In deze nieuwe serie worden de Friese kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e
eeuw in het 'Friesche Nassause Regiment' dienden. Het is een lange rij van
vooral adellijke officiers, van wie soms veel bekend is, maar soms ook praktisch
niets.
Friese kapiteins (9)
:
Frans Harinxma van Donia
Achtergrond
Frans van Donia werd in 1580 te Jelsum geboren. Zijn geboortejaar viel dus
gelijk met het begin van de 80-jarige oorlog tegen de Spanjaarden. Of dit van
invloed is geweest weten we niet, maar in ieder geval speelde de oorlog een
belangrijke rol in zijn leven.
Zijn ouders waren Keympe Harinxma van Donia (1554-1622), raadsheer en later
grietman van Leeuwarderadeel en Frouck van Goslinga.
Frans werd geboren in het ouderlijk huis te Jelsum, Hinnema State genaamd, die al
zes generaties Donia familiebezit was.
Frans zijn ouders hadden genoeg
financiële middelen om hun zoon te laten studeren, wellicht dat ze verwachten
dat Frans later net als zijn vader grietman zou worden. Voor die functie was een
goede opleiding nodig. Het was gebruikelijk dat studenten dan één of meer
buitenlandse universiteiten bezochten. Zo was Frans in 1599 nog in Leiden, maar
in 1601 studeerde hij in Heidelberg en in 1602 te Marburg. Tot slot heeft hij
ook in Franeker gestudeerd, waarschijnlijk nog voor Leiden.
Op 27 september 1618 treed hij te
Leeuwarden in het huwelijk met Geertruid van Engelsteedt. Zij was een dochter
van hopman/kapitein Ludolf van Engelsteedt en Anna van Harinxma thoe Slooten.
Deze Ludolf was omstreeks 1550 geboren in Dorpat, gelegen in het Baltische land
Estland. Hij was kapitein in Engelse dienst, maar vocht in het Friese Nassause
regiment, waarmee zijn huwelijk met de Friese Anna ook is te verklaren.
Hun huwelijk zou echter kinderloos blijven. Net als kapitein Hessel Meckema van
Aylva, trouwde Frans dus met een buitenlandse adellijke vrouw waarmee hij dus
ook zogenaamd 'omhoog trouwde'.
Op 28 juni 1628 werd hij als
kapitein opgevolgd door Johannes van Idzarda, omdat Frans voor een bestuurlijke
carrière ging.
In 1634 overleed zijn broer Ernst,
waarna hij op Hinnema State te Jelsum kwam te wonen. Waar ze voorheen woonden
heb ik niet kunnen achterhalen, maar hij zal aanvankelijk ook veel in schansen en in
garnizoen zijn verbleven en hebben gewoond.
|
Hinnema State te Jelsum (J. Stellingwerf, 1723) |
In 1642 was Frans bij de genodigden van de begrafenis van de luitenant-kolonel Jarich van Liauckema uit Sexbierum. Opvallend hierbij is echter wel dat de katholieke Jarich in Spaanse dienst was geweest. Jarich zal zich later echter hebben verzoend met zijn Protestantse tegenstanders, omdat hij in 1633 ook in die functie aanwezig was de lijkstatie van stadhouder Ernst Casimir.
In maart 1643 overleed zijn echtgenote Geertruid, van wie overigens ook een pendant-schilderij uit 1621 door schilder Jan de Salle bewaard is gebleven. In 1645 hertrouwde hij Helena van Heuckelum, die was geboren op kasteel Spaensweerd in Brummen (Gelderland).
Op 25 februari 1651 overleed hij in 's Gravenhage waar hij aanwezig was bij de belangrijke 'Grote Vergadering', die duurde van 18 januari tot 21 augustus van dat jaar. Net toen Friesland aan de beurt was om het voorzitterschap op zich te nemen werd Frans ziek en overleed hij enkele dagen later.
Militaire carrière
Net als de meeste kapiteins, zal hij eerst zijn carriere zijn begonnen als
vaandrig en vervolgens luitenant. De kans is aanwezig dat hij diende in de
compagnie van zijn volle neef Frans van Cammingha (ong. 1580-1610) aangezien hij
hem opvolgde als kapitein van deze compagnie.
Op 1 maart 1610 werd hij namelijk door de Gedeputeerde Staten van Friesland
benoemd als kapitein.
In 1622 vervulde hij een belangrijke rol, toen de Spaanse vijand een strooptocht
in Friesland beraamde. Samen met de kapiteins Abbe van Bootsma en Juw van
Eysinga konden zij de tegenstanders echter op het nippertje tegenhouden, waarna
ze zich terugtrokken.
Op Sint Jacobi (25 juli) kreeg hij
met zijn compagnie patent (=order) om van Oldeberkoop naar Overijssel naar
marcheren, samen met de compagnies van kapitein Harmen Wonsdorp, Jan Fransen
Stellingwerf en Jan Fransen Adama.
In 1626 bevond hij zich met
compagnie in de Bellingwolderschans, nu bekend als Oudeschans. Hij kreeg dat
jaar namelijk voor drie jaar de eervolle functie van Commandeur van deze
verdedigingsschans in Groningen. Er zijn enkele brieven van hem bewaard gebleven
die hij in die periode aan de Friese stadhouder Ernst Casimir schreef. Zoals
tussen de toen nog zelfstandige gewesten Friesland en Groningen was afgesproken,
volgde de Groninger kapitein Ernst van Isselmuden hem weer op naar drie jaar
commandeurschap.
Bestuurlijke carriere
Zoals hierboven reeds gememoreerd stapte hij in 1628 over naar een minder
gevaarlijke baan als Friese bestuurder. Daarin was hij bepaald niet uniek, omdat
vele officieren op wat oudere leeftijd zo'n stap ambieerden.
Vanaf 28-6-1628 t/m 1633 is hij Gedeputeerde in Friesland namens Oostergo.
Begin 1633 was hij als Fries Gedeputeerde nog aanwezig bij de lijkstatie van stadhouder Ernst Casimir van Nassau. (met rode
pijl aangegeven op de tekening).
|
Frans van Donia in de lijkstatie van stadhouder Ernst Casimir in 1633 (rode pijl) |
Vanuit deze functie zat hij ook in de Staten Generaal van de republiek. Hij maakte het einde van de 80-jarige oorlog wel van heel dichtbij mee. Hij werd namelijk op 2 juni 1643 gekozen als 'Plenipontentiaris' (afgevaardigde met volmacht) en was dus aanwezig bij de vredesonderhandelingen. Toen eindelijk op 15-5-1648 de vrede werd getekend was hij daar ook bij aanwezig in het Duitse Münster.
Frans van Donia tekende de acte met 'Heer tot Hinnema te Jelsum', om maar niet onder te doen van zijn mede-ondertekenaars die allemaal een heerlijkheid bezaten. Friesland kende echter geen heerlijkheden, maar het werd hem niet kwalijk genomen. Dit in tegenstelling tot Sicke van Dekema, die zich in 1608 'Heere van Jellum' had genoemd, waarop hij destijds een scherpe berisping had ontvangen van de Friese Gedeputeerden.
|
detail uit het schilderij van Gerard ter Borch van de Vrede van Münster.
Frans van Donia staat hier in het midden afgebeeld. |
Familiewapen:
In het Stamboek van de Frieschen Adel staat het wapen van Harinxma van Donia
afgebeeld.
Dit klopt exact met het afgebeelde wapen in het album amicorum, zie
verderop.
|
Familiewapen Harinxma van Donia
(Stamboek Frieschen van den Frieschen Adel) |
Toch staat op zijn schilderij uit 1621 (zie hieronder) een iets anders wapen
afgebeeld. Dit betreft de wapens van zijn ouders Keimpe Harinxma van Donia en
Frouck van Goslinga. Het linkerwapen is gevierendeeld, waarbij twee keer (II en
III) bestaan uit het aloude Donia wapen. Vakken I en IV bestaan uit drie
pompebleden. Deze van de Friese vlag bekende symbolen, zijn mogelijk een
verwijzing geïnspireerd op dat moment recente literatuur over de middeleeuwse
herkomst van de Friese pompebleden.
Frans zijn broer, Ernst, gebruikte wat eerder hetzelfde wapen in zijn bekende 'Dootboeck'
uit 1613, waarin de overlijdens van vele (adellijke/bekende) Friezen werd
opgetekend.
Op de voorpagina van gemeld boek, staan dezelfde alliantiewapens Harinxma van
Donia-Van Goslinga afgebeeld. Opvallend is wel weer dat de leeuwen bij Frans
links uitkomen en bij Ernst naar rechts.
|
alliantiewapen Harinxma van Donia-Van Goslinga
op schilderij van Frans Harinxma van Donia
(1621, Jan de Salle). |
|
Voorkant 'Dootboeck' van Ernst Harinxma van Donia
(1613) |
Bezoek stadhouder:
In de zomer van 1649 kwam de Friese stadhouder op bezoek bij Frans en Helena op
Hinnemastate, wat een grote eer zal zijn geweest, waarbij ook de katholieke
dorpsgenoot Julius Mockema van Unia aanwezig was. Een half jaar eerder had de
stadhouder al gehoord van Willem van Haren dat Frans van Donia gedurende zijn
reis naar Münster nogal grote uitgaven had gemaakt die hij vervolgens
declareerde. In een publicatie van auteur Poelhekke uit 1948 wordt hij zelfs 'de
patroonheilige van alle declarerende rijksambtenaren' genoemd! Hij zat
echter reeds in 1640 al in grote financiële problemen, mede omdat hij zijn state
flink had verbouwd. Zijn huwelijk met de veel jongere (!) Helena, hielp daarbij
ook niet echt. Zij wist wel van uitgeven en om de bruidschat te kunnen betalen
verkocht hij zelfs goederen die hij via zijn eerste echtgenoot had verkregen.
Volgens Poelhekke declareerde Frans zelfs de helft van de bruiloftskosten van
zijn huwelijk met Helena op als representatiekosten.
Frans zijn laatste grote bijeenkomst was die van de Grote Vergadering, die in 's Gravenhage plaatsvondt. Deze duurde van 18 januari tot 21 augustus 1651. Toen de
Friese commissie aan de beurt was om een voorzitter te leveren, wat het de eer
aan Frans om de vergadering te gaan presideren. Helaas overleed hij enkele dagen
ervoor in Den Haag.
Album Amicorum
In de Koninklijke Bibliotheek wordt nog het Album Amicorum bewaard van zijn
vrouw Geertruid van Engelsteedt, die loopt van ?-1618. Hierin staat als laatste
bijdrage die van Frans van Donia, haar latere echtgenoot. Met haar trouwen in 1618
stopt ze ook definitief met het bijhouden van dit album.
|
bijdage van Frans van Donia in het Album Amicorum van zijn latere vrouw Geertruid van Engelsteedt uit circa 1616. |
Op de site van de Koninklijke Bibliotheek staat de volgende tekst:
Gouache: veldslag, met op de voorgrond drie ruiters, een met het wapen van
Harinxma-Donia en een tweede met het wapen van Friesland op zijn schild
In het jaarblad De Vrije Fries van 1859 staat het volgende over Frans
zijn bijdrage:
Hannibal van de Carthaginensis bevrydt
Heeft liaer deur geduldicheyt overwonnen
Alsoo oock een Amateur wel crygt
Dat hem meest van anderen wordt vergonnen.
En voegt er eene zeer fraaije teekening bij voorstellende de
inneming van een sterk kasteel, waarbij een ridder te paard, in volle
wapenrusting, dragende aan zijnen arm een schild, met het wapen van Harinxma
Donia, de hoofdpersoon uitmaakt. Een zijner volgelingen draagt op de zelfde
wijze het wapen van Friesland; onder staat:
Non sine causa, — vale
Schilderijen
Van Frans zijn meerdere schilderijen bewaard gebleven, waardoor hij wellicht de meest geportretteerde officier is.
|
boven: Frans van Donia in de Friedenssaal te Münster
(foto: www.hvnf.nl ) |
|
schilderij van Frans van Donia uit 1621, door Jan de Salle. |
Familieleden in het leger
- Zijn oom Sybrant van Cammingha (ong. 1550-1593) was kapitein en huwde
met Catharina van Donia.
- Kapitein Frans van Cammingha was zijn volle neef.
- Zijn schoonvader Ludolf van Engelsteedt van hopman/kapitein.
Vaandels
|
Vaandel compagnie Donia in gebruik van ca. 1610-1621 |
|
Vaandel compagnie Donia in gebruik van ca. 1621-1628 |
Compagnie nr. 7
* Frans van Donia (*1580-U1651)
* Kapitein van 1610-1628
* Voorganger: Frans van Cammingha
* Opvolger: Johannes van Idzarda
* Hoogste militaire functie: kapitein
* Woonplaats: Jelsum
Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van Friese compagnies zoveel
mogelijk te reconstrueren.
Tot nu verschenen in deze serie:
Nieuwe informatie na de blog: