donderdag 11 juli 2019

Friese kapiteins (23) : Jan van Burmania


Friese kapiteins (23) : Jan van Burmania

In deze nieuwe serie worden de Friese kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e eeuw in het 'Friesche Nassause Regiment' dienden. Het is een lange rij van vooral adellijke officiers, van wie soms veel bekend is, maar soms ook praktisch niets. 


Achtergrond
De familie Van Burmania is een oude adellijke Friese familie. Zij heeft haar oorsprong in Leeuwarden, waar het stamslot Burmaniahuis nog steeds staat.
De oude state is echter in 1874 vervangen door een groot herenhuis op dezelfde plaats.

Burmaniahuis te Leeuwarden
(tekening J. Stellingwerf, omstreeks 1723)

Jan, die ook wel weer Johan werd genoemd, werd omstreeks 1560 geboren als zoon van Johan van Burmania en Jel van Glins. Helaas weten we van zijn ouders bitter weinig. Er zouden schilderijen van dit echtpaar aanwezig zijn in een particuliere collectie, maar die kunnen onmogelijk van hun zijn.

Jan zijn grootvader Rienck van Burmania was grietman van Leeuwarderadeel tot zijn overlijden in 1563. Vermoedelijk woonden Johan en Jel daardoor ook ergens in Leeuwarden of Leeuwarderadeel en bestaat de kans dat ook Jan en Rienck in deze omgeving zijn geboren.
Jan van Burmania studeerde rechten vanaf 16 mei 1593 als 'Johannes a Burmania' aan de universiteit te Franeker.
In deze tijd schreef hij een Latijns tektsje in het album amicorum van Georgius van Burmania, een verre neef van hem.
Bijdrage van Jan van Burmania in het Album Amicorum van zijn verwant George van Burmania.

Omstreeks 1600 huwt hij met zijn achternicht Barber van Burmania, dochter van de grietman van Hennaarderadeel Poppe van Burmania en Clara van Frauenhoven (of: Froenhoven)
Zij groeide op in Edens (Hennaarderadeel) op Unga State, welke al een aantal generaties in hun familie was.
Uit dit huwelijk zijn drie kinderen bekend, Poppo, Rienck en nog een Poppo. De eerste Poppo werd in 1601 geboren in Doetinchem en is jong overleden. Rienck kwam in 1610 dramatisch om het leven bij een ongeluk met een jachtgeweer in Langweer. Zij waren toen op bezoek bij hun oom en tante Frouck van Burmania en Johannes van Clant. Hierbij was ook zoon Poppo aanwezig en dit zal een grote indruk op hem hebben gemaakt.
De 'tweede' Poppo werd geboren op 2 augustus 1603 te Oostende, dus tijdens het Beleg van Oostende. Barber was kort daarvoor aangekomen bij Oostende, waar haar man gelegerd was.
Daarom werd deze Poppo ook wel de 'Oostendenaer' genoemd en later werd hij bekend van zijn kroniek 'enege gedenckwerdege geschiedenissen'.
In dit boek schrijft Poppo uitvoerig over zijn vader.

Militaire carrière
Misschien omdat een bestuurlijke carrière er niet in zat voor Jan, koos hij voor een militaire loopbaan.
In 1595 werd Jan gevangen genomen in de huidige Duitse stad Lingen.
In 1601 zat hij waarschijnlijk in garnizoen in Doetinchem, omdat daar zijn 1e zoon Poppo wordt geboren.
In 1602 was hij luitenant in de compagnie van kapitein Wopcke van Herema, maar op 23 april dat jaar volgt zijn broer Rienck van Burmania hem op in die functie.
Per diezelfde datum zal Jan dus kapitein zijn geworden van een eigen compagnie, maar helaas weten we niet welke kapitein hij opvolgde.
Hij kan echter ook een totaal nieuwe compagnie hebben opgericht.
In 1602 was hij aanwezig bij de belegering van Rijnberk en werd daar zijn hoofd geschoten.
De kogel ging onder zijn oog door en kwam er bij de nek uit maar door Gods hulp was Jan weer hersteld, aldus zijn zoon in zijn eerder genoemde kroniek.
In 1603 zat hij in garnizoen in Sneek.
Vanaf april 1603 was hij aanwezig bij het beruchte Beleg van Oostende, die van 1601-1604 duurde.
In 1605 treffen we hem aan als hij met zijn compagnie in Bredevoort verblijft.   
Op 16 november 1605 vertrekt hij opnieuw naar Rijnberk, waar in 1606 het beleg van die stad door Spanje zal plaatsvinden.
De Spaanse bevelhebber Spinola belegert de stad en na een paar weken gaf de stad zich op 1 oktober over aan Spinola.
Jan zal dit echter niet meer meemaken, want voor het zover is, komt hij op 2 januari 1606 te Rijnberk te overlijden na een sterfbed van acht dagen. (NB: volgens een andere bron is hij in Doesburg overleden, maar dit lijkt onjuist).
De chroniqueur van het beleg van Oostende, Philippe Fleming, rekende hem in 1621 tot de 'ervaren officieren ende cloecke soldaten'.
Luitenant Schelte van Aysma uit Beetgum zal toen bij hem aanwezig zijn geweest en volgde hem op als kapitein.

Begrafenis
Jan werd eerst vanwege de winterse omstandigheden in Rijnberk begraven maar later werd hij in de Oldehoofster kerk in het koor bijgezet, bij zijn voorouders.
De kerk is helaas afgebroken, waardoor de grafsteen niet meer aanwezig is. Nog steeds is de toren, de Oldehove genoemd, een zeer bekende toren die nogal scheef staat.
Zijn vrouw Barber, verhuisde hierna naar Franeker, waar ook haar zoontje Rienck is begraven.

Familiewapen



Familiewapen Burmania (Stamboek van den Frieschen Adel)


Familieleden in het leger
  • De broer van Jan, Rienck van Burmania (ong. 1560-1603/1604), was kapitein
  • De zoon van Jan, Poppe Jans van Burmania (1603-1676), was kapitein en luitenant-kolonel.
Vaandel
niet bekend.

Compagnie nr. 19
* Jan van Burmania (*ong. 1560-
U1606)
* Kapitein van 1602-1606

* Voorganger: ?
* Opvolger: Schelte van Aysma
* Hoogste militaire functie: kapitein
* Woonplaats: Leeuwarden/Leeuwarderadeel?
 


Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van Friese compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten