zaterdag 10 juli 2021

Friese kapiteins (64) : Jacob Melander van Holzappel

In deze serie worden de Friese kapiteins behandeld, die in de 16e en 17e eeuw in het 'Friesche Nassause Regiment' dienden.

Het is een lange rij van vooral adellijke officiers, van wie meestal nog niet eerder een minibiografie is verschenen.

 


Achtergrond

Jacob werd in 1584 in Hadamar als zoon van Wilhelm Eppelman en Anna Seifenmacher geboren. Zijn ouders waren gewone burgers en ingezetenen van het graafschap Nassau-Hadamar.
Zijn vader was belastinginner maar oom Johan was in Den Haag als secretaris en raadgever werkzaam voor niemand minder dan prins Maurits.
Deze oom gebruikte de naam Melander of Milander, een Grieks vertaling van zijn achternaam.
In deze periode was het gangbaar, vooral onder geleerden, om hun naam in het Latijn of Grieks te schrijven.

Johan Melander kocht in 1598 de heerlijkheid Poederoijen en werd hiermee heer van deze heerlijkheid.
In 1622 overleed Johan Melander en de erfenis bleek reden tot een proces tussen dochter Emilia Philippina en neef Jacob in 1625 waarbij de laatstgenoemde wel aangeduid werd als heer van Poederoijen.

Jacob had drie broers: Adolf (1577-1602), Johann Georg (1579-?) en Peter (1589-1648). De oudste broer Adolf stierf op 25-jarige leeftijd als student in Herborn. Johann Georg, Jacob en Peter moeten een deel van hun opvoeding bij hun oom Johan in Nederland hebben genoten en droegen ook de naam Melander. Op 29 oktober 1608 werden de broers door de Duitse keizer in Praag onder de naam ‘Holtzapfel de Mélander’ in de adel verheven. De aanleiding voor deze bijzondere en eervolle verheffing is echter niet duidelijk, voor de broers vormde het in ieder geval een flinke stap op de maatschappelijke ladder. Jacob en Peter dienden beiden in het Staatse leger.

Militaire carriere
Jacob treffen we in 1621 als luitenant binnen het Groninger regiment en wordt hem drie maanden verlof verleend om tijdelijk in Hamburgse dienst te treden.
Een jaar later wordt Albert Bonnema in zijn plaats benoemd tot luitenant.
Het lijkt aannemelijk dat Jacob promotie heeft gemaakt tot kapitein, maar het is ook mogelijk dat hij langer in Hamburgse dienst heeft gevochten en zijn luitenantsplaats werd vergeven.
In ieder geval zien we Jacob in 1624 als kapitein in Groningen terug. Hij heeft dan een conflict met de erfgenamen van de overleden kapitein Gerhard Sloot.
Jacob volgde Gerhard Sloot naar alle waarschijnlijkheid als kapitein op en nam in die hoedanigheid ook diens compagnie over.
Vaak mondde de financiële afwikkeling uit in een proces tussen de nieuwe kapitein en de erfgenamen van de oude kapitein.
In 1631 wordt Jacob als kapitein opgevolgd door Tiete van Galema. Dit kan erop duiden dat Jacob het Staatse leger heeft verlaten.
Wat Jacob na 1631 heeft gedaan is tot op heden niet duidelijk.
In 1629 huwde Jacob met Wigboldina van Ewsum, een nichtje van de kolonel van het Groninger regiment Caspar van Ewsum.
Zij kregen twee kinderen: Adolf en Wigbold Wilhelm.
Het echtpaar bewoonde de borg De Blauwborg in Obergum.

Obergum : tekening van Stellingwerf : Blauwborg te Ranum




 Het terrein van de borg De Bake of Blauwborg.


Johan Georg Holtzappel
Van broer Johan Georg is weinig bekend. Wel komen we een J. Melander als student in Franeker tegen en promoveert iemand met dezelfde naam in 1623 aan deze universiteit. Zeer waarschijnlijk gaat het hier om Johan Georg want oom en naamgenoot Johan was al in 1622 overleden.

Peter Holtzappel
Broer Peter maakte gedurende zijn leven een bliksemcarrière en stierf in 1647 als Rijksgraaf en opperbevelhebber van het keizerlijke leger. Peter studeerde aan de Universiteit van Leiden, maar koos vanaf 1614 voor een militaire carrière in het Staatse leger. In 1616 ging hij mee met een Nederlands expeditieleger naar Venetië en in 1621 werd hij benoemd tot stadscommandant van Basel. In 1633 werd hij aangesteld tot luitenant-generaal van het Hessische leger dat tijdens de Dertigjarige Oorlog binnen de protestantse Unie in Duitsland vocht. In 1638 huwde hij met Agnes von Efferen, genaamd Hall. Opvallend detail: het huwelijk vond plaats in Groningen, de woonplaats van broer Jacob. In 1641 maakte Peter een opvallende keuze: hij wisselde van partij en trad in dienst van het keizerlijke leger. In diezelfde periode werd Johan Lodewijk van Nassau-Hadamar als gezant naar keizer Ferdinand II in Wenen gestuurd om voor de familie Van Nassau aan het keizerlijke hof de Nassause belangen te behartigen. Tijdens zijn verblijf in Wenen nam Johan Lodewijk het katholieke geloof aan en vervulde als bemiddelaar een belangrijke rol tijdens de onderhandelingen voor de Vrede van Munster. Gezien de nauwe banden met Hadamar is het niet ondenkbaar dat de overstap van Johan Lodewijk ook Peter heeft doen besluiten om over te gaan naar het keizerlijke kamp. Het legde hem in ieder geval geen windeieren. Hij mocht zich voortaan veldmaarschalk noemen en werd na het overlijden van Matthias Gallas zelfs opperbevelhebber over het gehele keizerlijke leger. Ook leverde het hem en zijn broer Jacob de titel van Rijksgraaf op. Peter stierf in één van de laatste gevechten van de Dertigjarige Oorlog in 1647 en werd begraven in de Johanneskerk in Esten. Peter had een fortuin verworven met zijn functie als bevelhebber en dat stelde zijn weduwe in staat om de naburige heerlijkheid Schaumburg te kopen. Inmiddels had de familie veel geld geleend aan de door de oorlog verarmde adellijke families, zoals de Van Nassau. Deze familie probeerde door middel van huwelijkspolitiek hun schuld kwijt gescholden te krijgen en de verkochte landgoederen weer in de familie te krijgen. In 1653 huwde dochter Elisabeth Charlotte van Holzappel-Schaumburg met prins Adolf van Nassau-Dillenburg.



Portret van Peter Melander von Holzappel.
Nationalmuseum

Peter Melander von Holzappel


Familiewapen

familiewapen Melander van Holzappel



Familieleden in het leger

  • Zijn zoon Willem Hendrick van Wartensleben werd kapitein.
  • Peter van Holzappel (1589-1648), was luitenant-generaal is Hessische dienst. Hij was een roer van Jacob.
  • Johan Wilhelm van van Holzappel was majoor in Staatse dienst en sneuveld aan de Boyne in 1688 in Ierland.
    Hij was een buitenechtelijke zoon van Peter van Holzappel.

Vaandel
onbekend


 

Compagnie nr. C75
* Jacob Melander van Holzappel (1589-?)
* Kapitein van 1622 - 1631

* Voorganger: Gerhard Sloot?
* Opvolger: Tiete van Galama
 

 

Bronnen / meer informatie
http://www.mpaginae.nl/Nauta/kapiteins.htm|

Hessische biografie: https://www.lagis-hessen.de/pnd/118774816
Groninger Archieven, resoluties
Gelders Archief, 0124 Hof van Gelre en Zutphen, 5104
HHStA Wiesbaden Abt. 171 Nr. 731, Bll. 37ff. [Untersuchungen des Dr. Wolfgang Ficinus von Hadamar im Auftrag des Fürsten Johann Ludwig von Nassau zur Herkunft Melanders, 1641/1642]

ADB, Bd. 13, 1881, S. 21-25 (Leopold von Eltester)
NDB 9, 1972, Bd. 9, 1972, S. 571
Wurzbach, Biographisches Lexikon des Kaiserthums Oesterreich, 9. Theil, Wien 1863, S. 245
Nassauische Lebensbilder Bd. 4, 1950, S. 36-53 (Fritz Geisthardt)
Karl Friedrich von Frank, Standeserhebungen und Gnadenakte für das Deutsche Reich und die Österreichischen Erblande bis 1806 sowie kaiserlich österreichische bis 1823, Bd. 2, S. 226 und 227
Martin Brück: Politik im Duodezformat. Die Herrschaft Holzappel-Schaumburg in der zweiten Hälfte des 17. Jahrhunderts, in: Nassauische Annalen Bd. 121, 2010, S. 29-72
Steffen Leins, Reichsgraf Peter Melander von Holzappel (1589–1648). Aufstieg eines Bauernsohns als Kriegsunternehmer, Diplomat und Herrschaftsorganisator. In: Militär und Gesellschaft in der frühen Neuzeit. 14, 2010, 2, S. 348–357
Simon Schmitz, Die Erbstrategie Peter Melanders von Holzappel und ihr erfolgreiches Scheitern. In: Jahrbuch für westdeutsche Landesgeschichte. 41, 2015, S. 99–144
Erich Bartholomäus, Die Mutter Peter Melanders, Reichsgrafen von Holzappel, in: Hessische Familienkunde Bd. VI, 1962, Sp. 179-182
Erich Bartholomäus, Die Eppelmann, Holzappel und Melander in Hadamar, in: Hessische Familienkunde Bd. VII, 1963, Sp. 65-72.



Samen met Jeroen Punt (NMM) proberen we de lijsten van Friese compagnies zoveel mogelijk te reconstrueren.
 

Friese Nassause Regiment
Kapitein

  1. Jacob van Roussel

  2. Adriaen Slijp

  3. Bonefacius van Scheltema

  4. Ludolf Potter

  5. Frans van Roussel

  6. Abbe van Bootsma

  7. Jan Sageman

  8. Juw van Eysinga

  9. Frans van Donia

  10. Lolle van Ockinga

  11. Taecke van Hettinga

  12. Frans van Cammingha

  13. Wigle van Hania

  14. Arent van Arentsma

  15. Wopcke van Herema

  16. Willem van Inthiema

  17. Ids van Eminga

  18. Seerp van Dijxtra

  19. Sybren van Walta

  20. Tiete van Galama

  21. Jacques van Oenema

  22. Sybe van Aylva

  23. Jan van Burmania

  24. Juw van Harinxma

  25. Jarich van Hottinga

  26. Epe van Heemstra

  27. Damas van Loo

  28. Douwe van Andringa

  29. Rienck van Dekema

  30. Ruurd van Feytsma

  31. Binnert van Heringa

  32. Wybren van Roorda

  33. Johan van Bonga

  34. Idzart van Grovestins

  35. Frans Aebinga van Humalda

  36. Hans van Oostheim

  37. Jan van Idsaerda

  38. Gosewijn van Wiedenfelt

  39. Tjalling van Sixma

  40. Georg Frederick thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg

  41. Doecke van Hemmema

  42. Philip van Boshuizen

  43. Harmen van Wonsdorp

  44. Willem van Haren

  45. Douwe van Glins

  46. Hessel van Aysma

  47. Quirijn de Blau

  48. Jacob van Ruffelaer

  49. Peter Sedlnitsky

  50. Tjaard Wederspan

  51. Jacques van Challansi

  52. Doecke van Rinia

  53. Doecke van Martena

  54. Tjaard Tjebbes Hobbema

  55. Jan Gerckes Hoptilla

  56. Michiel Hagen

  57. Simon Jongestall

  58. Leendert Huijghis

  59. Rencke van Lycklama

  60. Tjerk van Solckema

  61. Taecke Lieuwes

  62. Rogier Slijp

  63. Douwe Aylva van Loo

  64. Jacob Melander van Holtzappel

Friese Nassause Regiment
Luitenant

  1. Rienck van Sytzama

  2. Hoyte van Goslinga

 

Groninger Nassause Regiment
Kapitein

  1. Caspar van Ewsum

  2. Boiocko van der Wenghe

Hoogduitse Nassause Regiment
Kapitein

  1. Nicolaas van Boringer



Geen opmerkingen:

Een reactie posten