, Jeltje Rheen, was een dochter van Lolcke Hettes van Rheen, die in 1588 plaatsvervangend grietman van Achtkarspelen was. 
    Er is een belangrijke familierelatie tussen de families Voort en Jensma.
    Als voorbeeld: Zacharias Huber (ca. 1601-1678) trouwde met 1. Sjouck Jensma (dv Meile Jensma) en 2. Maria van Voort (dv Cornelis van Voort)
  • Douwe E(elings) Bangma (Bangema) leefde van 1614-1672 en woonde te Tjerkwerd, dus vlakbij de Sensmeer. Hij was dijkgraaf van de Eemswolderhem/Ymswolderhem.
  • Tot slot, Saecke Ulbes Buwalda (ca. 1590-ca. 1669) woonde te Tjerkwerd op Buwaldabuorren.
    Hij was ongehuwd en hij liet de altijd nog aanwezig gevelsteen plaatsen in de boerderij, met daarop de familiewapens van zijn ouders Buwalda-Stapert.

vrijdag 24 mei 2019

Friese kapiteins (16) : Willem van Inthiema


Friese kapiteins (16) : Willem van Inthiema

In deze nieuwe serie worden de Friese kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e eeuw in het 'Friesche Nassause Regiment' dienden. Het is een lange rij van vooral adellijke officiers, van wie soms veel bekend is, maar soms ook praktisch niets. 


Achtergrond
De Friese adellijke familie Van Inthiema heeft een eeuwenlange verbintenis met de stad Workum gehad.
Zo zeer, dat zelfs het stadswapen afgeleid is van het die van de familie Inthiema (of andersom).
In 1686 stierf de laatste mannelijke Inthiema en in 1724 stierf met Maria Helena van Inthiema het geslacht definitief uit.
Willem van Inthiema werd omstreeks 1580 geboren in de Engelse hoofdstad Londen.
Omstreeks 1600 zal hij gehuwd zijn met Armgardina (of: Armgard) Bentinck, een dochter van kapitein in Spaanse dienst, Johan Bentinck en Anna Margaretha van Voorst.
Armgard kwam dus uit een rijke adellijke familie, die op kasteel Breckelenkamp nabij het Twentse Denekamp woonde.
Het feit dat de protestantse Willem een dochter van een vijandige kapitein huwde is best wel bijzonder te noemen.
Na het overlijden van Armgard is Willem opnieuw getrouwd, nu met Foockel van Waltinga, dochter van grietman Hobbe van Waltinga en Jel van Bootsma.
Hun woonplaats is helaas nog niet bekend, maar zou Workum kunnen zijn geweest.

Huis te Breckelenkamp in het buurtschap Breklenkamp
(tekening door Abraham de Haen, 1733)

Uit zijn eerste huwelijk zijn drie kinderen geboren:
1. Margaretha Anna van Inthiema huwde Seerp van Ipema (of: Epema)
2. Armgart van Inthiema huwde Tjalling van Ipema, een broer van bovengenoemde Seerp.
3. Hendrik Frederik van Inthiema huwde Tjemck van Herema.

Ouders
Zijn ouders waren Frederick van Inthiema (ong. 1540->1610) en Margaretha van Heslinga.
Deze Frederick was advocaat en later burgemeester van Workum, de stad waar hun oude stins stond, later ook wel 'Huis Inthiema' genaamd.
Na het begin van de opstand werden zijn goederen verbeurd verklaard, waardoor hij uitweek naar de Duitse stad Emden.
Hierna werd Frederick watergeus en kapitein en hij nam deel aan de inname van Den Briel in 1572.
In 1573 hielp hij, vanwege zijn beroep van advocaat, nog de bekende en beruchte watergeus Willem II van der Marck Lumey, die in ongenade was gevallen door zijn harde optreden tegen zijn tegenstanders.
Frederick nam deel aan de 'zendingen' naar Duitsland en Engeland voor steun en hulp tijdens de opstand.
Dit zal vermoedelijk omstreeks 1580-1585 zijn geweest. Het moet dus op één van die reizen zijn geweest dat onze hoofdpersoon, zijn zoon Willem, in Londen zal zijn geboren.

Tekening van Inthiema State te Workum uit 1723, getekend door Jacobus Stellingwerf.


Militaire carrière
Wellicht was Willem al officier (vaandrig, luitenant) onder kapitein Bloemendael die hij later zou opvolgen.
Op 21 mei 1603 werd Willem kapitein van een compagnie in het Friese Nassause Regiment. Hij volgde toen Aernt van Bloemendael op.
Deze Aernt was vanaf april 1603 aanwezig bij het Beleg van Oostende, maar stierf al gauw van de schrik, zo is beschreven.
Het was dan ook een zeer bloedige strijd, waarbij aan beide kanten tienduizenden doden vielen.

In juli 1604 kondigt hij per brief aan dat hij met zijn compagnie vertrekt naar het Duitse Emden, welke in Staatse handen is.
In 1605 zat zijn luitenant met zijn compagnie in de Duitse stad Lingen, die belegerd werd.
Van 1609-1622 was er het Twaalfjarig bestand met Spanje, waardoor het relatief rustig was in Nederland.
Over zijn dood in 1622 schreef zijn tijdgenoot officier Poppo van Burmania in zijn kroniek:
'Also de capitain Wilhelm van Inthema , wiens compagnije meede in leger waer geweest ende sijn vendrich Pijter Iskens beijde waren gesturwen ende haere ampten vacant waeren, so hebben de Heeren Gedeputerden op den 9-december 1622 den voormelten leutenant van capitain Abbe van Boesma, genaemt Harmen van Wonsdorp, toegenaemt Spainier, tot capitaein gemaeckt in plaetse van Wilhelm van Inthema en mij tot vendrich in de plaets van Pijter Iskens.

Willem wordt dus opgevolgd door Harmen van Wonsdorp, die toen luitenant in de compagnie van kapitein Abbe van Bootsma was.
Kroniekschrijver Poppo van Burmania werd toen vaandrig onder Van Wonsdorp.

Familiewapen

familiewapen Van Inthiema, Stamboek van den Frieschen Adel.

 familiewapen Inthiema, in de waag te Workum (foto: Twitter/Maikel Galama)

Het lijkt erop dat van dit wapen de onderste twee velden verkeerd zijn geschilderd, omdat het hart en de zwaan niet voorkomen op het wapen in het bekende 'Stamboek'.

Stadswapen van Workum, in de Waag van Workum, 1650

Bijzonder is dat het stadswapen dus gebaseerd is op het Inthiema wapen, of uiteraard andersom. Zowel de halve Friese adelaar als de drie lelies komen immers ook voor op het Inthiema wapen.
Dit zegt wel iets over de oorsprong en de eeuwenlange macht van het geslacht Inthiema te Workum.

Overige
In de Hervormde kerk van Workum hangt een geschilderd bord met latijns opschrift, ter nagedachtenis aan Reynolt van Inthiema (1656-1680), die op 24 jarige leeftijd overleed in het Franse Saumur. Hij was een kleinzoon van de gelijknamige broer van Willem van Inthiema.
Er schijnt nog een schilderij van een broer van Willem, Hero van Inthiema, te zijn die geschilderd is door Pieter Feddes van Harlingen.
Verder zijn er helaas geen afbeeldingen bekend van familieleden.

Familieleden in het leger
  • zijn vader Frederick van Inthiema (ong. 1540->1610) was watergeus/kapitein
  • zijn broer Frederick van Inthiema (ong. 1590-?) was kapitein
  • zijn broer Reynolt van Inthiema (ong. 1590->1639) was kapitein
  • zijn zoon Hendrik Frederik van Inthiema (ong. 1610-1655) was kapitein en commandeur
  • zijn schoonvader Johan Bentinck was kapitein in het Spaanse leger.
Vaandel
niet bekend

Compagnie nr. 18
* Willem van Inthiema (*ong. 1580-
U1622)
* Kapitein van 1603-1622

* Voorganger: Aernt Bloemendael
* Opvolger: Harmen van Wonsdorp
* Hoogste militaire functie: kapitein
* Woonplaats: Workum?
 


Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van Friese compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.
Tot nu verschenen in deze serie:

Zoeken in deze blog