Al gauw troffen we in het archief een akte aan, waarin e.e.a. snel duidelijk werd.
Op 13 februari 1917 werd bij de notaris een akte opgesteld, waarbij mevrouw Catharina Christina Marianna Jacoba van Schaik, weduwe van de heer Gerrit Johan Christiaan Scrinerius, 2000 gulden naliet aan de Hervormde Diaconie van Witmarsum.
Zij woonde destijds te Utrecht en haar man Gerrit was toen net een paar maanden eerder overleden (28-12-1916). Zelf zal ze haar einde ook hebben voelen naderen, want in september van 1918 kwam ze te overlijden aldaar. Ze bepaalde in de akte dat de diaconie het geld moest beleggen en dat ze de rente moesten besteden 'tot eene jaarlijksche uitkeering aan behoeftige gemeenteleden'. Verder stond er dat dit ieder jaar moest gebeuren op 25 juni, namelijk de geboortedag van 'Doctor Scrinerius, dit te Witmarsum ruim veertig jaar als geneesheer gevestigd is geweest'.
Deze doctor Scrinerius was Hubertus Martinus Scrinerius, geboren op 25 juni (!) 1818 te Bolsward als zoon van (jenever) brander en koopman Petrus Johannes Scrinerius en Trijntje Klazes Buwalda. Hubertus zal een goede opleiding hebben genoten en werd 'medicinae doctor' te Witmarsum. Volgens de akte was hij 40 jaar lang geneesheer geweest. Op 1 november 1877 is hij naar Utrecht vertrokken, waarschijnlijk omdat zijn zoon Gerrit daar een boekwinkel was beginnen.
Het preciese jaartal dat hij in Witmarsum begon, heb ik nog niet kunnen vinden. Maar in mei 1845 werden de bevolkingsregisters opgesteld, waarbij Hubertus in huis nr. 102 te Witmarsum woonde. Hij was toen van beroep 'Med. Dokter'. Omdat hij in dus 40 jaar dokter is geweest, zal het begin in 1837 zijn geweest.
Nr. 102 was zoals het toen zo vaak ging met huizen, een ambachtshuis. Ook voor Scrinerius woonde hier namelijk een 'heelmeester'. Dit was Jan Arends Vlaskamp, die tijdens zijn huwelijk met Hiltje Lieuwes Wijbrandus in 1827 reeds chrirurgijn te Witmarsum was. Begin 1841 woonde Vlaskamp er nog in ieder geval, terwijl we hem veel later (1862) in Kuinre tegenkomen. Wellicht is Hubertus omstreeks 1837 bij Jan komen werken om het vak te leren, om de praktijk later over te nemen.
Samenvattend kunnen we stellen dat Hubertus Scrinerius ongeveer van 1837 tot 1877 geneesheer is geweest te Witmarsum.
Overigens blijkt dat niet alleen de diaconie te Witmarsum geld kreeg, maar ook de Vereniging ten behoeve van de belangen des boekhandels' te Utrecht. De bleek volgens een krantenbericht uit 1926 10.000 gulden te hebben gekregen.
Een ander deel van het erfenis vormde de basis van de in 1922 te Utrecht opgerichte 'Scrinerius Stichting'. Met dit vermogen van f 175.000,-- kunnen onbemiddelde studenten in de geneeskunde of veeartsenijkunde een toelage krijgen, want de stichting bestaat nog steeds.
Verder is het nog interessant om te melden dat de familienaam Scrinerius een 'luxere' versie is van 'schrijnwerker', dit is iemand die bijvoorbeeld kasten maakte. Men zetten is sommige gevallen de latijnse uitgang 'us' achter het beroep. Ook was chirurgijn een echt familieberoep, want verre voorvader Hubertus Ates Scrinerius, gedoopt te Sneek in 1688, had hetzelfde beroep!
Tenslotte is er nog een bekende latere huisarts in Witmarsum geweest die zelfs aan de eerste poolexpeditie deelnaam. Dat was dokter Hendrik Jan Kremer, geboren in 1852 te Termunten. Omstreeks 1888 zal hij arts zijn geworden, want als die in 1918 komt te overlijden wordt van hem vermeld dat hij 'ruim 30 jaar de praktijk uitoefende' te Witmarsum.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten