dinsdag 22 oktober 2019

Groninger kapiteins (3) : Nicolaas van Boringer


Groninger kapiteins (3) : Nicolaas van Boringer

In deze serie worden de Groninger kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e eeuw in het 'Groninger Nassause Regiment' dienden.
Het is een lange rij van vooral adellijke officiers, van wie soms veel bekend is, maar soms ook praktisch niets. 



Achtergrond
Zijn familie is waarschijnlijk afkomstig uit de deelstaat Baden Württemberg. Hun familienaam zou dan van het plaatsje Böhringen kunnen komen.
In 1613 woonde hij te Nijmegen, omdat daar zijn zoon Ernst Frederick geboren werd.
De naam werd ook wel als Beringer/Berringer/Böhringer geschreven.

De genealogie van deze familie is tamelijk lastig te vinden, waarschijnlijk omdat Nicolaas vanuit Duitsland naar Nederland is gekomen.
Er zijn inmiddels ook een ritmeester Andries van Beringen (gehuwd met Maria van Mierop) en een Conrad van Beringen aangetroffen.
Deze Andries was luitenant en hij voerde in 1600 bij de Slag bij Nieuwpoort, de compagnie curassiers aan van de Heren van Corbeek.
Wellicht hebben we hier met twee broers van Nicolaas te maken.



Huwelijk
Omstreeks 1600 is hij getrouwd met Aldegonda von Selberg, waarschijnlijk ook uit Duitsland afkomstig.
Op 6 januari 1613 laten ze hun zoon Ernst Frederick Boringer dopen in de kerk van Nijmegen, waarbij zij met de meer Nederlandse naam 'Aeltgen' wordt genoemd.
Verder is er uit de archieven nog een zoon Hans Conraet bekend.

Doopakte Ernst Frederick Beringer op 6-1-1613 te Nijmegen.

Militaire carriere
Hij diende vanaf 1608 acht jaar als luitenant in de compagnie van kapitein Hans Meinhard van Schoenberg. Na zijn dood volgde Van Boringer hem op als kapitein.
In 1610 verplaatste de compagnie zich van 's Gravenweert naar Arnhem (bron J. Punt).
Hij was dus kapitein van 1616-1638
en dan vermoedelijk als kapitein van een Hoogduitse Compagnie, die betaald werd door Groningen.

Op 10 januari 1621 besloten Gedeputeerde Staten (G.S.) van Groningen om zijn traktement in te houden, omdat hij zich zonder 'voorkennis van de provincie' in dienst had begeven van de Republiek van Ulm.
Op 16 maart 1621 kreeg Nicolaas de aanzegging van G.S. om zijn excuses aan te bieden aan de Staten op de Landdag
Wellicht heeft hij dit ook gedaan, want G.S. besloten om hem op 1 juni 1621 'wederom in het genot van traktement te stellen'.
In 1621 en tussen 1627-1632 schrijft hij brieven aan de stadhouder Ernst Casimir, terwijl hij in garnizoen in Groenlo ligt.
In 1622 werd de commies Gerrit Jansen Aarnhem door G.S. gelast om Niclaes Boringer f 635,- uit te betalen, wegen 'lening en vivres' voor zijn compagnie.
In 1623 is hij vermeld in het Hoogduitse regiment van Ernst Casimir (bron: J. Punt).
Nicolaas van Beringen was dus in dienst van het Staatse leger en hij zal mogelijk als Groninger kapitein aanwezig zijn geweest tijdens het Beleg van Grolle in 1627.
In 1634 komen we hem nog een keer tegen in de Groninger resoluties, waarbij kapitein en sergeant-majoor Balfour, overste-luitenant Hanecroot en kapitein Beringer uitstel verzoeken van de betaling van de vivres, wapens en gasthuyscosten, welke ze onder voorbehoud verleend krijgen.

Na de verovering van Groenlo (of: Grolle/Grol) werd Herman Otto graaf van Limburg Stirum benoemd tot gouverneur van Groenlo.
Tegelijk werd Nicolaus Boringer de nieuwe stadscommandant, welke functie hij tot zijn dood zal hebben vervuld.
Het was Johan den Ouden die als nieuwe stadscommandant werd benoemd en hij was dit tot 22 oktober 1645 toen hij overleed. Ook hij werd in de Calixtuskerk begraven.

Op 20 maart 1638 werd luitenant Reinholt Huinge als nieuwe kapitein gekozen, in plaats van 'wijlen Niclaes Beringe'. De vaandrig Paulus Naut werd luitenant en Assuerus Tamminga werd de nieuwe vaandrig.

Grafzerk
In de functie van kapitein overleed hij op 12 maart 1638, waarna hij werd begraven in de Calixtus-kerk van Groenlo.
Zijn grafsteen is gelukkig goed bewaard gebleven en heeft een volledige latijns opschrift.
Ook zijn vrouw Aldegonda van Selberg ligt bij hem in hetzelfde graf.





De latijnse tekst op de zerk is:

bovenaan:
'Ano MDCXXX8
XII MARTIJ OBIIT

rechts:
PRAENOBILIS AC STRAENUUS CAPITANIUS (NICOL)AUS
BORINGER A LUNHORST COMMENDATOR IN GROLL
onderaan:
VIVIT POST FUNERA VIRTUS

links:
NOBILLISIMA AC   VIRTUOSA ALDEGUNDIS A SELBERG
FIDELISSIMA EIUS UXOR OBIIT 7 FEBRUARY

************************************************

De vertaling hiervan is ongeveer als volgt:

In het jaar 1638
12 maart overleden

De zeer edele en dappere kapitein Nicolaus
Boringer van Lunhorst, commandant in Groenlo

Deugd overleeft de dood

Edele en deugdzame Aldegonda van Selberg
Zijn betrouwbare vrouw overleden 7 februari


Grafzerk Petrus Boringer
Er ligt ook nog een zerk voor Petrus Boringer in dezelfde kerk.
De beschrijving volgens 'Archief De Graafschap' uit juli 1946 is als volgt:
23.  No 72.
Ao MDCXXXIIII XXV APRIL
OBYT NOBILIS PETRUS BORINGER
AETATIS SUE XXIIII
OMNIA MORTE CADUNT
NESCIT MORTEM UNICA
VIRTUS 
Met afgehakt wapen ? met helm waarop een vlucht waartusschen figuur uit het schild.
Kleur bruin, formaat 119x214.

Het lijkt waarschijnlijk dat het hier om een zoon van Nicolaas Boringer gaat, aangezien deze Petrus in 1610 is geboren.
Van deze Petrus is verder nu nog niets bekend.

Grafzerk Petrus Boringer in de kerk te Groenlo


Havezathe Lunhorst
Nicolaas werd op 6 oktober 1636 beleend met het Bergsche (Heerenberg) leengoed Lunhorst, vlakbij Didam in Gelderland.
In 1635 en 1636 voerde hij nog een proces tegen Hans Jurgen Eyckel, richter en holtrichter te Didam, wegens niet toelating als markgenoot.
Lang heeft hij echter niet kunnen genieten van deze vast eervolle belening.
De titel kwam echter wel pontificaal op zijn grafzerk: Boringer a Lunhorst.
Van de bovengenoemde zoon Hans Conraet van Boringer weten we dat hij, na het overlijden van zijn vader, op 9 maart 1639 werd beleend met het 's Heerenbergse leengoed Lunhorst.
De havezathe bestaat nog steeds onder dezelfde naam.


Kaart van 't kwartier Zutphen.
Met de rode pijl is havezathe de Lunhorst aangegeven.


Pentekening van Havezathe de Luynhorst
gemaakt in 1721 door Maximiliaan de Raad.


In 1788 werd Havezathe "De Luynhorst" herbouwd met gebruikmaking van 16e eeuws muurwerk.
Het heeft nog een deels oorspronkelijk interieur en in de gevel is een gedenksteen met wapen en opschrift aanwezig.



Gevelsteen in havezathe De Luynhorst
Het opschrift is als volgt:
HOOG WEL GEBO VRYHEER Y E VAN DER HEYDEN TOT BAAK EN MEYERING EN LUYNHORST HEEFT LATEN HERBOUWEN
DIT HAVESAAT DE LUYNHORST GENAAMT
ANNO 1788       

En nog een losse gevelsteen eronder met de tekst:
ANNO 1560


Havezathe De Lunhorst anno 2019

Familieleden in het leger
  • zijn zoon Hans Coenraat Beringer was sergeant-majoor 

Vaandels
Niet bekend.

Compagnie nr. ?
*  (*ong. 1580-
U1638)
* Kapitein van 1616-1638

* Voorganger: Hans Meinhard van Schoenberg
* Opvolger: Reinholt Huinge

* Hoogste militaire functie: kapitein
* Woonplaats: Nijmegen, Didam

Meer informatie:
http://www.chrisvankeulen.nl/didam.htm
https://www.levenindeliemers.nl/verhalen/155-de-luynhorst
http://www.gevelstenen.net/kerninventarisatie/images/Didam/6941RD09k.jpg

Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van Friese compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.

Friese Nassause Regiment

Geen opmerkingen:

Een reactie posten