zondag 8 november 2015

Schettens sluit verbond met Groningen! (deel 1)

Gedurende de 14e en 15e eeuw was er in Friesland volop onrust. De Schieringers en Vetkopers waren de twee strijdende partijen, waarbij de Schieringers het platteland vertegenwoordigden en de vetkopers vooral de Steden. Steeds vaker werden vreemde mogendheden erbij gehaald om het verschil te kunnen maken. Zo werd er in 1496 tussen Westergo en de stad Groningen een overeenkomst gesloten, die door vele dorpen en steden 'bevestigd' werd.
Zo ook de dorpen Schettens, Longerhouw en Schraard.
In dit deel alvast de de transcriptie van de eeuwenoude overeenkomst, die nog steeds bewaard wordt in het archief van Groningen.  Omdat het een nogal lastig te lezen tekst is, kan er hier en daar nog een foutje in zitten. (reacties zijn welkom).

De akte is dus getekend op 'sint Johannes dach bapti', dit is dus volgens de heiligenkalender op 24 juni geweest.



Schettens, dd 24 juni 1496
Sybrandus personi Tyalka Poppema ende de gemene meente to Schettens belyen ende betugen mit dessen onsse opene breve
Soe? dat wij voer ons ende voer nacomelinge ende meyers hebben angenomen ende nemende an in kracht desses breves
den verbond gemaket inden jare van sesendetnegentigen tusschen den terweerdigen Borgemeester ende Raed der
Stadt Gronyngen vande  ene sijde ende van westergoe landt inden verbond genoemt aande andere sijde. Den
selve verbond to holden to vollenbrenge ende achtervolgen. In alle sijne ponte ende articulen ende wij der stadt ende vaste
onverbroken to holden als gude mannen van eren, nae inholdende des verbondts vorschreven ende des soe presenteren wij den
castelleijn to hebben gelijk den andere inden verbund vorsch, sonder alle valikant. In een teecken? desser waerheit
soe hebbe ick Sybrandus personi vorschreven dessen brieff besegelt met mijn segel voer mij selff ende om bede van
Tyalka vorschreven ende oeck om bede der gemene meente to Schettens vorschreven. Int jaer ons Heren dusent vierhondert
sesentnegentich op sinte Johannes dach bapti.


NB: Dankzij Hans Zijlstra van de Historische Vereniging N.O. Friesland, kreeg ik deze bron in beeld.


zondag 1 november 2015

Afbraak middeleeuwse kerk Schettens

Exact 150 jaar geleden werd de middeleeuwse kerk van Schettens afgebroken. Achteraf wellicht de grootste fout ooit in dit dorp gemaakt, echter men leefde toen in een heel andere tijd.

In 1865 was er nog geen Monumentenzorg of enig andere overheidsinstantie die waakte over historische gebouwen.  In die tijd werden in het gehele land nog regelmatig historische gebouwen afgebroken en het was Victor de Stuers die in 1873 het artikel 'Holland op zijn smalst' publiceerde, wat beschouwd werd als het begin van 'Monumentenzorg'. Toch zou het nog vele jaren duren voordat e.e.a. pas goed was geregeld.
In 1930 verscheen 'Voorlopige lijst van monumenten van geschiedenis en kunst', waarvan het Friese deel in 1930 verscheen.  De omschrijving van de Schettenser kerk die hierin stond, is tot op de dag van vandaag nog steeds de officiële monumentenomschrijving. De omschrijving heeft uiteraard betrekking op de nieuwe kerk van 1866:

Ned.Herv.Kerk, vanwege een grafkelder een grote zerk door mr B.G. 1544. Twee zerken door P. Claes en een door Jacob Douwes 1639. Tweeklaviers orgel in 1891 gemaakt door Gebr. van Oeckelen. Mechanisch torenuurwerk.

De boeren van Schettens waren waarschijnlijk wel zelfbewust te noemen en het waren immers boeren die hier kerkvoogd waren. Zelf zullen ze ook nieuwe boerderijen hebben laten bouwen of in ieder geval zagen de overal in de buurt nieuwe bouwwerken verschijnen. Alles gebouwd naar de laatste eisen van de tijd en ook hier werden dus de oude middeleeuwse boerderijen afgebroken om plaats te maken voor een nieuwerwetse stjelp.

Zoals gezegd werd er in 1865 heel anders tegen monumenten aangekeken. Men was vooral praktisch ingesteld, dus een gebouw was er in de eerste plaats voor het gebruik. Daarnaast beleefde de landbouw in de Zuidwesthoek in die jaren een enorme 'hausse' en nam de welvaart in Schettens daardoor ook enorm toe. De kerk had zelf ook nogal wat grond in bezit, waardoor de opbrengsten ook toenamen. De kerkvoogdij van Schettens was toen zoals eerder geschreven nog zelfstandig en de kas was door de bloeiende economie goed gevuld.
Nog een andere reden voor afbraak zal de toestand van de kerk zijn geweest.  De kerk wordt namelijk 'bouwvallig' genoemd, iets wat duidt op behoorlijke technische gebreken. Was er soms jarenlang niet onderhoud aan gepleegd?  Of was het 'roeien tegen de stroming in'?
In de meeste dorpen die minder geld in kas hadden, werd dan meestal wel besloten om de kerk toch maar weer op te knappen.  Hier werd dus zoals gezegd een ander besluit genomen. Veel is er overigens niet over geschreven in de notulen. Van de kerkvoogdij helemaal niets, want die deden daar toch nog niet aan. Alleen in de kerkenraadsnotulen werden er een paar, overigens niet onbelangrijke' zinnen aan gewijd:

Den 18 Junij 1865 - 50tig jarige Godsdienstige en Burgelijke feestviering
van de overwinning bij Waterloo. Toen is er in de bouwvallig geworden
Kerk te Schettens, 's namiddags voor het laatst gepredikt.


Meer woorden werden er dus niet over geschreven! 
Kort na zondag 18 juni zal er een begin zijn gemaakt met de sloopwerkzaamheden. Bijna de gehele kerk werd hiervoor afgebroken waarbij maar een paar onderdelen werden 'hergebruikt'.

Voor zover bekend waren dat:
- de oude eiken gebinten
- een gedeelte metselwerk aan de zuidkant van de kerk, die 18e eeuws zou zijn.
- de oude zerken in de kerk
- de helm en degen, die voor in de kerk hangen.
- het vaantje op het schip, die er nog steeds op zit.
- de klok en het smeedijzeren uurwerk


--> De kerk zoals Jacobus Stellingwerf die tekende in 1722.